Terwijl Sven Kramer zijn rondjes reed, probeerde ik hem stilletjes aan te moedigen. Stilletjes, want ik mocht van de KNO-arts drie dagen niet praten. Best lastig, als je de nationale schaatsheld met je geschreeuw nog een extra zuchtje wind in de rug wilt meegeven.
Niet dat Sven het nodig heeft, overigens. Ik heb nu langzaam de illusie dat de onverslaanbare zelfs achteruit-schaatsend het WK zou kunnen winnen. Om het enigszins spannend te houden doe ik net alsof hij een kans heeft het wereldrecord op een hooglandbaan op een laaglandbaan zou kunnen overtreffen. Iets dat niet persé voor schier onmogelijk gehouden moet worden, overigens.
Ik mag ook al niet roken van de KNO-arts. Dus heb ik gisteren een pakje Gauloises aangeschaft. Lurken aan een filtersigaret kan welbeschouwd niet echt roken genoemd worden.
Stiekem roken op mijn kamertje. Even voelde ik me weer scholier. Ware het niet dat toen Johan Olaf Koss de schaatsvierkampen nog won.