Dipster – zo 26 apr. 2009

iPod
iPod

De feestjes bij Joost zijn misschien niet legendarisch. Maar wel heel leuk. Daarnaast blijft een deel van het gezelschap ook altijd slapen, ondanks dat Eindhoven toch al weer enige tijd is aangesloten op het nachtnet.

Het was Gijs die ‘s morgens als eerste mijn iPod vond om eens te kijken welke foute muziek er allemaal opstond. En vond hij al snel Chesney Hawkes. En Rick Astley. En ‘Heaven is a Place on Earth’, van Belinda Carlisle. En het hele repertoire van Tokio Hotel.

Dat het ding verder vol stond met Sound Garden, Pearl Jam, Green Day, Stone Temple Pilots, Placebo, Vampire Weekend, The Killers, The Goo Goo Dolls en andere retegoeie muziek, kon mijn verbrijzelde imago niet meer redden. „Ik snap het wel hoor”, zei Gijs. „Ik zou ook naar ‘The One and Only’ van Chesney Hawkes luisteren als ik me een keer kut voel.”

Geruisloos trok ik het uiteinde van mijn slaapzak tot ver over mijn hoofd.

Hipster – za 25 apr. 2009

iPod met WESC-hoofdtelefoon
iPod met WESC-hoofdtelefoon

Ik had dus al een tijdje zo’n überhippe koptelefoon van het kledingmerk WESC. Een koptelefoon is namelijk al lang niet meer een accessoire om je persoonlijke geluidsomgeving mee te creëren. Een koptelefoon is een fashion-statement.

Het werd dus onderhand ook maar eens tijd om daar de bijbehorende iPod bij aan te schaffen. Da’s voor mij een tamelijk novum, aangezien ik de eerste ruim 29 jaar van mijn leven nooit de behoefte heb gevoeld rond te lopen met een Walkman. De enige draagbare audio-apparatuur die ik bezit zijn een paar ouderwetse Uher-bandrecorders die ik gebruikte in mijn tijd als radioverslaggever.

Maar ik moest wel toegeven. De vrijwel dagelijkse inbreuk op het natuurlijk recht op stilte dat iedere reiziger in een stilte-coupé heeft, was niet langer draagbaar. Een iPod is dat wel. Vanaf nu kan ik met mijn persoonlijke audio-omgeving van mijn treinreis genieten, ongehinderd door jengelende kinderen, telefonerende mensen of ander spul dat niet in een stiltecoupé thuishoort. Sterker nog, ik hoef niet eens meer op zoek naar de altijd aan het einde of (als uitdaging voor de reiziger) dan weer ineens aan het begin van de trein gesitueerde stilte-zone.

En daarnaast… het is best wel duf om met een koptelefoon rond te lopen als daar geen muziekspeler aan vast zit.