De langste dag van het jaar. Letterlijk, maar vooral figuurlijk. De dag dat het Bredase equivalent van de Algemene Beschouwingen plaats vindt. Inspiratieloos klapte ik op het fractiekantoor mijn laptop open.
In de marathon-vergadering van vandaag wordt de Kadernota behandeld, één van de belangrijkste documenten van het Bredase politieke jaar. Hierin wordt in grote lijnen weergegeven hoe in het volgend jaar de financiën verleed worden. Als ik dit soort dingen moet voorbereiden, werk ik graag op het fractiekantoor in het Stadhuis. Daar heb ik alle archiefstukken bij de hand. Maar wellicht nog belangrijker, het is midden in het centrum van Breda en als ik de bodes lief aankijk, mag ik zelfs hun koffie jatten zodat ik niet zelf een hele pot hoef te zetten.
Inspiratieloos keek ik naar het lege WordPerfect-scherm op de laptop. Ik wist wat ik wilde vertellen, maar de rode draad schoot me niet te binnen. Het liefst houdt ik een mooi verhaal, dat alles aan elkaar verbindt. Algemene Beschouwingen moeten meer zijn dan het opnoemen van een wensenlijstje. Algemene Beschouwingen moeten context hebben.
Ik klapte mijn scherm binnen en begon aan een wandeling door het Stadshart. Langs de Kerk, langs de eeuwenoude straten, vol met moderne mensen. Ik sprak enkele bekenden aan, die ik tegenkwam onderweg naar de Haven, waar ik met vriend Marcel van café Dok19 een kop koffie dronk. Even een babbeltje, voordat ik weer terug naar het stadhuis zou lopen.
Het bleek voldoende inspiratie opgeleverd te hebben. Om drie uur begon ik te typen. Ondertussen kwamen enkele fractievoorzitters van andere partijen langs om nog één en ander kort te sluiten. Om exact één minuut voor vier was mijn verhaal klaar en rolde de velletjes uit de printer. Zestig seconden later liep ik met mijn dossiers onder de arm de raadszaal binnen. Een oude journalistieke onhebbelijkheid: je bent pas klaar als de deadline valt.
Voor diegenen die het echt willen lezen, heb ik het maar toegevoegd.
Zo maar een vergezicht. Het is 2050 en Tobias de Ridder loopt met zijn Schotse collie uit het dierenasiel door Breda. Het is een mooie, zonnige dag en hij kijkt om zich heen. Hij ademt de lucht van de stad. Een open, zinderende stad. Een stad die prikkelt. Een stad die dynamisch is. Een stad met aangrenzende dorpen, elk met hun eigen dynamiek. Een gemeente met veel open ruimte, waarin mensen recreëren, genieten.
Een stad waarin de mensen gekenmerkt worden door een open houding. Waarin niet de kleur van de huid belangrijk is, of het aantal paspoorten dat iemand heeft. Waar mensen met een handicap geen drempels op hun weg vinden. Een stad waarin de inwoners kruisverbanden met elkaar aangaan. Een stad van ontmoeting, ontplooiing en creatieve initiatieven. Een stad die over de eigen grenzen heen kijkt: regionale samenwerking, mondiale samenwerking op het gebied van economie, maar ook op de terreinen sociaal en duurzaamheid.
Ik bedacht me dit toen ik vanochtend door de stad liep en de discussies van de laatste maanden nog eens de revue liet passeren. En, aangekomen bij de Haven, rees plots de vraag ‘Waarom wachten tot 2050?’
Het zou mooi zijn als we na de fysieke investeringen in de Haven nu ook in het sociale deel van het project gaan investeren. Kunnen we niet een deel van het extra evenementenbudget inzetten om rondom de haven een paar jaarlijks terugkerende evenementen te realiseren.
Tijdens de pré-kadernota behandeling ging GroenLinks in op drie thema’s: duurzaamheid, sociaal beleid en jeugdcultuur.
Extra geld voor duurzaamheid. We vinden dat terug in deze kadernota met een extra investering van 625.000 euro in zaken als het verbeteren van de kwaliteit van bodem- en oppervlaktewater, milieuhandhaving en maatregelen tegen de klimaatverandering, namelijk een jaarlijkse extra investering voor duurzame energie.
Aan de wethouder de vraag of hij de doelstellingen van Breda ambitieuzer wil formuleren. Het milieuprogramma schrijft dat we in 2015 een eind op weg zijn om energieneutraal te worden. Hoeveel is ‘een eind op weg’? Van de wethouder hoor ik graag of hij zich hard wil maken een daadwerkelijk energieneutrale stad in 2020?
Ook de wens voor en extra impuls voor het sociale beleid is in deze kadernota terug te vinden. Het armoedebeleid wordt opgerekt, zodat ook mensen met een baan net boven het minimum inkomen, die nu nauwelijks rond kunnen komen, kunnen rekenen op de steun van de gemeente. Dat is zeker belangrijk voor gezinnen. Daarnaast is de ambitie om meer te doen op het terrein van mondiale samenwerking, vertaalt naar geld. Breda verhoogt het budget naar 1 euro per inwoner. Een lang gekoesterde wens van GroenLinks.
Ook onze opmerking over jeugdcultuur is gehonoreerd. 25.000 euro extra voor De Stilte, waardoor deze organisatie niet meer constant op de tenen hoeft te lopen. Daarmee loopt de gemeente vooruit op de nota van de Raad voor Cultuur, die jeugddans als een prioriteit heeft opgenomen. Indien de minister van Cultuur Plassterk dit advies overneemt, zou dat betekenen dat we een landelijk erkent dansgezelschap in huis hebben, dat naast lokale gelden ook rijksgelden ontvangt. Dat is iets waar we trots op mogen zijn, maar daarvoor zal in de richting van Den Haag nog wel gelobbyd moeten worden.
Wat betreft het dierenasiel heeft de wethouder eerder toegezegd te kijken naar de mogelijkheid om met hen een overeenkomst van overdracht en bewaarneming af te sluiten. Is de wethouder bereid deze overeenkomst te ondertekenen, zodat het dierenasiel niet afhankelijk is van subsidie, maar dat het op een zakelijke wijze betaalt krijgt voor de wettelijke taak die het verricht?
Terug naar 2050: Tobias de Ridder pakt zijn fiets, die niet is weggehaald omdat er in de stad voldoende fietsklemmen staan, en fietst naar de randen van de stad. Hij fietst naar de Haagse Beemden. Onderweg komt hij langs voetbalvereniging Boeimeer, die een al jaren een belangrijke positie in de wijk heeft en veel doet voor de jeugd, tegen die tijd de vierde generatie die opgroeit in deze wijk. Daarna fietst hij door naar de landgoederenzone, waar Staatsbosbeheer een prachtig stuk natuur heeft behouden en ontwikkeld en waar mensen genieten van de open ruimte.
Tobias fietst zuidwaarts, langs het Liesbos, De Rith, het Mastbos, het Ulvenhoutse bos en komt aan bij de Bavelse Berg, waar het Groen-Blauwe raamwerk er prachtig bij ligt. Hij fietst naar de landschappelijke driehoek, die met gemeentelijke gelden en behulp van co-financiering is ontwikkeld en gaat verder naar Teteringen. Daar opnieuw natuur: een verbindingszone, de Flessenhals Oosterhout Teteringen.
Maar hoe staat het daar vandaag mee? Ambities en plannen genoeg. Breda heeft zich gecommitteerd aan al deze ontwikkelingen. Financiering voor al die plannen is nog lang niet altijd rond. Soms wachten we op partners, soms moeten we zelf nog geld reserveren. Bijvoorbeeld voor de verbindingszone Teteringen Noord. Al sinds 1998 wordt hierover gepraat. Binnenkort komt de gemeente Oosterhout met een actieplan. Daarna zullen Oosterhout en Breda, eventueel met maatschappelijke partners, een uitvoeringsplan moeten maken. Dat mag wat ons betreft niet te lang meer wachten. Oosterhout heeft hier al geld voor gereserveerd, maar aangezien het een gezamenlijk project betreft, die mede voortvloeit uit de bouwactiviteiten in Teteringen, willen de wethouder RO vragen om hier al vast rekening mee te houden in zijn begroting voor 2008.
Voorzitter, ik liep een rondje langs de haven, keek naar de visafslag en het Klapcot, dat, ingepakt vanwege de restauratie, een lichte gelijkenis vertoonde met een kunstwerk van Christo. Christo pakt de omgeving in, om zo mensen met andere ogen naar de werkelijkheid om zich heen te laten kijken. Mijn Tobias de Ridder bestaat nog niet, maar wellicht loopt hij over vijftig jaar door Breda. In een andere werkelijkheid dan de onze. Aan ons de taak om dat een mooie werkelijkheid te laten zijn. Dat begint bij ambitie, en bij het waarmaken van keuzes.