Homo Cantans – wo 20 aug. 2008

Koor Tegen de Wind Mee

Een jaar of zeven. Zo lang heb ik volgens mij op het koor gezeten. Gisteren heb ik afscheid genomen. Of liever, een time-out. Het koor houdt niet van afscheid.

Het koor Tegen de Wind Mee was in 1967 opgericht als het Bredaas Socialisties Koor, aanvankelijk als gelegenheidskoor voor de één mei viering. Maar de jonge idealisten van toen vonden het eigenlijk wel een goed idee om bij elkaar te blijven om zo in woord en gezang de socialistiese revolutie dichterbij te brengen.

Nu zijn dertig jaar na dato de revolutionaire wensdromen er wel vanaf. Maar de idealen, tegen onrecht, uitbuiting en onderdrukking en voor vrede en voor het milieu zijn nog onverminderd actueel. Een aantal strijdliederen van het eerste uur worden zelden of nooit meer gezongen, anderen, waardonder liederen van Eisler en Brecht, zijn altijd gebleven.

Eén van mijn persoonlijke favorieten is het Nkosi Sikelele, het strijdlied van het ANC en, na de afschaffing van de apartheid het volkslied van Zuid Afrika. Het Zuid-Afrika-repertoire heeft altijd een belangrije plek gehad op de liederenlijst en wordt, ruim tien jaar na het einde van de Apartheid nog steeds vol overgave gezongen.

Nog één keer zong ik in mijn beste Turks de solo van het anti-autoritaire Merhaba. Maar als afsluiter verkoos ik toch vooral het Nkosi. Voor Azania.

Homo Desponsans – za 2 juni 2007

Tegen de Wind Mee

Vanwege het heuglijke feit dat het voorheen socialisties koor Tegen de Wind Mee dit jaar zijn dertigste verjaardag viert, werd het traditionele koorweekeinde dit maal niet opnieuw in Wuustwezel, maar in de Belgische Ardennen gevierd. Koor en aanhang trok er carpoolend heen.

Het zal niet alleen aan ons gelegen hebben dat de doorgaans filevrije Vlaamse wegen deze vrijdagnamiddag verstopt zaten. Desondanks zal de stilvallende voiture van Josje daar een bijdrage aan geleverd hebben. Het was dan ook pas na zevenen dat we compleet genoeg op de plaats van bestemming waren, dat er met pan naar het plaatselijke frietkot liepen om het hele gezelschap van frieten te voorzien. Echter niet voordat het ganse koor bij aankomst van Josje speciaal voor haar uit volle borst het file-lied hebben gezongen.

Bizar waren onze buren in het huis naast ons, een groep Christelijke jongeren uit Aalsmeer die in hun gedrag soms meer weg hadden van een groep baldadige, maar verder vrij ongevaarlijke hangjongeren met een redelijke voorraad bier. En heuglijk was het feit dat er op de vrijdagnacht in het koor plotseling nog een verloving plaats had.

En laat ik eerlijk bekennen, ik ben daar deels verantwoordelijk voor. Het begon namelijk allemaal met de onschuldige opmerking dat ik, als raadslid, beëdigd kan worden als Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand. En toen ik op mijn knieën aan beide dames vroeg of ik hen mocht trouwen, en het antwoord twee maal ‘ja’ was, werd de verloving bezegeld met twee inderhaast bij elkaar gezochte citroenschijfjes die dienst deden als verlovingsring. Waaruit geconcludeerd mag worden: liefde is een organische zaak.

Homo Perscribens – wo 13 dec. 2006

We bestaan echt al dertig jaar!

Het koor bestaat 30 jaar. Reden om wat liedjes uit ‘de ouden doosch’ opnieuw op plaat te zetten. Ik haalde de digitale opnameapparatuur maar weer van stal.

Eerlijk gezegd, ons koor laat zich maar moeilijk opnemen. Allereerst verschilt de zangkwaliteit van week op week altijd dermate veel dat je nooit precies kunt voorspellen of de samenzang deze keer loepzuiver, of tenenkrommend vals zal worden. En onzuiverheden die bij een optreden nog wel voor lief genomen worden, zijn op band een stuk storender.

Daarnaast is ons koor eigenlijk veel te gezellig om op te nemen. De helft van onze repetitietijd gaat doorgaans op aan zinloos gebabbel. Dat soms tot ergernis van de dirigente, die op zijn minst nog de ambitie heeft ons ooit beter te laten zijn dan het Bredaas mannenkoor. Dit alles heb ik nu ook digitaal en in stereo heb kunnen vastleggen.

Wellicht is historisch gezien dat gebrabbel tussen de liedjes door nog wel het meest interessant.

Heilig Hartkerk (6) – do 5 jan. 2006

Wie dacht dat de week na nieuwjaar zou bestaan uit een beetje wezenloos voor je uit staren en relaxen, had het mis. 2006 is nog maar net uit en de heksenketel begint alweer. Of nee, eigenlijk was ‘ie nooit helemaal opgehouden. Er was al weer een raadsvergadering.

Oké, we waren er zelf debet aan als GroenLinks. Samen met de rest van de oppositie hadden we immers een spoeddebat aangevraagd over de Heilig Hartkerk (zie logs wo 21 dec 2005, do 22 dec. 2005-1, do 22 dec. 2005-2, vr 23 dec. 2005 en za 24 dec. 2005). Het woord spoed is in deze betrekkelijk, aangezien er tussen de ontruiming en het debat ruim twee weken zat, maar goed.

Voor wie het niet helemaal heeft bijgehouden: op 21 december werd de al achttien jaar gekraakte Heilig Hartkerk tijdelijk ontruimd vanwege een eerder geconstateerde, acuut brandgevaarlijke situatie. En ja, ook de bewoners zelf geven toe dat de kerk er wel eens beter opgeruimd had uitgezien. Wat de bewoners alleen nogal tegen de borst stuitte was dat de controle negen dagen eerder al had plaatsgevonden en dat in de tussentijd niemand had laten weten dat de situatie zo gevaarlijk was. Op woensdagochtend kregen ze zonder waarschuwing een bevel de kerk te verlaten, met nauwelijks tijd om hun persoonlijke bezittingen veilig te stellen. Vanaf dat moment ging bouw- en woningtoezicht aan de slag om alle brandgevaarlijke spullen te verwijderen. Aanvankelijk was beloofd dat die allemaal zouden worden opgeslagen, maar daar bleek later niets van terecht gekomen te zijn. En met die hele opruimingsoperatie zijn de bewoners tal van spullen, eigendommen en huisraad kwijtgeraakt. Die waren, zo heb ik zelf op die dag ter plaatse kunnen constateren, allemaal in de kraakwagen verdwenen.

Daar ging de raadsvergadering dus over. Het verwijt van GroenLinks kwam er kort gezegd op neer dat de operatie veel te onzorgvuldig was verlopen, waardoor vele spullen en kunstwerken zijn verdwenen. Nooit is er enig overleg gevoerd met de bewoners, terwijl daar voldoende tijd voor was en er met de bewoners van de kerk prima viel te overleggen.

Het college gaf echter geen duimbreed toe. Geen excuus voor de verloren spullen kon er vanaf. De bewoners konden via de normale weg een schadeclaim indienden, zo vertelde burgemeester Van der Velden zuinigjes. Alhoewel het hem was aan te zien dat hij duidelijk met de zaak in zijn maag zat. Jammer dat politici nooit groot genoeg zijn om soms gewoon toe te geven dat iets anders is gelopen dan je had gehoopt en dat dat niet de bedoeling was.

En bij VVD-wethouder Van Blerck konden de bewoners al helemaal niet op enige sympathie rekenen. Ofwel interesseert het haar geen zak, ofwel wil ze zichzelf het imago van ‘de vrouw van staal’ aanmeten. Emotieloos verkondigde Van Blerck dat zij niet van de krakersromantiek is.

Wie het nog het allerbondst maakte was VVD-raadslid Frank van Overveld. In een opgewonden standje, het zal wel verkiezingskoorts geweest zijn, slaakte zij de meest rechtse taal uit, die zelfs de leden van zijn eigen fractie de wenkbrauwen deed fronsen. Over de onzorgvuldige operatie sprak hij geen woord; des te meer over dat de leefwijze van de bewoners van de Heilig Hartkerk niet in zijn wereldbeeld paste. Een weinig liberale houding: de VVD was, vanuit hun liberale idealen, toch altijd zo tolerant naar andersdenkenden?

Uiteindelijk kwam er weinig concreets uit de vergadering. Een moties van GroenLinks, mede ondertekend door SP, D’66 en Leefbaar, waarin de gang van zaken werd afgekeurd haalde het niet. Datzelfde gold ook voor een motie waarin om een coulante vergoeding van de door de bewoners geleden schade werd gevraagd. Een motie van GroenLinks waarin we het college opdroegen de eigenaar van het pand aan te sporen de meest noodzakelijke reparaties aan het pand, voornamelijk het dak en de toren, nu eens ter hand te nemen, werd ook afgewezen door een meerderheid van de raad. En dat is vreemd, aangezien zelfs het CDA eerder al eens had gezegd dat het pand maar eens moest worden opgeknapt. En zo werd maar weer eens pijnlijk duidelijk dat die partij de daad, als het erop aankomt, niet bij het woord voegt.

Saillant detail: samen met koorlid Nandl had ik eerder die week een tekst geschreven over de hele zaak rond de Heilig Hartkerk. Dat protestlied hebben we met het koor Tegen de Wind Mee voorafgaande aan de vergadering gezongen. Wie het wil beluisteren kan dat hieronder.

Nieuwjaarszang – wo 5 jan. 2005

Was de avond ervoor gereserveerd voor de eerste algemene ledenvergadering van GroenLinks Breda (dit simpelweg omdat het in afdelingsverband bespreken van de congresstukken vanwege de deadline geen verder uitstel meer duldde), waar in aanwezigheid van landelijk voorzitter Herman Meijer onder meer de migratievisie van GroenLinks besproken werd, op woensdag werd ik verrast door een andersoortig telefoontje dat te maken had met GroenLinks.

Of ik erover wilde nadenken mezelf kandidaat te stellen voor het partijbestuur. Het telefoontje overviel me en de eerste cynische gedachte die me te binnen schoot is dat ik waarschijnlijk op een lijst stond van allochtonen die het binnen de partij nog niet verbruid hadden. Voordat deze opmerking echter verkeerd begrepen wordt: zo’n lijst bestaat er binnen GroenLinks niet. Overigens werd ook meegedeeld dat, als ik het in overweging zou willen nemen, ze al meteen een afspraak voor de week erop wilden plannen. En zo geschiedde.