Homo Illudens – za 9 febr. 2008

Sven Kramer

Terwijl Sven Kramer zijn rondjes reed, probeerde ik hem stilletjes aan te moedigen. Stilletjes, want ik mocht van de KNO-arts drie dagen niet praten. Best lastig, als je de nationale schaatsheld met je geschreeuw nog een extra zuchtje wind in de rug wilt meegeven.

Niet dat Sven het nodig heeft, overigens. Ik heb nu langzaam de illusie dat de onverslaanbare zelfs achteruit-schaatsend het WK zou kunnen winnen. Om het enigszins spannend te houden doe ik net alsof hij een kans heeft het wereldrecord op een hooglandbaan op een laaglandbaan zou kunnen overtreffen. Iets dat niet persé voor schier onmogelijk gehouden moet worden, overigens.

Ik mag ook al niet roken van de KNO-arts. Dus heb ik gisteren een pakje Gauloises aangeschaft. Lurken aan een filtersigaret kan welbeschouwd niet echt roken genoemd worden.

Stiekem roken op mijn kamertje. Even voelde ik me weer scholier. Ware het niet dat toen Johan Olaf Koss de schaatsvierkampen nog won.

Homo Victor – zo 11 febr. 2007

Sventastisch

Weekeinde? Hoezo vrij? Ik had het hele weekeinde verplichtingen. Van het WK Allround wilde ik namelijk geen seconde missen.

De mooiste dag van een Allround-tournooi is voor mij de laatste, wanneer de vijf en de tien kilometer gereden worden. Een goede sprint rijden is natuurlijk ongelooflijk knap, maar persoonlijk ben ik van mening dat op de lange afstanden zich de echte sporter onderscheidt. Schaatsen is van oorsprong immers net zoveel een vervoersmodus als een leuk tijdverdrijf en zeg nu zelf, wie zou er twee eeuwen terug nu zijn Friese doorlopers ondergebonden hebben om naar de boerderij 500 meter verderop te schaatsen.

Het WK verliep op alle fronten voorbeeldig. Sven Kramer was meer dan superieur en Irene Wuust won eindelijk haar langverdiende kampioensmedaille. Grappig om te zien hoe twee verschillende karakters daarop zo anders reageren. Wuust liet zich terecht helemaal overmannen door blijdschap; Kramer was nonchalant, bijna schouderophalend, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De archiefbeelden van een elf-jarige Kramer in het jeugdjournaal waren dan ook verhelderend: toen wilde hij al de beste van de wereld zijn.

Nog een verschil: Wuust had het Wilhelmus ingestudeerd; Kramer kon het geen biet schelen. En terecht. Een oubollig lied is het, dat geen ruk met schaatsen te maken heeft en ook nog eens gaat over landen als Duitsland en Spanje. En laten we wel wezen: in Spanje wonen geen schaatsers en de Duitse vrouwen staan ook al lang niet meer vanzelfsprekend bovenaan de ranglijsten. Voor Kramer de volgende keer dan maar het Friese volkslied. Zou Vader Iep hem daarvan de tekst wel hebben bijgebracht?

Homo Vincens – zo 14 jan. 2007

Sven Kramer

Geweldig, wat een 10 kilometer. Voorsprong voorzichtig opbouwen, even terughouden om het spannend te houden en dan laten zien wat je kan. Sven did it again.

Bij de finale van vandaag deed ik er alles aan om in de stemming te komen. Ik liet de kachel uit en ademde stoom uit, net als het publiek. Alhoewel in mijn geval dat waarschijnlijk werd veroorzaakt door de sigaret.

Tijdens de dweilpauzes deed ik gewoon mee. Zo heb ik vandaag de badkamer en het toilet schoongemaakt. Wie zegt dat sport niet nuttig kan zijn?

Sven – zo 19 mrt. 2006

Niet alleen het weekeinde, het hele schaatsseizoen eindigde zeer bevredigend. Wat aanvankelijk nog een spannende, maar desondanks teleurstellende WK allround leek te gaan worden, werd op de laatste afstand toch nog een feest.

Ik heb op dit weblog al eerder mijn voorliefde voor de schaatssport bekend. Dat gaat ook altijd gepaard met enkele sporters die ik graag zie winnen. Bij de vrouwen zijn dat Pechstein en Wuust, bij de mannen vooral Sven Kramer. Veel fanatieker kom je ze vandaag de dag niet tegen. Zelden heb ik iemand gezien die zelfs na het verbreken van zijn persoonlijk record op de 1500 nog steeds boos op zichzelf is omdat ie -naar eigen zeggen- slecht heeft gepresteerd. En laat Kramer die woede nou eens in iets positiefs om kunnen zetten.

En dus maakte hij zijn belofte waar het wereldrecord op de 10.000 scherper te stellen. En niet zo’n beetje ook. In zijn laatste rit van het seizoen snoepte hij seconden af van het oude record van Chat Hedrick. En zo verscheen er toch nog een brede lach op het gezicht van de negentienjarige. En doordat Hedrick zich diskwalificeerde door een bocht af te snijden, behaalde Kramer ook nog een podiumplaats. Als je het leven toelacht, lacht het leven soms terug.

Verlossing – vr 24 febr. 2006

De vooravond van Carnaval en ik had een driedelig pak aan. Ik was bij de opening van een expositie van Stanley van der Meer en Yurrian Rozenberg. Met op de uitnodiging de duidelijke mededeling: dress very chique.

Ik was de dag begonnen met een gastcollege over luchtkwaliteit op de NHTV. In de zaal 80 studenten verkeer en planologie, die ik iets moest vertellen over de politieke afwegingen die meespelen als je het probleem van de luchtkwaliteit wilt aanpakken. Ik deed dat aan de hand van politieke problemen, waar de studenten zelf oplossingen voor moesten proberen te bedenken. Ondanks het feit dat het carnavalsvrijdag was, waren de studenten best enthousiast. Dat kwam misschien wel mede door de aanwezigheid van de KRO-radio die in het kader van hun serie ‘Get out of your car’ mobiliteitsdocente Ineke Spapé volgde in haar poging minder auto te rijden en dus opnames maakte van het gastcollege.

Na de eerder genoemde expositie ging ik eten bij meubelmaakster Marlies van Geenen, boekhandelaar Hein van Kemenade en Jaap, met wie ik die avond verder Guinness-drinkend door zou brengen in O’Meara’s, de enige kroeg die tijdens carnaval gewoon normaal open was. Het mag weliswaar bijna verkiezingsdag zijn, met carnaval ligt de campagne vijf dagen helemaal stil.

Wat een prachtige prestatie van Bob de Jong trouwens, op de 10.000. Ik vond het ontzettend jammer voor Sven Kramer en had het hem graag gegund. Voor iemand die alleen maar wil winnen, zijn het voor hem nogal teleurstellende spelen geweest, vrees ik. Maar ik ben er van overtuigd dat ‘ie volgend jaar twee keer zo sterk terugkomt. Kop op Sven.

Op glad ijs – zo 15 jan. 2006

Over sommige zaken des levens is geen twijfel mogelijk. Sven Kramer had natuurlijk gewoon moeten winnen.

Ik vind schaatsen zo’n beetje de meest geweldige sport die er is om naar te kijken. En nee, dat is niet vanwege al die sportieve mannen in strakke pakken. Althans, niet alleen dan. Schaatsen is emotie: tot het diepste gaan om te winnen. Man tegen man. Of vrouw tegen vrouw.

Zoals het hoort bij sport ben ik ook altijd voor iemand. De komende jaren zal dat Sven Kramer wel zijn. En niet alleen maar omdat ‘ie er zo goed uitziet in zo’n pak, althans, niet alleen dan, maar vooral omdat ik ‘m grappig vindt. Daarnaast is hij veruit de jongste van het Nederlandse legioen en dat geeft hem sowieso een streepje voor op de rest.

De Europese Kampioenschappen begonnen op alle fronten al verkeerd bij de vijfhonderd meter. Na aanvankelijk het gelazer met een startpistool, waar ik zelfs als pacifist op dat moment niet om kon lachen, deed daarna de ijsmachine het niet meer. Met als gevolg dat er vandaag maar liefst drie afstanden gereden moesten worden.

De onfortuinlijke botsing tussen Uytdehaage en Verheijen, de relatief magere 5000 van Kramer, het was allemaal doffe ellende. En hoewel ik, eenmaal opgegaan in de emotie, tot op het laatste moment een irrationele hoop blijf koestenen en heb gevloekt bij het leven toen Kramer zelfs de 10.000 op vier tiende verloor, was het ergste nog niet eens dat we uiteindelijk helemaal geen podiumplaatsen bekleedden. Want van Noren verliezen is nog niet eens zo’n drama. Maar dat de kampioen nu een Italiaan is geworden, is wel erg moeilijk te verkroppen.

Gelukkig deden de vrouwen het aanmerkelijk beter. Dat verzachtte het leed enigszins. En gelukkig is er dan ook altijd nog de dartsport, waar ‘we’ furore maakten. Jammer alleen dat darts zo’n saaie sport is om naar te kijken.