Aan alles komt een einde. Zo ook aan bestuursperiodes. Voor de laatste keer behandelde de Bredase raad in deze samenstelling de Kadernota.
De Kadernota is het document waarin de belangrijke beleidsvoornemens en financiële consequenties voor het komende begrotingsjaar, 2010 dus, staan weergegeven.
Om twee redenen is het een bijzondere nota. Allereerst vanwege het feit dat de nota gaat over 2010, het jaar dat een andere gemeenteraad en mogelijk ook een ander college aan het roer van de gemeente staan. Het is dan ook gebruikelijk om dan een beleidsarme Kadernota te presenteren. Dat betekent weinig nieuwe beleidsvoornemens.
De tweede reden waarom de nota bijzonder is, is vanwege de financiële gevolgen van de kredietcrisis, die vanaf 2010 ook voor de gemeente fors voelbaar worden. In de uitkering uit het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, wordt door het rijk flink geknepen. Dat kan niet zonder gevolgen blijven. Voor Breda wordt de oplossing in eerste instantie gezocht in het afslanken van het gemeentelijk apparaat en het bevriezen van budgetten.
Hoe dit laatste precies uitgewerkt moet gaan worden is nog onduidelijk. Breda zit weliswaar zeer ruim in z’n ambtenaren, maar ook daar zit er een grens aan wat je kunt wegbezuinigen. Daarnaast, de laatste keer dat Breda fors heeft gesneden in het aantal ambtenaren met een wel zeer riante regeling voor vertrekkende 57-plussers, heeft deze hele operatie meer geld gekost dan dat ie opleverde. En tot overmaat van ramp heeft het uiteindelijk ook nog eens niet geleid tot de gewenste vermindering van het aantal beschikbare vacatures.
Wat duidelijk is, is dat niet alleen 2010 beleidsarm is, dat zal de komende jaren wel zo blijven. Zo bezien zal de eerste slag in de vermindering van het ambtenarenapparaat vooral in die hoek gezocht moeten worden: minder beleidsambtenaren.
Van de politici vraagt dit ook een omslag in het denken. Het geeft straks geen pas om op allerlei terreinen te vragen om nieuw of aanvullend beleid. We moeten meer denken in uitvoering en projecten. Als voorbeeld: we hebben nu een nieuw cultuurbeleid waarmee we de komende tien jaar wel vooruit kunnen. Binnen cultuur moet dus vooral gedacht worden over verdeling van middelen en faciliteren van projecten die binnen die gestelde kaders vallen.
Het is wellicht jammer voor de mensen die zich graag verdrinken in visionaire vergezichten. Anderzijds, we hoeven echt niet elke vier jaar een nieuw vergezicht. Voorlopig dus even niet te veel nieuwe visies. Tenzij een politicus bereid is er in zijn of haar vrije tijd aan te gaan schrijven.
Dinsdag heerlijk naar de film geweest met Jaap. Als politicus, homo en grote fan van Gus van Sant moest ik de film Milk natuurlijk zien. Wederom een meesterwerkje.
Woensdag met Tie Schellekens de eerste voorbereidingen getroffen voor ‘De Beyerd draait door’, een televisietalkshow-in-de-kroeg die we ter gelegenheid van de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering één keertje gaan opvoeren.
De donderdag begon met een werkbezoek aan Corus, het vroegere Hoogovens. Aan mij was de nobele taak toebedeeld om het werkbezoek van Femke Halsema en Ineke van Gent op de camera vast te leggen.
Op de terugreis ging het mis. Een treinstoring bij Leiden blokkeerde elke mogelijkheid om terug naar het Zuiden af te reizen. En ik moest mijn bijdrage voor het pré-Kadernota-debat nog helemaal uitwerken. Daarvoor had ik, na een taxi-rit naar Den Haag en vervolgens de trein naar Breda, nog welgeteld een uur. Al met al nog net genoeg.
Vrijdag naar de verjaardag van David geweest. Een originele surprise-party in Amsterdam. Met de laatste nachtnettrein terug naar huis gereisd en in slaap gevallen waardoor ik pas in Eindhoven wakker werd en maar een taxi aanriep.
Het was weer dat moment van het jaar. In een zeven uur durende vergadering werd de Kadernota behandeld. Dat vraagt, nee, dat schreeuwt om algemene beschouwingen.
Voorzitter, collegae,
Zoals U weet is GroenLinks gezegend met een aantal kritische leden. Kritische leden met een heer sterk ontwikkeld gevoel voor wat er allemaal anders, beter moet in de wereld, in dit land en, jawel, ook in deze stad. Kritische leden met goede ideeën die allemaal morgen nog gerealiseerd moeten worden. En weet U? Ik ben het met ze eens. En we kunnen niet wachten op de dag dat GroenLinks met 20 zetels is vertegenwoordigd in dit huis. En tot die tijd zullen we genoegen moeten nemen met een iets trager tempo.
Voorzitter, wat maakt deze Kadernota een Kadernota met de handtekening van GroenLinks. Laat ik kort de punten met U doornemen.
Voor de groenprojecten in het buitengebied wordt anderhalf miljoen euro gereserveerd. Met die gelden kunnen een aantal belangrijke plannen voor natuurontwikkeling, waarvoor nog geen gelden beschikbaar waren, zoals de Flessenhals Teteringen-Oosterhout, De Rith en het groenblauwe raamwerk bij Bavel.
Voor nieuwe, innovatieve milieumaatregelen is een half miljoen euro extra beschikbaar. Dat geld is bedoeld voor de verbetering van de luchtkwaliteit en reductie van de uitstoot van broeikasgassen.
Er is een ton (euro) uitgetrokken voor een onderzoek naar de effecten van het doortrekken van de nieuwe mark tot een stromende rivier.
Voor het thema erfgoed is een extra bedrag van anderhalf miljoen euro beschikbaar. Met dat geld moet de onder andere de achterstand in de inventarisatie van monumenten worden ingehaald en kan het restauratiefonds worden aangevuld.
Voor investeringen in cultuur is een investeringsbedrag van 1,2 miljoen euro beschikbaar. Hiermee worden de markstudio’s gerealiseerd en wordt geïnvesteerd in kunst in de stad. Daarnaast wordt het jaarlijkse cultuurbudget verhoogd met 350.000 euro, voor culturele broedplaatsen in de stad en voor nieuwe initiatieven rond beeldcultuur, zoals het Graphic Design Festival, een filmfestival en Breda Photo. En alsof de stad al niet dynamisch genoeg is, is er ook nog een half miljoen extra voor evenementen in de stad, plus jaarlijks een bedrag van een ton.
Tegelijk, want daar staat GroenLinks ook voor, is er geld gereserveerd om het goede Bredase armoedebeleid voort te zetten, extra opbouwwerkers aan te stellen en te investeren in projecten in dorp en wijk.
Voorzitter,
Politiek gaat over grote bedragen, maar ook over kleine wensen. Ik kan me nog herinneren dat ik ooit tegen de bewoners van de binnenstad heb gezegd: jongens, ik wil niet met jullie over bloembakken praten. Die dingen moeten er gewoon komen. We hebben uit puur ongeduld – het kan ons immers niet snel genoeg gaan – vorige week zelf maar een tuintje aangelegd in de Oosterstraat. En het heeft even geduurd, maar ze komen er, de bloembakken. En dat geldt voor veel wensen uit de stad, de kinderboerderij Haagse Beemden, het opknappen van de speelvelden in de wijken, de wortelopdruk in de Haagse Beemden. Om er maar eens een paar te noemen.
Samenvattend zou je kunnen zeggen, GroenLinks – en dus de Bredase burger – komt er bepaald niet bekaaid vanaf. Maar ik had U in het begin al gewaarschuwd: het kan ons allemaal niet snel genoeg gerealiseerd worden.
Daarom wil ik het even over de uitvoering van een aantal zaken hebben.
Ik begin bij de fietsnota. Een prachtige nota. GroenLinks maakt zich echter nog enigszins zorgen over of al die plannen ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. We zouden graag zien dat daar in de uitwerking van deze Kadernota in de begroting meer inzicht in gegeven kan worden.
U kunt zich wellicht ook nog herinneren dat collega Scheltens over de fietsenstallingen heeft gezegd dat, indien voor de keuze gesteld, zijn dochters liever een extra bolletje ijs hebben dan dat ze hun fiets in de bewaakte fietsenstalling zetten. En we hebben een burgemeester die fietsen weghaalt wanneer ze in de weg staan. Laten we nu twee vliegen in één klap slaan -een uitdrukking die straks, als de partij voor de dieren in deze raad vertegenwoordigd is, overigens uit den boze is- : kunnen die fietsenstallingen niet gewoon gratis?
Erfgoed, en laat ik het nu eens niet over de Veemarktstraat 58a hebben, de Heilig Hartkerk. De stichting woonzorg heeft nu zo onderhand echt lang genoeg getreuzeld. En eigenlijk was het geduld bij ons jaren geleden al op en willen we nog dit jaar een plan hebben om die kerk te behouden. Een plan dat vervolgens ook uitgevoerd gaat worden. Wat ik wil van dit college: alle bestuurlijke kracht inzetten, het volle gewicht, om dit proces nog dit jaar vlot te trekken.
Het dierenasiel heeft haar plannen gereed en het college bekijkt nu die plannen en gaat daarna in onderhandeling met andere gemeenten die tot het verzorgingsgebied horen om de kosten te verdelen. Exacte kosten voor Breda zijn dus nog niet precies in beeld. Kan het college desondanks toezeggen dat straks, wanneer de kosten duidelijk zijn, ook daadwerkelijk geld beschikbaar is voor de uitvoering daarvan? En zien we dat straks, bij de begroting bijvoorbeeld, terug?
Voorzitter, collegae,
Een vriend van me vroeg laatst of ik de politiek onderhand niet beu was. En ik bedacht me dat een politieke functie een tijdelijk karakter heeft. Zelfs bij Jan Marijnissen. En een politieke functie is vermoeiend. Vreet energie. Maar dan komen die idealen weer boven. Die niet snel genoeg gerealiseerd kunnen worden. En die ik, realist als ik ook ben, liever morgen dan ergens in 2044 gerealiseerd wil hebben. Dus het liefst zou ik aan dit college willen vragen of ze ook eventjes de armoede in de wereld kunnen wegwerken, het klimaatprobleem willen oplossen en een concept-raadsbesluit voor permanente wereldvrede willen voorbereiden. Er is nog genoeg om voor te vechten en ik ben nog lang niet klaar. De idealisten van vandaag zijn de realisten van morgen. Ik ben er morgen ook nog.
Het fractievoorzittersoverleg stond geheel in het teken van verzoening. Nadat de oppositie bij de behandeling van de pré-Kadernota was weggelopen, was er enig missiewerk te verrichten.
En dus werd de ui tijdens het fractievoorzittersoverleg laag voor laag afgepeld. De pijn zat ‘m natuurlijk in het overleg dat de coalitiepartijen gehad hadden in het kader van de tussenbalans. Maar vooral in de in hun ogen onduidelijke rol die wethouder Marja Heerkens daar als lijsttrekker van de PvdA in had.
Een aantal keren peilde de burgemeester of de persoonlijke verhoudingen in de raad wellicht aangetast waren. Het werd door iedereen ontkend. En los van een paar mensen die elkaar misschien wat minder graag mogen, denk ik dat het ook allemaal best wel snor zit in deze raad. Nee, het ging echt over de coalitie die samen een deel van de poet had verdeeld en de manier waarop dat gebeurde.
Behalve dan voor de SP. Die had het na twee jaar eigenlijk helemaal gehad. Voor fractievoorzitter Vergroesen was dit slechts de druppel die de emmer deed overlopen. Helaas bleek hij, na diverse keren vragen, niet in staat uit te leggen waar de rest van de emmer dan mee gevuld was. Het zal wel een klein emmertje geweest zijn, dacht ik toen maar.
Hoe dan ook, we zijn eruit. Er komt een analyses: één over de gang van zaken rond de tussenbalans van de coalitie en een onderzoek naar de stand van het dualisme in Breda. Over de resultaten kan vervolgens naar hartelust gedebatteerd worden. Samen, met de oppositie.
De pré-kadernotabehandeling was het summum van dualisme, heette het in Breda. De gemeenteraad zet in die vergadring, zonder inmenging van het college, een eigen agenda neer voor het komende jaar. Zo dualistisch, dat moesten onze gasten uit Sint Maarten en Aruba zien. Ook daar wordt binnenkort namelijk het dualisme ingevoerd.
Helaas, ook voor hen, het was een tam en ronduit saai debat omdat de voltallige oppositieal vrij snel opstapte uit de vergadering. Ze vonden het onbehoorlijk dat de coalitiepartijen in hun aanvulling op het coalitieaccoord al een deel van de gelden hadden verdeeld.
Ik vond het nogal een zwaar middel. Sowieso houd ik er niet heel erg van om als volksvertegenwoordiger de vergadering te verlaten. De laatste keer dat GroenLinks dat deed, was in 2000, toen na een motie van het CDA de oppositie geheel buiten spel was gezet met het naar de raad halen van Artikel 19-procedures. Daar waren voortaan dertien handtekeningen voor nodig. De oppositie had toen acht zetels.
Als je al uit een vergadering wegloopt, doe je dat omdat je genegeerd wordt. De oppositie wordt niet genegeerd. Sterker nog, er was nog voldoende geld om ook wensen van de oppositie in te vullen. Maar daar lag misschien ook niet de werkelijke pijn.
Dat bleek vooral uit het wensenlijstje dat de oppositiepartijen vlak voor hun vertrek nog achterlieten. Dat kwam voor 80% overeen met de wensen van de coalitiepartijen, ware het niet dat cultuur en milieu er bij ons wat beter voor stonden. En waar moet je als oppositie dan nog oppositie tegen voeren?
Als er op de inhoud niet meer gedebatteerd hoeft te worden, dan kun je natuurlijk altijd nog opgewonden doen over de gevolgde procedure. Iets waar de eilanders vervolgens wel weer erg om konden lachen. Op het moment dat de oppositiepartijen boos wegliepen, werd vanaf de publieke tribune vrolijk geroepen: „het gaat hier precies zo als bij ons.”
Gisteren vond voor de tweede maal het pré-kadernotadebat plaats, waarin de fracties aangeven welke prioriteiten zij voor het komende jaar stellen. Hieronder mijn bijdrage.
Voorzitter,
Een jaar geleden, bij de pre-kadernota, legde ik drie accenten voor de toekomst van de stad, die ik kortheidshalve samenvat als duurzaam, sociaal en gericht op de toekomst.
Enkele maanden later, bij de behandeling van de Kadernota 2008, vertelde ik U het verhaal van Tobias de Ridder, die in 2050 door de stad fietst en wandelt. Rond de stad een prachtig aaneengesloten groen buitengebied, daar midden in: de stad, vol eigenzinnige, openhartige Bredanaars in een cultureel bruisende stad.
En bij de begroting vertelde ik U het verhaal van de treinreis naar nieuwe bestemmingen. En ik sloot af met de zin “We zien uitdagingen te over voor de tweede helft van de bestuursperiode, die ik graag oppak met de collegae”.
Vandaag is voor deze coalitie het begin van die tweede helft. Twee jaar geleden was er onderling vertrouwen, maar voelde het af en toe ook wat ongemakkelijk. Nu zeg ik vol overtuiging: deze coalitie is geen verstandshuwelijk. Het is veel meer. Het is een gesamptkunstwerk waarbij alle vier de partners duidelijk hun eigen inbreng hebben, maar het resultaat van ons allemaal is.
Voor de Kadernota 2008 legt GroenLinks een aantal expliciete wensen neer op de thema’s natuur en milieu, cultuur en erfgoed. De gemene deler van al die zaken is dat ze te maken hebben met de beleving van de stad en de dorpen, de vezels van Breda, ons DNA.
In het kader van de reconstructie heeft Breda nog grote opgaven liggen waarvoor financiering ontbreekt. Dat geldt allereerst voor De Rith en de Flessenhals Teteringen, maar ook voor andere verbindingszones, waaronder het groenblauwe Raamwerk bij Bavel. De financiering voor die projecten zouden wij graag terugzien in de Kadernota.
Op het gebied van het klimaat en de luchtkwaliteit maakt Breda stappen voorwaarts. Maar de problemen in de stad zijn ook bovenmatig groot. Met innovatieve maatregelen, zoals groene daken of de aanplant van boomsoorten die meer lucht zuiveren, kan weer een slag geslagen worden. Voor dit soort groene innovatie willen we graag een investeringsbedrag reserveren.
Breda moet werk maken van het verbeteren van de waterkwaliteit. Onderdeel daarvan is zorgen voor voldoende retentiecapaciteit en een goede doorstroming van het water van zuid naar noord. Het doortrekken van de Haven en de Nieuwe Rivier kan een bijdrage kan leveren aan deze problematiek. Oftewel: wat we investeren in de Nieuwe Mark, kunnen we op andere plekken juist besparen. GroenLinks zou graag een gedegen onderzoek willen zien waarin staat welke positieve effecten het doortrekken van de Nieuwe Mark heeft, wat we daar allemaal voor moeten doen en wat we vervolgens aan andere maatregelen kunnen besparen. Op basis van die informatie kan de raad straks besluiten om van de Nieuwe Mark een echt stromende rivier te maken.
Voorzitter,
Op het punt van Cultuur heeft deze stad vorig jaar een groots Cultuurdebat gehad. Voor het eerst ging de gemeente, ging de politiek de dialoog aan met de kunstenaars en de bewoners van deze stad. Het resultaat: hernieuwd vertouwen en een heldere visie. De kracht van Breda zit in de beeldcultuur en daarop moeten we verder bouwen. Dat moeten we dan wel kunnen: GroenLinks vraagt een investeringsbudget om die beeldcultuur op poten te kunnen zetten, onder andere voor de Markstudio’s. Maar we willen ook een structurele verhoging van het budget: voor het stimuleren van de broedplaatsen, het faciliteren van een filmfestival, kortom, voor allerlei initiatieven die passen in het concept van de beeldcultuur.
Tot slot het punt van Erfgoed, mevrouw Vossenaar heeft het al genoemd. De Heer Vos vroeg de vorige raadsvergadering nog wat dan het geeigende moment was om daar geld voor te vragen. Wel, mijnheer Vos, dit is dat moment. GroenLinks wil de achterstand in de inventarisatie inlopen, de beleidsadvieskaarten veilig stellen, en ruimte creëren voor de ongedekte ambities. Overigens, wethouder, denkt U dan ook meteen aan het behoud van Veemarktstraat 58? Heel graag.
Voorzitter, deze coalitie heeft nog andere ambities, als het gaat om participatie, jeugd en gezin en het onderwijs. Andere partners zullen daar in hun bijdrage ook nog op terugkomen. Eén wil ik er al wel vast noemen: dat gaat om het onderhoud van de stad. In de hoorzitting horen we veel problemen van bewoners van de stad die daar betrekking op hebben. We zouden graag zien dat deze in relatie tot de bestaande onderhoudsplanning worden bezien en meegenomen. Daarbij denk ik onder andere aan de speelveldenproblematiek zoals deze is aangekaart door de medewerkers van NAC, de boomwortelopdruk in de Haagse Beemden, de bloembakken in het centrum of de toekomstige financiering van de Fietsplannen. En ook voor het boek van de vogelwerkgroep of de kinderboerderij Haagse Beemden moet binnen de reguliere budgetten toch wel financiering te vinden zijn. De GroenLinks-fractie vraagt daar bij het college aandacht voor.
Voorzitter, ik rond af
De voorstellen die U straks van PvdA, CDA, Breda ‘97 en GroenLinks zult krijgen, zijn niet zonder visie. Ze gaan over de toekomst van Breda, over mensen, over zorg, over cultuur, over natuur en milieu. En wellicht zijn er nog meer voorstellen van anderen in deze raad die een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van onze stad. Het aandeel van GroenLinks in dat totaalpakket is volgens mij onmiskenbaar. Wie dat niet wil zien, is ziende blind.
De langste dag van het jaar. Letterlijk, maar vooral figuurlijk. De dag dat het Bredase equivalent van de Algemene Beschouwingen plaats vindt. Inspiratieloos klapte ik op het fractiekantoor mijn laptop open.
In de marathon-vergadering van vandaag wordt de Kadernota behandeld, één van de belangrijkste documenten van het Bredase politieke jaar. Hierin wordt in grote lijnen weergegeven hoe in het volgend jaar de financiën verleed worden. Als ik dit soort dingen moet voorbereiden, werk ik graag op het fractiekantoor in het Stadhuis. Daar heb ik alle archiefstukken bij de hand. Maar wellicht nog belangrijker, het is midden in het centrum van Breda en als ik de bodes lief aankijk, mag ik zelfs hun koffie jatten zodat ik niet zelf een hele pot hoef te zetten.
Inspiratieloos keek ik naar het lege WordPerfect-scherm op de laptop. Ik wist wat ik wilde vertellen, maar de rode draad schoot me niet te binnen. Het liefst houdt ik een mooi verhaal, dat alles aan elkaar verbindt. Algemene Beschouwingen moeten meer zijn dan het opnoemen van een wensenlijstje. Algemene Beschouwingen moeten context hebben.
Ik klapte mijn scherm binnen en begon aan een wandeling door het Stadshart. Langs de Kerk, langs de eeuwenoude straten, vol met moderne mensen. Ik sprak enkele bekenden aan, die ik tegenkwam onderweg naar de Haven, waar ik met vriend Marcel van café Dok19 een kop koffie dronk. Even een babbeltje, voordat ik weer terug naar het stadhuis zou lopen.
Het bleek voldoende inspiratie opgeleverd te hebben. Om drie uur begon ik te typen. Ondertussen kwamen enkele fractievoorzitters van andere partijen langs om nog één en ander kort te sluiten. Om exact één minuut voor vier was mijn verhaal klaar en rolde de velletjes uit de printer. Zestig seconden later liep ik met mijn dossiers onder de arm de raadszaal binnen. Een oude journalistieke onhebbelijkheid: je bent pas klaar als de deadline valt.
De pré-kadernotavergadering was een verdeeld succes. Sommige fracties kwamen met wensenlijstjes, anderen, waaronder ik namens GroenLinks, hadden juist een meer thematische aanpak.
Het was voor het eerst dat de gemeenteraad van Breda gaat praten over de hoofdlijnen van de kadernota voor het komende jaar, nog voordat het college ook maar een eerste letter op papier heeft gezet. Maar wie het heeft over hoofdlijnen van beleid, moet je geen wensenlijstjes gaan indienen met een paar duizend euro hier en een half tonnetje daar. Hoofdlijnen gaan niet over geld, maar over prioriteiten.
Dat is misschien teleurstellend voor voornamelijk de dorps- en wijkraden, die een maand eerder in een vier uur durende hoorzitting al hun wensen en ongenoegens op tafel legden. Inderdaad, zij hoorden niets van hun eisenpakket terug in mijn bijdrage. Maar op dat detailniveau wilde ik het debat dan ook simpelweg niet voeren.
Er is in Breda heel wat aan te merken op de manier waarop dorps- en wijkraden behandeld worden. De politiek is enerzijds ontzettend bang voor ze en proberen hooguit op de meest poeslieve toon wel eens duidelijk te maken dat voor bepaalde wensen geen geld is. Anderzijds zijn vrijwel alle raadsleden het met elkaar eens dat de dorps- en wijkraden lang niet alle Bredanaars vertegenwoordigen en zeker ook niet alle problemen verwoorden.
Wie zich in het beginstadium van het debat al laat leiden door de wensenlijstjes van de dorps- en wijkraden en de beperkte spreektijd gebruikt om op detailniveau het beheer en de inrichting van de openbare ruimte, is niet bezig met het formuleren met uitgangspunten voor beleid, maar met uitvoeringskwesties. Ik ben er van overtuigd dat de Kadernotabehandeling daar in eerste instantie niet voor bedoeld is.
Een novum in de Bredase politiek: de pré-kadernotabehandeling. Vroeger kon de raad alleen maar reageren op de kadernota, die op het moment van de behandeling al vrijwel helemaal was dichtgetimmerd door ht college. In de pré-kadernotabehandeling geeft de raad het college van Burgemeester en Wethouders de kaders mee waarbinnen de Kadernota moet worden opgesteld. Hieronder mijn bijdrage.
De bespreking van de kadernota is in Breda vaak een postzegelbespreking geweest, waarbij hier of daar nog een klein bedrag wordt binnengehaald voor een bepaalde buurt of wijk. Een jaarlijkse dans waarbij na een uren durende vergadering duidelijk werd welke stoeptegel er het komende jaar recht gelegd zou worden.
Klimaat
De Pré-kadernota is een wat andere vergadering. Zij vraagt, on onze ogen, om een wat meer thematisch verhaal, waarbij het college onderwerpen meekrijgt die de raad nader uitgewerkt wil zien. Waar de raad accenten verwacht in de Kadernota. Verwacht dus van mij hier op dit moment geen verhaal op de vierkante millimeter. Daar is deze vergadering niet voor bedoeld.
De klimaatverandering staat internationaal eindelijk weer hoog op de agenda. Dat gevoel van urgentie wordt gevoed door alarmerende rapporten in opdracht van de VN, waarin geconcludeerd wordt dat het niet meer zozeer de vraag is of het klimaat veranderd, maar hoe ernstig die veranderingen zullen zijn. Dat die klimaatverandering aan de mens is toe te schrijven, wordt door de wetenschap ook nauwelijks meer in twijfel getrokken.
De gevolgen van de klimaatcrisis zijn niet eenzijdig af te wentelen op de landelijke overheid of de internationale gemeenschap. Ook op gemeentelijk niveau moet een krachtige extra inspanning geleverd worden om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Door energiezuinig te bouwen. Door nieuwe wijken zo in te richten dat ze qua energieverbruik nagenoeg zelfvoorzienend zijn. Er is in Breda een streven om te komen tot een energie-neutrale of klimaat-neutrale stad. Willen we dat doel halen, dan is het noodzakelijk om daar een helder beleid op te voeren en hiervoor ook voldoende middelen voor te reserveren.
Qua luchtkwaliteit, maar ook de kwaliteit van bodem en oppervlaktewater wordt Breda geconfronteerd met nieuwe, strengere Europese regels. Willen we aan onze verplichtingen voldoen, zal ook daar extra geld voor beschikbaar gesteld moeten worden.
Wat GroenLinks betreft wordt dit thema van duurzaamheid, naast de bestaande thema’s uit het programacoord leidend in de kadernota 2008. Daarbij gaat het om meer dan alleen maar geld. Het gaat evenzeer om toekomstgericht denken op alle beleidsvelden.
Solidariteit
Dit college heeft zich een jaar geleden duidelijk uitgesproken voor een sociale en solidaire stad. Dat betekende in eerste instantie voortzetting van het armoedebeleid. Zonder daar iets aan af te doen, weten we dat er desondanks groepen zijn die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat vraagt vooral creativiteit van het college. Het voorstel van de PvdA om het armoedebeleid op te rekken en daarmee de problematiek van de armoedeval te dempen, wordt door ons van harte ondersteund.
Ook op mondiaal vlak heeft deze coalitie verdergaande ambities getoond. Allereerst door met elkaar af te spreken dat de middelen in deze periode konden worden opgehoogd tot 1 euro per inwoner. Afgelopen maand heeft de commissie bestuur die ambitie nog eens herhaald. Breda gaat werk maken van mondiale samenwerking. Nu er een beroep gedaan gaat worden op die extra middelen, is het van belang dat deze in de kadernota 2008 ook als zodanig gereserveerd worden.
Jeugd / cultuur
Een opmerking wil ik nog maken over het cultuurbeleid in de stad. De stedelijke discussie staat in de startblokken en GroenLinks is benieuwd naar de uitkomsten. In de culturele sector zijn de voornaamste knelpunten eindelijk opgelost. Maar er blijven pijnpunten die binnen de huidige geldstromen moeilijk zijn op te lossen. Dat geldt met name ook op het gebied van jeugd- en jongerencultuur. Hier moet in geïnvesteerd worden.
Extra aandacht verdient op dat punt Danstheater De Stilte. Dat zij kwaliteit leveren staat buiten kijf en dat dat een zware wissel trekt op een eigenlijk te beperkt aantal medewerkers is ook bekend. In het net verschenen rapport van de raad van cultuur wordt dat onderkend. De raad pleit voor extra middelen voor de jeugddans. Het is aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid van politiek, bestuur en De Stilte zelf om er zorg voor te dragen dat De Stilte kan meedelen in de ruif en dat hoe dan ook de professionalisering van De Stilte niet tot stilstand komt door gebrekkige financiële middelen.
De behandeling van de kadernota wordt in Breda altijd voorafgegaan door een hoorzitting. Maatschappelijke organisaties, wijk- en dorpsraden krijgen dan tien minuten de tijd om hun wensen en ongenoegens kenbaar te maken.
De kadernota is het document waarin in hoofdlijnen wordt aangegeven hoe in het komend jaar de financiën verdeeld zullen worden. Wie ergens nieuw geld voor wil hebben, moet dus bij de hoorzitting komen inspreken. Dat stelt de politiek voor een dilemma: er zijn altijd aanmerkelijk meer wensen dan dat er geld beschikbaar is.
Vanwege de overweldigende belangstelling was de aanvangstijd van 15.00 uur met een uur vervroegd. Daar had ik helaas geen rekening mee gehouden, en kwam dus pas om drie uur binnen. Maar aangezien er een schriftelijk verslag volgt en de hele zitting ook nog herhaald wordt op de lokale televisie, kan ik dat wat ik gemist heb, nog makkelijk terugzien.
De setting van de hoorzitting is een nogal formele. Een carré-opstelling, waarbij burgemeester en griffier aan het hoofd zitten en aan weerszijden de raadsleden. Aan de overzijde mogen dan telkens de vertegenwoordigers van de organisaties plaatsnemen om hun verhaal te doen. De raadsleden hebben de gelegenheid om enkele korte aanvullende vragen te stellen aan de insprekers, maar meer ook niet. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat zowel insprekers als raadsleden het een vreselijk saaie bijeenkomst vinden. Een kijkcijferkanon heeft de lokale omroep hier in ieder geval niet mee in handen.
Mijn late aankomst had één voordeel. Ik kon tussen de burgers gaan zitten. Ik houd namelijk helemaal niet van die formele gang van zaken. Wat mij betreft gaan we het volgend jaar dan ook anders doen. Geen plenaire bijeenkomst meer, maar een soort speeddate-bijeenkomst met raadsleden. Interactief met elkaar praten over de wensen en verlangens, in plaats van geformaliseerd eenrichtingsverkeer. En dan kunnen de raadsleden ook gewoon ‘nee’ zeggen, wanneer iets geen prioriteit heeft. Dan weten de insprekers ook gelijk waar ze aan toe zijn.
Politiek is keuzes maken, vooral als het op geld aankomt. Dat kun je beter open en transparant doen, dan in een ouderwetse formule die afstand schept. Weg met de hoorzitting.