Discussiepunten waren er genoeg bij de wat matige erwtensoep die we aten tijdens het overleg over de horecasluitingstijden.
Zoals of mensen van onder de achttien nu wel of niet tot vier uur in de kroeg mogen hangen. En of kroegen die tot vier uur open blijven nu wel of niet verplicht een portier moeten hebben staan bij de deur. En, uiteindelijk, hoe we moeten omgaan met het overmatig alcoholgebruik onder sommige jongeren. Want dat blijft toch hèt argument van het CDA waarmee ze de ons om de oren slaan.
Nu ben ik er helemaal niet van overtuigd dat de uren aan het eind van de nacht verantwoordelijk zijn voor de overmatige drankconsumptie van de groep jongeren waar het CDA telkens aan refereert. Ga op vrijdagmiddag maar eens de kroegen langs, en je komt erachter dat het veel eerder de uren aan het begin zijn, de happy hours waarbij je voor zeventig eurocent of minder een biertje kunt krijgen. „Jongeren van zestien horen niet tot ’s nachts half vijf in de stad rond te hangen”, hoor ik raadslid Irène Verkeijlen al roepen. Ik zal haar een geheim vertellen: ondanks controle aan de deur glippen minderjarigen nu al de nachtzaken binnen die sowieso tot vier uur open zijn. De openstelling van de reguliere horeca tot datzelfde tijdstip zal dus weinig uitmaken. Als jongeren eerder naar huis moeten, zullen de ouders dat toch zelf moeten afdwingen.
Vervolgens de vraag over de portiers. Mijn beeld is dat de veiligheid in een kroeg of tent meer met het aantal aanwezigen heeft te maken dan met het tijdstip van de nacht, al zal, naarmate het later is en de mensen meer onder invloed, het risico op ruzie toenemen. Aangezien het aantal mensen echter vooral van invloed is, zie ik liever dat grote horecazaken een protier hebben en dat kleine zaken met maar een handjevol mensen gewoon open kunnen blijven zonder een verplichte ‘gastheer’. Aangezien nu de grote zaken zelfs zonder verplichting een portier aanstellen, heb ik niet de indruk dat we zoiets persé in een drank- en horecaverordening hoeven vast te leggen.
Terwijl ik me met de tekst van de nieuwe verordening ging bezighouden en me zou buigen over de mogelijkheid om iets over geluidsoverlast geregeld te krijgen, zou Frans Szablevski een motie over alcoholmatigingsbeleid opstellen. We beklonken het voorlopige accoord van de Coalition of the Willing maar met een pilsje. Tegen vol tarief.