Homo Scribens – 13 en 14 sept. 2008

schermafbeelding column

Begin deze week heb ik afscheid genomen van mijn onbezoldigde functie als columnist bij het E-zine van GroenLinks. Ik had daar zo mijn redenen voor. Hieronder het afscheidscolumn.

Verantwoording

Steeds groter wordt de maatschappelijke druk op columnisten om verantwoording af te leggen over hun verleden. En aangezien de columns die ik in het verleden hebben geschreven, bepalend zijn geweest voor de columnist die ik nu ben, kan ik die druk niet langer negeren. Mijn eerste column over het Binnenhof was een scheldkanonnade in de richting van het kabinet Balkenende. De column werd uitgezonden op Omroep Brabant. Het CDA zakte in de peilingen en Balkenende kwam in het nauw. De column was een groot succes.

Ik heb in die tijd nog vaak columns geschreven en bouwde een rijke ervaring op als columnist voor Omroep Brabant en later ook op mijn eigen weblog. Voor mij telde het schokeffect zwaarder dan de waardigheid en waarachtigheid. De klasjes goede smaak van collega-columnisten hield ik dan ook snel voor gezien.

Jaren later kwam ik het CDA weer tegen, als partner in de coalitie in Breda. Ik was inmiddels fractievoorzitter van GroenLinks in Breda geworden. De politieke praktijk bleek weerbarstig. Als schrijver was ik inmiddels doorgestoten tot het medium GLweb. Hoewel ik er nooit een geheim van heb gemaakt dat ik een verleden had vol aantijgingen tegen Balkenende en Bush, was het niet bij iedere lezer bekend dat ik destijds zulke ongenuanceerde, smadelijke en zelfs bijna lasterlijke opinies debiteerde via de zenders van Omroep Brabant. Ik gaf niet te veel ruchtbaarheid aan de columns van toen omdat ik de hoofdredacteur en technici uit die tijd, die mede verantwoordelijk waren voor de uitzending, niet wilde verraden.

Als ik terug kijk op die tijd, weet ik dat ik een hele ontwikkeling heb doorgemaakt. De columnist van vroeger, is een andere Selçuk dan degene die hier nu schrijft. Er zit een belangrijke overgang van de soms smadelijke columns van toen , naar het beïnvloeden van het maatschappelijk discours door middel van beschaafde en doodsaaie, maar doorwrochte opinies. We leven in een gemeenschap waarin we onze conflicten op een fatsoenlijke manier proberen te beslechten. Hier, op GLweb moet het verschil gemaakt worden.

Onlangs werd ik geconfronteerd met een nieuw gegeven waar ik me rot van schrok. Een vroegere luisteraar vertelde me dat hij destijds, naar aanleiding van van mijn radio-columns, had besloten niet op niet meer op het CDA te stemmen en zelfs tegen Balkenende te demonstreren. Tot deze week heb ik daar niets van geweten en ik heb er, wellicht ten overvoede, ook geen enkele betrokkenheid bij gehad. De bedoeling van mijn columns was immers het kabinet Balkenende te bewegen tot een ander, humaner en groener beleid, niet om trouwe CDA-stemmers weg te jagen naar een andere partij. En hoewel ik me niet meer herken in de rabiate columnist van vroeger, wordt ik door dit gegeven wel weer terug gezogen in die tijd.

Columns moeten aan drie voorwaarden voldoen. Ze moeten geweldloos zijn, gericht op parlementaire besluitvorming en dus niet op het spelen van eigen rechter en columnisten moeten bereid zijn tot publieke verantwoording en verantwoording voor de rechter. Alles overziend kan ik maar één conclusie trekken: dat ik moet terugtreden als columnist van GLweb. Alleen dan heb ik mijn handen vrij om me te verzetten tegen een beeld waar ik me ontzettend ongelukkig bij voel.

Homo Denegans – wo 27 aug. 2008

Nee. Natuurlijk was het niet Zjakelien Kramer die de advertentie in Bluf! Had ondertekend. En al helemaal niet als voorzitter van Milieudefensie. Erg geloofwaardig klinkt het allemaal niet.

Wat mij het meeste stoort aan dit nieuwe hoofdstuk van de affaire Duyvendak is de glasharde ontkenning van Cramer dat zij achter de advertentie zou staan. Het relevantie is niet zo zeer of zij destijds daadwerkelijk toestemming heeft gegeven voor het gebruik van haar naam, maar dat zij nu een beeld oproept dat het ondertekenen van de advertentie ook fout was. En dat is het natuurlijk allerminst.

De gewraakte advertentie had destijds één doel: de mogelijke vervolging van de Bluf!-redactie voor het publiceren van geheime documenten te voorkomen. De ondertekenaars deden dat door te claimen dat zij de opdracht hadden gegeven deze te publiceren. Ofwel, de redactie, dat zijn wij.

De advertentie spreekt nergens haar goedkeuring uit voor de inbraak bij het ministerie of het concreet publiceren van de adresgegevens. Toentertijd konden de ondertekenaars ook niet weten dat Bluf! Of leden van de redactie zelf betrokken waren bij de inbraak.

Zjakelien Kramer moet dus ontzettend trots zijn op haar handtekening. Zij sprak zich uit voor het recht van een redactie om informatie te onthullen die de regering onterecht geheim probeerde te houden, voor het recht op persvrijheid en vrije nieuwsgaring. Voor het recht dus eigenlijk ook van vrije meningsuiting. Dat is niet iets om je voor te schamen.

Waar ze zich voor moet schamen, is dat ze met haar ontkenning het beeld heeft neergezet dat het ondertekenen van de advertentie fout was. Ze heeft de rest van de ondertekenaars gecriminaliseerd. En dat had de minister nu niet moeten doen.

Homo Culinis – do 21 aug. 2008

Wijnand Duyvendak getaart

Laat ik er maar volstrekt helder over zijn: ik vind het taarten van iemand geen terroristische actie.

Het gaat bij GroenLinks al enige tijd over wat wel en geen tolerabele acties zijn. Eén van de grenzen die daarbij tamelijk onomstreden is, is dat je geen geweld tegen personen mag gebruiken. Dus nadat leden van het extreem-rechtse Voorpost gisteren, tijdens de presentatie van het boek ‘Klimaatactivist in de Politiek’ vakkundig een taart tegen het gezicht van Wijnand Duyvendak plaatste en de tamelijk voor de hand liggende grap ‘de taart kwam van rechts’ geboren werd, ontstond al snel de discussie over of het taarten van iemand nu wèl of niet binnen de grenzen van het acceptabele valt.

Eerlijk gezegd heb ik de taartacties altijd wel kunnen waarderen als ludieke acties. Ik kan me ook niet herinneren dat ik overmand werd door een zwaar gevoel van verontwaardiging toen Bill Gates, Pat Buchanan of Gerrit Zalm getaart werden. Of Ralph Nadar, om maar eens iemand uit het eigen politieke kamp te noemen.
Het taarten in Nederland heeft een lugubere bijsmaak gekregen vanwege de taart van Fortuyn. Allereerst vanwege de vermeende maar nooit bewezen onsmakelijke ingrediënten van die taart en vervolgens vanwege de moord op Fortuyn.

Sommigen beweren dat taarten een schending van de lichamelijke integriteit zou zijn en derhalve een vorm van geweld. Ik heb daar vraagtekens bij. In dat geval zouden de films van Stan Laurel en Oliver Hardy namelijk behoorlijk wat geweld bevatten. Alsmede sommige afleveringen van Bassie en Adriaan. Ik kan me echter niet voorstellen dat beide bij de filmkeuring in aanmerking komen voor het predikaat 16+. Het idee dat een taart het begin is van acties die uiteindelijk tot moord leiden, wijs ik van de hand.

Het is echter wel van belang om bij het taarten van mensen een aantal regels (rules of engagement) in acht te nemen. Ik doe een poging ze hier te formuleren.

  • het taarten gebeurt in volle openbaarheid van dader en motief;
  • de taarter is bereid om verantwoording af te leggen bij een rechter;
  • het taarten gebeurt tijdens openbare gelegenheden, bij voorkeur in aanwezigheid van visuele media (tv);
  • elke persoon wordt slechts één maal om dezelfde reden getaart. Wie het eerst komt, die het eerst taart;
  • het taarten gebeurt uitsluitend met slagroomtaart, omdat deze vlekken tamelijk eenvoudig te verwijderen zijn. De taart bevat verder geen taart-vreemde ingrediënten;

Ik kan me best voorstellen dat het even schrikken is, wanneer er met hoge snelheid een slagroomraart op je afvliegt. Maar de aanvankelijke reactie van Wijnand dat hij graag bereid was om met de gooiers in discussie te gaan, vond ik erg sterk. De aangifte had wat mij betreft ook niet gehoeven en ik zou het sportief vinden als hij deze, na zo’n gesprek bijvoorbeeld, intrekt. Het zou een mooi gebaar zijn naar alle toekomstige taarters. Verder wil ik afsluiten met de gevleugelde woorden ‘eigen taart is goud waard’…

… in de wetenschap dat bij de eerstvolgende raadsvergadering ik natuurlijk wel eens de lul zou kunnen zijn.

Homo Minans – do 14 aug. 2008

Voorpagina Telegraaf

De krant van zwakker Nederland deed vandaag ook weer een Duyvendakje. Deze keer over de publicatie in het linkse actieblad Bluf! van juli ’85 van de adressen en telefoonnummers van zes ambtenaren van het directoraat elektriciteit en kernenergie van het ministerie van Economische Zaken.

Enerzijds oud nieuws. Immers, wie de moeite neemt om naar het Instituut voor Sociale Geschiedenis te gaan, kan de 312 nummers van het blad gewoon inzien. En ongetwijfeld staan daar nog genoeg andere leuke dingen in die men in de krant kan zetten. Een ‘ludieke’ oproep om de paus neer te schieten bijvoorbeeld.

Goed, oud nieuws dus, ware het niet dat uit een onderzoek van Clingendael (blz. 413) nu duidelijk is geworden dat na aanleiding van de publicatie ook daadwerkelijk mensen zijn geweest die gehoor hebben gegeven aan de oproep ‘Verstoor de rust van deze onruststokers’.

Waar de inbraak op het ministerie een geweldloze actie was, is bovenstaande oproep dat allerminst. En daar waar de inbraak bij het ministerie, gezien het tijdsgewricht, de jeugdige onbezonnenheid, het geweldsloze aspect en het doel – onterecht door de minister achtergehouden informatie openbaar te maken – met enige moeite misschien nog te vergoelijken valt, schijnt deze actie toch alweer een veel schimmiger licht op het actieverleden van Duyvendak.

De beerput is open en als er vanmiddag inderdaad nog iemand naar het Instituut voor Sociale Geschiedenis gaat, zal dat de komende weken niet minder worden. En dan rijst zo langzamerhand de vraag of de positie van Duyvendak nog houdbaar blijft.

Los van de vraag wat een Kamerlid nu allemaal wel en niet op zijn kerfstok mag hebben, heeft Duyvendak politiek veel krediet verloren bij collega-kamerleden en een deel van de achterban. Daarmee is hij politiek zijn belangrijkste wapen kwijt. Of, om maar een lekker incorrecte vergelijking te maken: wat is een inbreker zonder breekijzer? En dan wordt het zo langzaamaan misschien tijd om de vraag te stellen.

Homo Diffidens – ma 11 aug. 2008

The Matrix

Ik doe nog even een Duyvendakje. Dat naar aanleiding van de opinie van Meindert Fennema, vandaag in de Volkskrant, waarin hij stelt dat Duyvendak geen echte democraat is, maar deze instrumenteel beschouwt. Hij is democraat omdat hij daarmee meer kan bereiken voor het klimaat dan als activist.

„Duyvendak zegt zijn illegale acties weliswaar te betreuren, maar alleen maar omdat gewelddadige en illegale acties de mensen in het land van de milieubeweging vervreemden. De implicatie van deze redenering  is dat hij gewelddadige acties niet zou afwijzen als ze wél effectief zouden zijn”, schrijft historirus Fennema. „Politieke radicalen hebben een sterke neiging de wereld in te delen in Goed en Kwaad. Zelf zijn zij natuurlijk voor Het Goede en zij leveren een strijd, liefst op leven en dood, tegen het Kwaad”, vervolgt hij.

Het zou een aardige verklaring zijn voor de achteloosheid waarmee Duyvendak ons allen uitnodigde voor zijn boekpresentatie. Duyvendak als nobele eenling in een boze wereld waarin corrupte bestuurders in achterkamertjes snode plannen smeden om kerncentrales te bouwen in de achtertuin van achteloze burgers. De eenzame vigilante, dag en nacht klaar om de wereld te redden van haar doemende ondergang.

Nu zou Hollywood wel raad weten met zo’n scenario. Sterker nog, de stapel films over nobele helden die, vaker buiten dan binnen de grenzen van de wet veiligheid van de onschuldige burger probeert te beschermen, is enorm. En doorgaans is de overheid in zo’n scenario nu niet bepaald ‘the good guy’. Neem The Matrix bijvoorbeeld.

Nu leent de Amerikaanse cultuur zich wellicht wat beter voor dergelijke verhalen dan de Nederlandse. Amerikanen hebben van oudsher een op zijn best ambivalente houding ten opzichte van de overheid. De overheid is een gevaarlijke entiteit met veel te veel macht en de onhebbelijke eigenschap om zich te bemoeien met het leven van mensen. De overheid, die wantrouw je, democratie of niet.

Op zich is er ook best een reden om de overheid niet te vertrouwen. Zo toonden de gestolen documenten in 1985 aan dat er geheime plannen waren om kerncentrales te bouwen. En onlangs, toen Wilders en Balkenende met elkaar in conflict kwamen over de vraag of Wilders nu wel of niet was gevraagd zijn film aan te passen, bleek dat een opvallend groot deel van de bevolking Wilders meer vertrouwde dan de overheid. Mijzelf incluis, overigens.

Dat het staatsrechterlijke dogma wil dat de regering altijd de waarheid spreekt, wil natuurlijk niet zeggen dat het ook daadwerkelijk zo is. Die regel bestaat alleen maar omdat zonder zo’n uitgangspunten de parlementaire democratie niet werkt. Hoe nu het beste zo’n regel, zo’n democratische wet, te handhaven? Strikt genomen door af en toe zo’n document in de openbaarheid te brengen en te kijken of je door de minister juist bent geïnformeerd. De vraag is alleen of je als toekomstig Kamerlid nu de meest aangewezen persoon bent om zoiets te doen.

Om het wat concreter te maken: wat mij betreft hoeft er morgen niet bij Defensie ingebroken te worden om het Irak-dossier te ontvreemden. Maar als een ambtenaar het nu toevallig zou lekken, heb ik daar helemaal geen moeite mee.

Homo Visitatus – zo 10 aug. 2008

teller

De onthulling van Duyvendak over zijn betrokkenheid bij de inbraak bij het Ministerie van Economische Zaken, dankzij de nogal onhandige flaptekst op de achterkant van het boek, zal de verkoopcijfers goed doen. De hele affaire is ook goed voor de bezoekerscijfers van de diverse weblogs.

Nu iedereen in de glogosfeer van zo’n beetje elke denkbare invalshoek zijn of haar analyse en mening over de zaak heeft gegeven, zijn nu de bezoekerscijfers aan de orde. Ongetwijfeld heeft de affaire Duyvendak voor velen weer een record gebroken. Voor zover ik kan nagaan was het in mijn geval het hoogste aantal bezoekers sinds 28 augustus 2007, toen ik in een actieve bloggersbui zo’n vijf verhalen op één dag publiceerde. Eén van die vele inhaalacties die kennelijk extra verkeer opleverde.

Het absolute record is nog steeds ten tijde van de ontknoping van de affaire Pormes, toen de teller op 660 bleef steken. Niet dat iedereen overigens erg gecharmeerd was van mijn publicaties, al was het maar omdat ik, toentertijd nog lid van het algemeen bestuur van GroenLinks, op mijn blog speculeerde over het aftreden van het gehele bestuur. Spekkies voor de bekkies van de media. Maar hoe vleiend het ook is om gelezen te worden, liever heb ik geen affaires.

Al die bloggers kunnen nog wel eens onhandig zijn als de partij een communicatiestrategie probeert uit te rollen om de publicitaire schade te beperken. Aan de andere kant, is het nu juist niet het gebrek aan strategie die het beeld heeft opgeroepen van een Kamerlid dat trots is op zijn verleden als lid van het inbrekersgilde?

Homo Debitum – do 7 aug. 2008

vrouwe justitia

Nu Duyvendak bekend heeft betrokken te zijn geweest bij de inbraak op het ministerie van Economische Zaken, en door sommigen zijn positie als Kamerlid aan de orde is gesteld, rijst de vraag wat je als volksvertegenwoordiger nu allemaal wel en niet mag. En wat je wel en niet allemaal op je kerfstok gehad mag hebben.

Allereerst is er natuurlijk het strikt juridische argument dat, zolang het kiesrecht je niet is ontnomen of je op het moment van verkiezingen in de gevangenis zit, je op een lijst mag staan. Dit alleen is echter onvoldoende, aangezien er andere situaties zijn, waarbij een politieke positie niet meer te handhaven is. Wanneer een minister van verkeer en waterstaat wordt betrapt op rijden onder invloed, zal ongetwijfeld gevraagd worden om zijn aftreden.

Echter, geldt dit ook voor fietsen onder invloed? Of gewoon lopen. In feite zijn deze verkeersdeelnemers strikt juridisch genomen net zo fout bezig, al heeft de samenleving in zijn algemeenheid daar een ruimhartiger oordeel over. En hoe zit het dan met iemand die vroeger is betrapt op rijden onder invloed.

Ik ben van mening dat iemand die ooit een strafbaar feit gepleegd heeft, in principe geschikt is voor het ambt van volksvertegenwoordiger, mits aangenomen mag worden dat deze persoon zich gerehabiliteerd heeft. In het geval van Duyvendak is hiervan sprake: hij zou nu een andere keuze gemaakt hebben dan inbreken, zijn misdaad is verjaard en hij heeft zich de laatste tijd niet schuldig gemaakt aan soortgelijke of andere misdrijven.

Het extra lastige in de kwestie Duyvendak is, dat het in zijn geval niet gaat om een ‘normale’ inbraak. Een normale inbreker steelt om geldelijk gewin. Duyvendak heeft materiëel gezien niemand benadeeld met zijn daad, dat was ook niet de intentie. Wat hij deed was het openbaren van informatie die voor de Kamer en voor het volk geheim gehouden werd, zonder dat hier een legitieme reden voor was. De toenmalige Tweede Kamer erkende dit ook. Desondanks blijft de inbraak op zichzelf een strafbaar feit. Het is echter de vraag hoe deze inbraak zich, moreel gezien, verhoudt tot, pak ‘m beet, het ’s nachts kraken van een bank. En dat is een interessante questie die wat mij betreft beter door ethici dan politici beantwoord kan worden.

Overigens heb ik inmiddels mijn lesje wel geleerd. Ik wacht nog even met mijn onthullingen totdat ik uit de actieve politiek ben. Daarnaast is het bezetten van het Shell-laboratorium lang niet zo interessant als het inbreken bij een ministerie.

Homo Cleptens – wo 6 aug. 2008

Kamerlid Wijnand Duyvendak
Kamerlid Wijnand Duyvendak

Soms lijkt het wel alsof er sprake is van een traditie. Telkens als de komkommertijd zijn dieptepunt bereikt, komt GroenLinks met een schandaal naar buiten. Na de affaire Pormes vond DWARS vorig jaar een bom en nu blijkt Kamerlid Wijnand Duyvendak een inbreker.

Op de Glogosfeer is de vergelijking al getrokken met Sam Pormes, die jarenlang verzweeg en ontkende in de jaren ‘70 op een terroristenkamp in Zuid-Jemen te zijn geweest. Toen dit alsnog naar buiten kwam, werd Pormes gevraagd zijn zetel in de senaat op te geven. Nadat hij hier geen gehoor aan gaf, werd een royementsprocedure opgestart die uiteindelijk bij de partijraad sneuvelde en leidde tot het aftreden van toenmalig voorzitter Herman Meijer.

Die vergelijking gaat maar ten dele op. Allereerst is het vergrijp waar het om gaat van een geheel andere orde. Pormes liet zich in met een omgeving die zich bezig hield met gewelddadige acties tegenover mensen. Dat is van een andere orde dan het inbreken om geheime plannen openbaar te maken. De actie van Duyvendak was geweldloos. Daarnaast beoogde het informatie openbaar te maken, die de regering achter hield in een tijd waarop nog geen beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur gedaan kon worden. Informatie waarvan ook de kamer vond dat deze door de minister zelf naar de Kamer gezonden had moeten worden, al keurde de Kamer de diefstal zelf natuurlijk af (dank aan David Rietveld voor het opzoeken van de handelingen), getuige onderstaande citaten.

Zo zei PvdA-Kamerlid Zijlstra in het Kamerdebat op 3 september 1983 naar aanleiding van de diefstal het volgende: „Het staat ook voor ons buiten kijf, dat de diefstal op zich zelf bezien afgekeurd moet worden. De wijze waarop de stukken in de openbaarheid zijn gekomen, is te betreuren. Het is echter evenzeer te betreuren dat de Kamer (…) in toenemende mate van bijzondere gebeurtenissen en van toevallige omstandigheden afhankelijk wordt. Een parlementaire democratie kan op deze wijze niet naar behoren functioneren. Wij verlangen van de regering (…) voortaan tijdige en volledige opening van zaken.”

Kamerlid Tommij (D’66): „Hij (Minister Aardenne, sç)  was niet alleen kwaad op de actiegroep -dat was logisch, want diefstal kan niet worden goedgekeurd -maar meer nog op de pers, die gedeelten van gestolen documenten had gepubliceerd. (…) In elk geval wil ik duidelijk stellen dat (…) de pers, naar de opvatting van mijn fractie, niet alleen het recht maar zelfs de morele plicht had om met name de brief van de minister aan de Commissarissen van de Koningin in Noord-Brabant en Limburg in de openbaarheid te brengen. Openheid en controleerbaarheid zijn immers onmisbare fundamenten van ons democratisch systeem. De minister heeft hiervoor blijkbaar weinig gevoel.”

Kamerlid Lansink (CDA): „Een ruimhartiger informatievoorziening van de Kamer ware wenselijk geweest. Ook een op zichzelf begrijpelijke inspanningsverplichting moet vroeg of laat getoetst kunnen worden en dan liever vroeg dan laat. (…) De discussie was en blijft noodzakelijk, ondanks het gegeven dat de betwiste brief bekend werd na een in alle opzichten afkeurenswaardige diefstal van overheidsdocumenten”

Het doel heiligt niet per definitie de middelen, maar in dit geval is het niet onredelijk om te stellen dat Duyvendak c.s. vonden dat de openbaarheid van de informatie met betrekking tot de geplande kerncentrales van een dermate groot belang was dat het middel waarop het verkregen moest worden, namelijk door inbreken, moreel geoorloofd en gerechtvaardigd was. Het inhoudelijke debat dat in de Kamer gevoerd werd over de informatie, lijkt die redenering in eerste instantie te ondersteunen. De Tweede Kamer vond immers dat de informatie aan de Kamer bekend had moeten zijn.

Het tweede grote verschil tussen Pormes en Duyvendak is de wijze van openbaring. Waar Pormes altijd is blijven ontkennen, is Duyvendak nu open over zijn actieverleden. Hij brengt zijn verleden zelf naar buiten in een boek. Daarbij is overigens de vraag van belang of hij dit de verschillende kandidatencommissies heeft gemeld bij zijn kandidatuur voor het Kamerlidmaatschap. Voorziter Henk Nijhof bevestigt dat dit is gebeurd. Iets waarvan verder overigens alleen de voorzitter van de Kandidatencommissie uitsluitsel kan geven.

Wat niet erg handig is om, met het oog op de beschikbaarheid van het boek, nu twee weken te moeten wachten alvorens we het hele verhaal kunnen lezen. De vooraf verspreidde flaptekst is dan ook geen juweeltje van strategische communicatie. Duyvendak zelf zegt nu in een verklaring: „de keuzes die ik twintig jaar geleden maakte zijn op geen enkele manier de keuzes die ik nu zou maken” en neemt daarmee afstand van de gepleegde inbraak. Dat citaat verhoudt zich slecht met de flaptekst, die stelt dat voor Duyvendak het resultaat zwaarder telde dan de ideologie en daarmee suggereert dat hij de inbraak goedpraat. Aangezien de inhoud van het boek niet beschikbaar is, is het voor het publiek niet mogelijk zelf een oordeel te vormen. En dat is erg jammer.

Homo Naturalis- zo 12 nov. 2006

dijkwandeling

In Binnenmaas is een groot interregionaal bedrijventerrein gepland. De inwoners zitten er niet op te wachten. Kamerlid Wijnand Duyvendak ook niet. Daarom was de campagnebus vandaag in de Hoekse Waard.

De bus zou om half tien vertrekken vanuit Amsterdam Amstel. Vanuit Den Haag, wara ik de avond ervoor een feestje had, toch nog best een eind reizen met het OV. Gelukkig bleek Palle, eveneens aanwezig op de Soiré van Bart, vlakbij Amsterdam Amstel te wonen. En hij had er ook geen bezwaar tegen om wat vroeger op te staan om mij op tijd bij Amstel af te leveren.Het vele gereis in de campagne begint me op te breken. Als Bredanaar woon je nu niet bepaald in de buurt van centraal Nederland, dus vaak moet ik een ur of twee reizen alvorens ik überhaupt bij het opstappunt van de bus ben angekomen. En ondanks dat ik in de trein best zinvol kan werken, en ook ruim de tijd heb om commissiestukken voor Breda te lezen, blijft het reizen vermoeiend. De campagnegeest is sterk, maar het lichaam soms zwak. Ik voel een verkoudheid opkomen.