Ooit was ik 23. En werkte ik op de kunstredactie van regionaal dagblad BN/DeStem. De wekelijkse kunstbijlage had in dat jaar een vaste rubriek, ‘de kunst van’, waarin een willekeurige redacteur iets kon schrijven wat vaak, maar niet altijd, niets met kunst of cultuur te maken had. En bij gebrek aan welwillenden vroeg mijn chef of ik niet ook eens een poging wilde wagen.
De kunst van… ouder worden
Anderhalf jaar geleden zat ik in mijn quarter-life crisis. De eerste grijze haren rond mijn slapen werden zichtbaar. Het leven was een aaneenschakeling van frustraties en tot overmaat van ramp was ik ook nog eens verliefd. Een onbeantwoorde liefde kun je met name in de herfst niet gebruiken. Het crisisjaar ben ik redelijk ongeschonden doorgekomen, maar de jeugdige onschuld, voor zover daar nog over gesproken kon worden, was definitief weg.
Met trots kan ik mededelen dat ik inmiddels tot het kamp der volwassenen ben toegetreden. Een optimistische levenshouding heeft plaats gemaakt voor cynisme. Het enige dat nog rest van een rebels verleden is mijn lange haar. De enige reden dat ik het niet kort knip is mijn angst voor verandering. Help, ik word conservatief!
Vroeger, en het beangstigt me dat ik dat woord durf te gebruiken, wilde ik nog wel eens wat doen voor een betere wereld. Ten tijde van de Brent Spar-affaire bezette ik met een groep van dertig mensen het Shell-laboratorium te Amsterdam. Een hele dag konden leveranciers het complex niet op. De oliebaron moest plezierboatjes inhuren om het personeel via het IJ op het terrein te krijgen. Het was de enige ingang die we niet konden blokkeren
Maar ook toen had actievoeren al zijn grenzen. Om vijf uur wilden we naar huis Het schoonmaakpersoneel smeekte ons de blokkade nog even vol te houden, zodat ZIJ niet hoefden te poetsen, maar WIJ waren onvermurwbaar.
Het is lastig actievoeren op een lege maag. Tegenwoordig beperkt mijn bijdrage aan een betere wereld zich tot het uitknippen van het plastic doorkijkje van de vensterenveloppen van mijn bankafschriften, opdat het afval zo zorgvuldig mogelijk gescheiden wordt. Daarnaast doe ik nog wat vrijwilligerswerk, waarmee ik ook dit jaar geen lintje heb verdiend.
Mijn schaarse vrije tijd breng ik aan het eind van elke dag door in de kroeg. Met vrienden haal ik herinneringen op uit de tijd dat we aan de toog wilde toekomstplannen smeedden, waarvan er nooit een is gerealiseerd. Met minachting praten we nu over de jeugd van tegenwoordig die, compleet versuft door de commerciële televisie, totaal niet meer maatschappelijk geëngageerd lijkt te zijn. Ondertussen bestellen we nog een rondje en een bitterballengarnituur. Sluitingstijd halen we zelden meer, omdat we er de volgende morgen weer vroeg uit moeten.
Ik ben een onderdeel geworden van het poldermodel dat ik zo verafschuwde. Meningsverschillen worden bedekt met de mantel der liefde. De discussie is doodgeslagen. Me afzetten tegen de maatschappij is er niet meer bij. Alleen wanneer ik mijn rijwiel plaats voor een bordje ‘hier geen fietsen a.u.b.’ ben ik nog recalcitrant. Gelukkig zijn er nog een paar mensen die zich weigeren te conformeren, maar een handjevol acties van boeren en machinisten zal de wereld niet verbeteren.
De echte verandering moet komen van de jongeren. Van de huidige generaties hoeven we niets meer te verwachten. De regenten hebben afgedaan! Kom op jongens, zet die tv uit en klim uit jullie luie stoelen. Ren de straat op en ga die wereld van jullie nu eens verbeteren. Weg met het hedonisme. Weg met de wetten tussen droom en daad. Maak je dromen waar en fuck de realiteit!
Het is lente en ik voel me ineens weer 23. Hoe maak je ook alweer een spandoek?
Selçuk Akinci
BN/DeStem
4 mei 2001