Er zijn drie manieren om Solveig tegen te komen. Tijdens een raadsvergadering, tijdens een feestje of als er weer eens iets mis is met de trein. Vanochtend was er iets mis met de trein. Geen feestje dus.
Het was opvallend druk in de stationshal voor de tijd van de ochtend. Dat is meestal geen goed teken en dat bleek inderdaad zo te zijn. Treinverkeer tussen Tilburg en Breda bleek onmogelijk vanwege een verkeerd aangesloten glasvezelkabel.
Ik twijfelde even of ik de stoptrein naar Dordrecht en Rotterdam van tien voor half zeven zou nemen, maar deed dat niet, omdat de eerstvolgende volgens het informatiebord wel gewoon zou rijden. Informatie die werd gerectificeerd toen de stoptrein net vertrokken was.
Dat was ongeveer het moment waarop ik Solveig tegenkwam. En hoewel zij vrolijk op de eerstvolgende intercity naar Den Haag van 7.09u wilde wachten, die volgens het informatiebord ècht zou komen, wist ik haar over te halen geen verder risico te lopen. Dat laatste bleek de verstandige keuze. In de trein hoorden we dankzij berichten om ons heen steeds duidelijker hoe er zich tussen Tilburg en Breda een ware spoorwegramp begon af te tekenen.
We spraken wat over de lokale politiek en over haar kersverse huwelijk. Solveig liet me weten teleurgesteld te zijn over het feit dat ik niets over haar huwelijksfeest (24 febr) had geschreven op mijn blog. Ik antwoordde haar dat ik nu eenmaal niets leuks over huwelijken weet te schrijven. Ik wist het goed gemaakt. Ze moest het Sonnet dat ik in hun gastenboek had geschreven maar eens overtikken en mailen. Dan zou kan ik dat nog wel eens publiceren.
Om tien voor negen kwam ik aan op mijn werk. Anderhalf uur later dan normaal en nu al moe.
Eén gedachte over “Homo Posterus – di 3 apr. 2007”