De Trouwambtenaar (1) – za 1 aug. 2009

Trouwen
Trouwen

Terwijl in Amsterdam de Canal Pride in volle gang was en de jaarlijks terugkerende non-discussie over of dit nu wel of niet bijdraagt aan de emancipatie van homo’s, maakte ik me op voor een heel ander evenement. Vandaag was de dag dat ik Inge en Carin in de echt ging verbinden.

Ruim twee jaar geleden vierde het koor waar ik in zong zijn dertig jarig bestaan met een weekeindje in de Ardennen. Carin en Inge hadden elkaar zo’n tien jaar eerder op het koor leren kennen. Ik mocht met hun meerijden en vroeg op een onbewaakt ogenblik of ze er ooit aan gedacht hadden om te trouwen.

Het verhaal was dat Carin Inge ooit ten huwelijk had gevraagd. Inge bedankte daarvoor. Ze vond de kinderen toen nog wat jong om ze op die manier met hun bijzondere relatie te confronteren. Twee lesbo’s in Dorst, dat was al bijzonder genoeg, daar hoefde niet ook nog eens een huwelijk bij. Carin nam een jaar of wat later wraak, toen Inge haar nog eens ten huwelijk vroeg. “Zijn de kinderen ineens zoveel ouder dan”, zal, Carin kennende, ongeveer haar antwoord geweest zijn. En sinds die tijd durfde geen van tweeën het nog aande ander te vragen. Daar was, overduidelijk, een derde partij voor nodig.

Nadat we geïnstalleerd waren, bij het plaatselijke frietkot voor zo’n dertig man friet hadden gehaald en kennis hadden gemaakt met onze buren, een christelijke jongerenvereniging ergens uit de contreien van Aalsmeer, zaten we in het voortuintje van de vakantieboerderij bier, wijn en rosé naar binnen te werken. Het ging, zoals wel vaker bij het koor, over relaties, over scheidingen, kinderen en over het huwelijk. En op de één of andere manier kwam toen ook ter sprake dat ik, als raadslid in Breda, ook gemachtigd ben om een huwelijk af te sluiten. Toen realiseerde ik ineens – wellicht gesterkt door enige drank – dat dit wellicht de enige mogelijkheid was. Toen Inge en Carin naast elkaar zaten, knielde ik voor hen neer, pakte hun beider hand en vroeg hen „mag ik jullie trouwen.” En beiden antwoordden ‘ja’. Dat moment is verzegeld met twee schijfjes citroen die – niemand was immers op deze situatie voorbereid – toen maar moesten dienen als verlovingsring. Ringen die tot aan de dag van vandaag zijn bewaard.

Uiteindelijk heeft het toch nog twee jaar geduurd voordat dat huwelijk er daadwerkelijk kwam. Maar ik heb me niet voor niets laten beëdigden. Aan het einde van de middag werden, onder toezicht van gezin, familie en goede vrienden, Carin en Inge verklaard tot vrouw en vrouw.

De huwelijksambtenaar – ma 29 juni 2009

Het Huwelijk komt naar U toe deze zomer
Het Huwelijk komt naar U toe deze zomer

„Tring”, zei de telefoon. Inge aan de andere kant van de lijn. Of ik plannen had voor 1 augustus. Ik antwoordde ontkennend, iets dat heel dom is voor iemand die zijn status als drukbezet persoon wil handhaven.

Ooit had ik Inge en Carin gevraagd of ik ze mocht trouwen. Het was de enige manier waarop de dames nog in het huwelijksbootje zouden stappen. Nadat ze beiden de ander al een keer hadden geweigerd, durfde geen van beiden de vraag nog ooit te stellen.

Het heeft, door allerlei familie-omstandigheden, een tijdje geduurd, maar nu stappen de beide dames toch echt in dat gammele bootje dat het huwelijk heet. Het gebeurt allemaal in hun eigen achtertuin in Dorst. En of ik dat maar even wil bezegelen. Belofte maakt schuld en dus antwoordde ik bevestigend.

Niet dat ik persoonlijk zo in het huwelijk geloof, maar het gaat niet om mij. Het gaat om de dames. En voor hen doe ik het graag. En dat zeg ik echt niet als excuus om hun knappe zoons weer eens te zien.

Homo Iuratus – wo 12 mrt. 2008

huwelijk

„Dat verklaar en beloof ik”, antwoordde ik toen de rechter mij de vraag stelde of ik rechtstreeks noch middellijk enig geschenk had aangenomen of belofte had toegezegd voor het aannemen van mijn nieuwe functie.

„Nee”, antwoordde ik enigszins bezijden de waarheid. Ik had immers beloofd dat ik Inge en Karin zou gaan trouwen. Ik ging er maar vanuit dat de rechter dat niet bedoelde toen hij de eed afnam en ik voelde me dan ook niet erg ongemakkelijk mij het afleggen van de belofte.

En dus, op een stormachtige woensdag in de achternamiddag, zo ergens rond een uur of half vijf, werd ik benoemd tot honorair buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in Breda. Voor de duur van Uw benoeming als raadslid, zei de rechter er nog bij. „Dus als Uw nieuwe functie U bevalt, moet U zorgen dat U weer herkozen wordt.”

Homo Desponsans – za 2 juni 2007

Tegen de Wind Mee

Vanwege het heuglijke feit dat het voorheen socialisties koor Tegen de Wind Mee dit jaar zijn dertigste verjaardag viert, werd het traditionele koorweekeinde dit maal niet opnieuw in Wuustwezel, maar in de Belgische Ardennen gevierd. Koor en aanhang trok er carpoolend heen.

Het zal niet alleen aan ons gelegen hebben dat de doorgaans filevrije Vlaamse wegen deze vrijdagnamiddag verstopt zaten. Desondanks zal de stilvallende voiture van Josje daar een bijdrage aan geleverd hebben. Het was dan ook pas na zevenen dat we compleet genoeg op de plaats van bestemming waren, dat er met pan naar het plaatselijke frietkot liepen om het hele gezelschap van frieten te voorzien. Echter niet voordat het ganse koor bij aankomst van Josje speciaal voor haar uit volle borst het file-lied hebben gezongen.

Bizar waren onze buren in het huis naast ons, een groep Christelijke jongeren uit Aalsmeer die in hun gedrag soms meer weg hadden van een groep baldadige, maar verder vrij ongevaarlijke hangjongeren met een redelijke voorraad bier. En heuglijk was het feit dat er op de vrijdagnacht in het koor plotseling nog een verloving plaats had.

En laat ik eerlijk bekennen, ik ben daar deels verantwoordelijk voor. Het begon namelijk allemaal met de onschuldige opmerking dat ik, als raadslid, beëdigd kan worden als Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. En toen ik op mijn knieën aan beide dames vroeg of ik hen mocht trouwen, en het antwoord twee maal ‘ja’ was, werd de verloving bezegeld met twee inderhaast bij elkaar gezochte citroenschijfjes die dienst deden als verlovingsring. Waaruit geconcludeerd mag worden: liefde is een organische zaak.

Homo Componens Hymen – wo 4 apr. 2007

verliefd, verloofd, verloren

Onderstaande Sonnet schreef ik – in een spontane opwelling van inspiratie – ter gelegenheid van het huwelijk van Solveig en Tadde in hun gastenboek, gemaakt van echte boomblaadjes. Tegen hun expliciete wens in overigens wel op een linkerpagina, maar ik blijf nu eenmaal eigenwijs.

Ik plaats het omdat Solveig enorm boos op me is dat ik op 24 februari geen aandacht aan hun huwelijk heb besteedt op mijn blog (zie gisteren). En omdat ze de moeite heeft genomen het gedicht over te tikken. En omdat het best wel mooi is natuurlijk.

De stad, zij ademt, alle dagen,
Elke straathoek vloekt en zucht,
Elke laan is op de vlucht,
En elke blinde muur heeft vragen;

Daar waar mensen samenkomen,
Daar waar warmte lonkt en wacht,
Hier, waar samen wordt gebracht,
Hier, waar nachten lang van dromen;

Op deze bladeren van papier,
Op deze avond van plezier,
Op een gelukkig leven uit zal monden;

Dertien regels slechts, nogal summier,
Voor liefde, want die toont zich hier,
Waar twee mensen zich hebben gevonden.

Homo Posterus – di 3 apr. 2007

foto: Cor Viveen-BN/DeStem

Er zijn drie manieren om Solveig tegen te komen. Tijdens een raadsvergadering, tijdens een feestje of als er weer eens iets mis is met de trein. Vanochtend was er iets mis met de trein. Geen feestje dus.

Het was opvallend druk in de stationshal voor de tijd van de ochtend. Dat is meestal geen goed teken en dat bleek inderdaad zo te zijn. Treinverkeer tussen Tilburg en Breda bleek onmogelijk vanwege een verkeerd aangesloten glasvezelkabel.

Ik twijfelde even of ik de stoptrein naar Dordrecht en Rotterdam van tien voor half zeven zou nemen, maar deed dat niet, omdat de eerstvolgende volgens het informatiebord wel gewoon zou rijden. Informatie die werd gerectificeerd toen de stoptrein net vertrokken was.

Dat was ongeveer het moment waarop ik Solveig tegenkwam. En hoewel zij vrolijk op de eerstvolgende intercity naar Den Haag van 7.09u wilde wachten, die volgens het informatiebord ècht zou komen, wist ik haar over te halen geen verder risico te lopen. Dat laatste bleek de verstandige keuze. In de trein hoorden we dankzij berichten om ons heen steeds duidelijker hoe er zich tussen Tilburg en Breda een ware spoorwegramp begon af te tekenen.

We spraken wat over de lokale politiek en over haar kersverse huwelijk. Solveig liet me weten teleurgesteld te zijn over het feit dat ik niets over haar huwelijksfeest (24 febr) had geschreven op mijn blog. Ik antwoordde haar dat ik nu eenmaal niets leuks over huwelijken weet te schrijven. Ik wist het goed gemaakt. Ze moest het Sonnet dat ik in hun gastenboek had geschreven maar eens overtikken en mailen. Dan zou kan ik dat nog wel eens publiceren.

Om tien voor negen kwam ik aan op mijn werk. Anderhalf uur later dan normaal en nu al moe.

Herinnering – ma 2 febr. 2004

In de kroeg kwam ik iemand tegen die zich een gedicht van mij kon herinneren van zo’n tien jaar geleden. Ik had dat toen eens op een huwelijksfeest geschreven, waarbij ik officiëel niet uitgenodigd was. Ik kende slechts de drummer van de band en destijds (ik was toen 17) was een avondje gratis zuipen een reden om mee te gaan. Mijn tegenprestatie voor de drank was een ter plekke geschreven gedicht.

Mariëtte en Robert zijn inmiddels al weer uit elkaar, hoorde ik vanavond. Maar of ik toch zo goed wilde zijn het gedicht nog eens te e-mailen. Ik heb het dus maar overgetikt van een morsig velletje dat ik ergens in mijn archiefkast nog gevonden heb. En aangezien het huwelijk inmiddels ook al weer voorbij is, kan ik het nu net zo goed ècht openbaar maken.

Bomen, weg naar vrede, liefde.
Zal het ooit nog waarheid zijn?
Twee maanden nog tot het gewicht
Van pure liefde, toch zo tastbaar.

Vriendschap van een jaar geleden,
Zal nu duren tot oneindig.
Liefde komt nooit in de krant
Slechts in het donker mogen groeien,
bloemen voor de eeuwigheid.

In dat zwarte kunnen schijnen
Liefde voor samen, eeuwig kwijt.
In de tuin van stilte
toch muziek
Stilletjes in de verte
Maar zo duidelijk in het hart

Selçuk Akinci
vr. 22 sept 1995, 22.44 uur