Homo Debitum – do 7 aug. 2008

vrouwe justitia

Nu Duyvendak bekend heeft betrokken te zijn geweest bij de inbraak op het ministerie van Economische Zaken, en door sommigen zijn positie als Kamerlid aan de orde is gesteld, rijst de vraag wat je als volksvertegenwoordiger nu allemaal wel en niet mag. En wat je wel en niet allemaal op je kerfstok gehad mag hebben.

Allereerst is er natuurlijk het strikt juridische argument dat, zolang het kiesrecht je niet is ontnomen of je op het moment van verkiezingen in de gevangenis zit, je op een lijst mag staan. Dit alleen is echter onvoldoende, aangezien er andere situaties zijn, waarbij een politieke positie niet meer te handhaven is. Wanneer een minister van verkeer en waterstaat wordt betrapt op rijden onder invloed, zal ongetwijfeld gevraagd worden om zijn aftreden.

Echter, geldt dit ook voor fietsen onder invloed? Of gewoon lopen. In feite zijn deze verkeersdeelnemers strikt juridisch genomen net zo fout bezig, al heeft de samenleving in zijn algemeenheid daar een ruimhartiger oordeel over. En hoe zit het dan met iemand die vroeger is betrapt op rijden onder invloed.

Ik ben van mening dat iemand die ooit een strafbaar feit gepleegd heeft, in principe geschikt is voor het ambt van volksvertegenwoordiger, mits aangenomen mag worden dat deze persoon zich gerehabiliteerd heeft. In het geval van Duyvendak is hiervan sprake: hij zou nu een andere keuze gemaakt hebben dan inbreken, zijn misdaad is verjaard en hij heeft zich de laatste tijd niet schuldig gemaakt aan soortgelijke of andere misdrijven.

Het extra lastige in de kwestie Duyvendak is, dat het in zijn geval niet gaat om een ‘normale’ inbraak. Een normale inbreker steelt om geldelijk gewin. Duyvendak heeft materiëel gezien niemand benadeeld met zijn daad, dat was ook niet de intentie. Wat hij deed was het openbaren van informatie die voor de Kamer en voor het volk geheim gehouden werd, zonder dat hier een legitieme reden voor was. De toenmalige Tweede Kamer erkende dit ook. Desondanks blijft de inbraak op zichzelf een strafbaar feit. Het is echter de vraag hoe deze inbraak zich, moreel gezien, verhoudt tot, pak ‘m beet, het ’s nachts kraken van een bank. En dat is een interessante questie die wat mij betreft beter door ethici dan politici beantwoord kan worden.

Overigens heb ik inmiddels mijn lesje wel geleerd. Ik wacht nog even met mijn onthullingen totdat ik uit de actieve politiek ben. Daarnaast is het bezetten van het Shell-laboratorium lang niet zo interessant als het inbreken bij een ministerie.

Auteur:

Dutch local politician for the environmentalist party GroenLinks, tends to be serious at times but usually has a slightly absurd and overall happy and sunny mental disposition.

5 gedachten aan “Homo Debitum – do 7 aug. 2008”

  1. Ik las het als “het bezitten van een Shell-laboratorium”… Kijk, dat was nou eens interessant geweest!

    [sÇ: zou je mijn integriteit niet zo in twijfel willen trekken?]

  2. In de Volkskrant van zaterdag 9 augustus stond een aardig interview met Femke Halsema over de kwestie. Zij stelde dat het goed was dat het boek werd uitgegeven (je verleden erkennen, onder ogen zien, met de billen bloot en schoon schip maken) maar dat de uitlatingen in het interview nogal ongenuanceerd waren en daardoor het compleet tegenovergestelde bewerkstelligde. Volkomen juist mijns inziens, haar opmerkingen.

    [sÇ: eens.]

  3. @sÇ: nou euh, Economisceh, materiëel, questie – zo correct was dit stukje ook weer niet.

    [sÇ: euhm, even kijken,

    Middelnederlandsch Woordenboek: questie, Oudste attestatie: Brabant-West, 1265-1270; Korte betekenis: vraag(stuk); geschilpunt. Ook QUAESTIE geschreven —, znw. vr., mv. kwestiën en kwesties. Mnl. questie. Uit fr. question, met wijziging van de uitspraak naar die van lat. quaestio.
    Materiëel, geschreven als in Financiëel: Bijw. — Ten opzichte der geldmiddelen of geldzaken; “Dat zij een kindermeisje had moeten nemen, … en dat dit haar financiëel wel eenigszins drukte”, Louis Couperus, ‘ Eline Vere’ 1, 145 [1889].

    tsja, en dat ‘economisceh’ een typo was, spreekt voor zich. niet correct dus.]

  4. Ik blijf erbij, inhoudelijk weinig op aan te merken. De vorm laat ik aan Rene over…

    [sÇ: rené is de laatste tijd niet meer zo van de inhoud.]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *