Homo Illudens – za 9 febr. 2008

Sven Kramer

Terwijl Sven Kramer zijn rondjes reed, probeerde ik hem stilletjes aan te moedigen. Stilletjes, want ik mocht van de KNO-arts drie dagen niet praten. Best lastig, als je de nationale schaatsheld met je geschreeuw nog een extra zuchtje wind in de rug wilt meegeven.

Niet dat Sven het nodig heeft, overigens. Ik heb nu langzaam de illusie dat de onverslaanbare zelfs achteruit-schaatsend het WK zou kunnen winnen. Om het enigszins spannend te houden doe ik net alsof hij een kans heeft het wereldrecord op een hooglandbaan op een laaglandbaan zou kunnen overtreffen. Iets dat niet persé voor schier onmogelijk gehouden moet worden, overigens.

Ik mag ook al niet roken van de KNO-arts. Dus heb ik gisteren een pakje Gauloises aangeschaft. Lurken aan een filtersigaret kan welbeschouwd niet echt roken genoemd worden.

Stiekem roken op mijn kamertje. Even voelde ik me weer scholier. Ware het niet dat toen Johan Olaf Koss de schaatsvierkampen nog won.

Homo Fumans – di 21 aug. 2007

Gauloises

Het reces nadert het einde en langzaam ontwaakt Den Haag uit een diepe slaap. De collegae druppelen binnen.

Zo ook Peter, jurist, ochtendmens en roker. Slechts zelden is Peter niet als eerste op het werk. Als ik een vroege bui heb, volg ik enkele minuten na hem. Tezamen nemen wij dan een kop koffie en onze eerste sigaret. Gedurende de dag komt Peter dan om het uur bij me met de vraag of ik mee ga roken. Peter rookt meer dan ik.

Niet verwonderlijk dat ik tijdens het reces dan ook een stuk minder gerookt heb dan doorgaans. Peter was vrij en ik merkte dat ik het ook wel met twee of drie sigaretten af kon. Ik miste veeleer onze gesprekken met mooie, donneriaanse volzinnen.

Maar Peter is terug. Met een kop koffie in de hand vraagt hij of ik ga roken. Samen lopen we naar buiten. Terwijl ik mijn shag draai, neemt hij een slok van zijn koffie. Terwijl ik mijn peuk opsteek, snijdt hij een gespreksonderwerp aan. Dit alles zonder Gauloise. Peter is gestopt.