Hoewel ik tien minuten voordat ik moest inchecken bij het Sofitel de stad inreed, was ik twee uur later nog steeds niet op de bestemming. Sterker nog, het hotel zag ik pas 17 uur later voor het eerst. Den Haag is een rotstad, qua verkeer dan. En de Engelstalige routebeschrijving van het Hotel had geen rekening gehouden met recente verkeerswijzigingen. Eigenlijk zou ik een navigatiesysteem moeten aanschaffen. Ik heb namelijk drie uur met oplopende bloeddruk door de Den Haag gereden. Op vrijdagmiddag, ook nog eens een keer.
Van het North Sea Jazz Festival wordt door de NPS altijd breeduit verslag gedaan. Door radio, televisie en Internet. En er worden opnamen gemaakt om later nog eens uit te zenden. Voldoende werk dus, zodat ik dit jaar ook mee mocht.
Hoewel ik niets gezien heb van de optredens heb ik er wel heel veel gehoord. En in betere geluidskwaliteit dan veel mensen in de zalen van het Nederlands Congresgebouw. Ik zat immers voornamelijk in de geluidswagen om mee te schrijven met de door ons opgenomen concerten. Mee schrijven wil zeggen: de tijdcode van het begin en einde van elk nieuw nummer noteren en daarbij de juiste gegevens opzoeken, zoals titel, componist en tekstschrijver. Dat is makkelijk werk, als het lukt om vooraf een setlist te krijgen, maar aanzienlijk moeilijker als er geen setlist is en de band binnen drie minuten na het optreden al in de taxi is gestapt, zoals bij Al Green het geval was.
Het leuke is dat je bij het zoeken naar een setlist vaak even met de muzikanten kunt praten. En dat je backstage ook nog redelijk wat andere bekenden ziet. Maar het leukste, volgens de insiders, zijn de after-party’s in het Bel-Air hotel. En hoewel die niet toegankelijk zijn voor mensen die daar niet overnachten, zoals het grootste gedeelte van de NPS-crew, is het met behulp van een tv-collega steeds weer gelukt om binnen te geraken.
Dat die after-party inderdaad wel heel leuk moet zijn, bleek uit de tientallen mensen voor het hotel stonden en tevergeefs probeerden binnen te komen. Het bleek ook al snel uit de prijzen die er voor een drankje gerekend werden: 2,50 voor een klein glaasje bier. Maar eerlijk is eerlijk, ik heb me na afloop van het festival goed vermaakt.
Rond een uur of half zeven ’s ochtends pas verlieten collega’s Bas, Jaron en ik het Bel Air en reden we naar ons eigen hotel, waar we na een glas vodka besloten eerst te gaan ontbijten en dan pas te gaan slapen. De volgende werkdag begon pas om drie uur ’s middags weer, dus er was nog tijd genoeg om de roes uit te slapen. En, mocht dat, zoals de volgende middag bleek, net niet voldoende te zijn, was er altijd nog het bad.
Dit tafereel herhaalde zich nog eens op zaterdag, maar dan zonder de Vodka en het ontbijt, en ook op zondag, alhoewel ik er toen voor koos de drukte van het Bel Air te vermijden en met enkele collegae aan de bar van het Sofitel te zitten. Als ik de verhalen mag geloven, was het maandag erg rustig op de muziekafdeling van de NPS. Ik heb het zelf niet kunnen constateren, want ik had ook maar een vrije dag genomen. Althans, dat was de bedoeling. Om drie uur ’s middags had onze fractie een spoedberaad.