Het waren de noten van Bert Boeren die het begin van de ochtend inluidden. Breekbaar welhaast, maar ook onmiskenbaar aanwezig. Zacht en subtiel blies hij de laatste slaap in de hoofden van de mensen weg. Een auditief kopje koffie.
Hij zal zelf ook wel doorgezakt zijn, gisteren, zo dachten we, alhoewel navraag anders leerde. Begeleid door contrabassist Mark van Rooij was het in ieder geval lekker wakker worden. Wat overigens zeker ook gold voor het duo Paul Maassen (piano) en Wim Dijkgraaf (mondharmonica).
Over de springerige klarinettist Chris Tanner kan ik kort zijn. Stel je een springerige punkrocker voor met een snel klarinetspel, maar dan jazzy, en je hebt een beeld. Een type New Cool Collective, maar dan Down Under en iets traditioneler. Hij speelde samen met de forse Wouter Nouwens die het aanmerkelijk minder forse instrument banjo bespeelde.
Moeilijker te omschrijven is de jonge trompettist Malo Mazurié. Jong, enthousiast, opvallend bescheiden en bijzonder prettig om naar te luisteren. Hij speelde samen met bassiste Lindy Huppertsberg, een wat moeilijk ogende Duitse die zich als een soort van moeder over de jonge blazer probeerde te ontfermen. De trompettist liet het zich schouderophalend overkomen: een puber die niet pubert.
Het eindigde, ietwat voorspelbaar, met de Amerikaanse zangeres Brenda Boykin, onder begeleiding van pianist Chris Hopkins (Duitsland). Brenda daagde uit, Chris reageerde met Duitse degelijkheid. Enthousiast in zijn spel, maar afgemeten in zijn mimiek. Chris zat vrijwel stil achter de piano, terwijl zijn handen olijk over het klavier gleden.
Het was een mooie duo special, het neusje van de zalm of, zoals sommigen het noemen, het kersje op de appelmoes van het Bredase jazz-festival. En aangezien het festival zich totnogtoe ontpopte tot muzikaal één van de betere sinds jaren, was het niet verwonderlijk dat dit voor de samenstelling van de duo’s evenzeer gold.