De Nachtprogrammering – zo 12 juli 2009

Wir Sind Hamburg
Wir Sind Hamburg

Er was niet op de inhoudelijke onderdelen van het Hamburg-programma bezuinigd, zo veel was duidelijk. En net zoals de verplichte literatuurlijst de liefde voor lezen de nek omdraait, zo hebben architectuurreizen een bedwelmend effect op het enthousiasme voor stedebouw. Zo tegen het einde van de middag kon de meeste gemeenteraadsleden geen gevel of trapje meer zien.

Om de vrijdagavond nog enigszins ontspannen af te sluiten, besloot onze gids Helge ons mee te nemen naar een Schlagerfestival. Het festivalterrein lag pal naast een luchtverdedigingstoren uit de Tweede Wereldoorlog. Werkelijk prachtig om te zien voor de één, een beangstigende aanblik voor de ander. Mooi en verschrikkelijk tegelijk. Iets dat ook gold voor de Schlagers.

Dat we op het eind van die avond nog in een buurtkroeg pal naast het hotel zijn beland, was mede op initiatief van reisleider en griffiemedewerker Jos de Hoogh, die gedurende de dagen zo goed en zo kwaad als het ging op zijn kudde probeerde te letten. Ook hij kon echter niet voorkomen dat er die avond nog een taxi reed van de buurtkroeg naar St. Pauli. Waar ook stadsontwikkelaar Hans Thoolen in meereed.

„Ik vond het al zo vreemd dat ze voor driehonderd meter een taxi namen”, probeerde hij zich de ochtend erop nog te verdedigen. Ondanks de bewolking besloot hij zijn zonnebril die dag maar op te laten.

De Uitdaging – za 11 juli 2009

Het doel van het driedaagse werkbezoek van de Bredase gemeenteraad aan Hamburg moest vooral inspireren. Breda staat voor een immense herontwikkelingsopgave van zo’n slordige 160 hectare rond het station, de Belcrum en de Markoevers. Hamburg heeft een soortgelijke uitdaging: HafenCity. Ook rond het water en zo’n 155 hectare.

Hamburg, een stad van 1,74 miljoen inwoners, is na Berlijn de grootste stad van Duitsland. Geen vergelijking dus voor Breda, dat met 172.000 inwoners ruim tien keer zo klein is. Dat geeft meteen een beeld van de opgave in Breda. HafenCity behoort tot de grootste herontwikkelingsgebieden van Europa. Breda doet er nog een schepje bovenop. Aan ambitie dus geen gebrek.

Voor een aantal van de deelgebieden zijn de plannen al klaar en wordt er al druk gebouwd. Bij mij in de straat bijvoorbeeld, wordt het oude brouwerijgebouw getransformeerd tot een nieuwe woonbuurt. Nu kan ik vanuit mijn slaapkamer nog net het spoor zien en hoor ik ‘s nachts de goederentreinen voorbij denderen. Binnenkort zal het waarschijnlijk gedaan zijn met dat troostende geluid. Voor een aantal andere deelgebieden staat de hele ontwikkeling nog aan het begin. Dat geldt onder andere voor het terrein van de voormalige suikerfabriek CSM, waar nu voortvarend gesloopt wordt.

Juist de gebieden rond de Mark vragen om extra zorgvuldigheid. De oude industrie aan de westoever van de Mark moet zorgvuldig ingepast worden in het stedebouwkundig plan. Aan de oostzijde zal een compleet nieuwe wijk verreizen. Ook dat vereist verantwoorde keuzes. Wie nu verkeerde keuzes maakt, zit over twintig jaar opgescheept met een wijk waar niemand wil wonen of werken.

Het werkbezoek aan Hamburg heeft me gesterkt in de overtuiging dat de historie van een gebied altijd leidend moet zijn bij het opstellen van stedebouwkundige plannen en uitgangspunten. Aan de westoever is dat het oud-industriële karakter van de wijk, met de loodsen van Backer en Rueb en Van Puijfelik als meest aansprekende voorbeelden. Aan de oostkant moet de nieuwe wijk een link leggen met de rivier en de suikerindustrie die er ruim een eeuw heeft gehuisd.

Een eerste stap in die richting is inmiddels gezet. Enige tijd geleden was ik in de raad nog de enige die er voor pleitte om in het stedebouwkundig ontwerp van de oostoever te refereren aan de suikerindustrie. Dat kan door vorm en volume van de silo’s op die plek als uitgangspunt voor de nieuwe bebouwing te gebruiken en een aantal andere elementen, waaronder de karakteristieke gele letters van de CSM, te integreren in het ontwerp. Het feit dat wethouder Aarts me vertelde dat de gemeente Breda de letters inmiddels in haar bezit had, biedt goede hoop voor de toekomst.

De Reiziger – do 9 juli 2009

Reeperbahn, Hamburg
Reeperbahn, Hamburg

Goed, dat is dus niet handig om ‘nog even’ te gaan liggen als je klaar bent met het bijeenrapen van alle spullen en je nog een half uurtje over hebt. Zo miste ik niet alleen de koffie en het broodje op het stadskantoor, maar überhaupt de hele bus die ons vanochtend naar Hamburg zou brengen. En met de telefoon nog op vergaderstand mistte ik ook ieder bezorgd telefoontje.

Maar goed, een dag eerder stond ik nog een journalist te woord om ‘m uit te leggen dat het werkbezoek aan Hamburg echt geen snoepreisje betrof en dat, als ik het zelf had moeten betalen, ik ook meegegaan zou zijn om te leren van de herontwikkelingsopgave die deze Hanzestad rondom hun havenkwartier heeft gerealiseerd. Dus reisde ik per trein – en op eigen kosten – de bus met raadsleden achterna.

Voor 54 euro reed ik in zes uur naar Hamburg. Vanaf Deventer met de internationale trein die, zo ontdekte ik, in Duitsland ook stopcontacten hebben in de tweede klas. Wat dan weer niet gezegd kan worden van een internet-verbinding, aangezien het Duitse UMTS-netwerk alles behalve dekkend genoemd mag worden.

Ik arriveerde uiteindelijk nog op tijd voor het avondeten. En voor een avondje stappen zonder sluitingstijden met collega-raadsleden Hanneke, Sandra en Solveig. Het werd de Reeperbahn. Of eigenlijk, om precies te zijn, O’ Brian aan de de Große Freiheit.

Drie meiden en een homo op stap in de Reeperbahn, het zou zomaar een idee voor een sitcom kunnen zijn.