Homo Consonus – vr 8 dec. 2006

poldermodel

Eerder schreef ik al vele maken over het immer voortkabbelende onderwerp Horeca-sluitingstijden. Vandaag werd een nieuwe episode aan deze soap toegevoegd, die ik het liefst ‘gepolder in de polder’ wil noemen. Maar het gaat vooruit.

Op 29 november sprak de commissie bestuur uit dat er in Breda verruimd moest gaan worden. Het exacte scenario waarvolgens dat verder moest worden ingevuld, moest verder maar door een delegatie van de commissie worden ingevuld. De bedoeling was dat zowel voorstanders, sceptici en tegenstanders daarin vertegenwoordigd zouden zijn. Helaas liet de grootste tegenstander, het CDA, verstek gaan. Het argument: ‘als tegenstander hebben wij geen behoefte om na te denken over verruimingsscenario’s’ en dat is op zichzelf natuurlijk volstrekt legitiem.

En zo polderden wij een uur of wat verder, waarna PvdA-fractievoorzitter Henk Haarhuis en VVD-raadslid Hanneke van Maanen (inclusief kinderen) en ik nog even een kop koffie in de plaatselijke horeca gingen drinken. Verder volgde die dag nog een overleg met mijn wethouder en de voorbereiding voor het jongerendebat dat ik een paar dagen later zou mogen leiden. Het was een dag vol consensus-politiek.

Fractie later – ma 20 juni 2004

Ik had beloofd nog één en ander te vertellen over de hoorzitting over langere openingstijden, die vorige week heeft plaatsgevonden (zie weblog ma 13 juni 2005). Aangezien de commissiebehandeling later die week zou plaatsvinden, hadden we het maandag op de fractievergadering ook uitgebreid over dat onderwerp.

Het fenomeen hoorzitting is relatief nieuw in Breda. Vooralsnog eigenlijk alleen toegepast om burgers de gelegenheid te geven hun wensen door te geven aan de raadsleden bij de behandeling van de kadernota (zie weblog vr 20 mei 2005). Over het onderwerp horecasluitingstijden werd nu ook een hoorzitting georganiseerd.

Allereerst kwamen de bewoners van de binnenstad aan het woord. Hun reactie was simpel: wat ons betreft mogen de kroegen langer open blijven, zolang de geluidsoverlast door de vaak harde muziek maar in de gaten wordt gehouden. Ofwel: controleer nu eindelijk eens goed of kroegen hun stereo niet te hard openzetten.

De tweede groep insprekers bestond uit vertegenwoordigers van de horeca. Die werd in eerste instantie vertegenwoordigd door Horeca Nederland (de café’s) en de Wandelarij (restaurants). Het spreekt voor zich dat vooral de mening van de café’s in deze kwestie een belangrijke rol speelt. Dat de Bredase afdeling van Horeca Nederland de verruiming van de openingstijden niet zo zag zitten, was al bekend. De restaurants hadden een minder uitgesproken mening (wij gaan toch om elf uur dicht), maar waren ook geen voorstander.

Een derde spreekster was tot enkele maanden geleden uitgesproken voorstander van langere openingstijden en had toen een enquête gehouden waaruit bleek dat een heleboel café’s dat ook vondt Zij bleek echter inmiddels bestuurslid van datzelfde Horeca Nederland geworden te zijn en had ineens een volstrekt tegengestelde mening. Iets dat mijn wenkbrauwen nogal deed fronsen. Binnen een tijdsbestek van enkele maanden 180 graden van mening te veranderen, roept immers nogal wat vragen op en die werden naar mijn smaak niet voldoende beantwoord. Zeker ook aangezien de kleinere, onafhankelijke kroegbazen die ik ken juist fervent voorstander zijn van ruimere openingstijden.

Eveneens opvallend was dat de studentenverenigingen, die het uitgaanspubliek moesten vertegenwoordigen, een uitermate slecht voorbereid verhaal hadden, dan wel helemaal niet aanwezig waren. Dat de broodjeszaken niet eerder dicht wilden, zoals het college in een conceptvoorstel heeft voorgeschreven, mag volstrekt duidelijk zijn. En dat de taxi-branche het allemaal een worst zal zijn “want wij werken toch al 24 uur per dag”, was ook niet verassend. Al met al had ik uiteindelijk nogal wat vraagtekens bij de hoorzitting en de uitgenodigde sprekers. Anderzijds, en dat moet ook gezegd worden, is het nooit verkeerd om de mening van de betrokkenen in zo’n hoorzitting te horen. Hoe die mening gewogen wordt, is uiteindelijk aan de commissie.