Meat the Truth, zo heette Marianne Thiemen’s eigen Al Gore-momentje. Een vijf kwartier durende film over de bio-industrie en de gevolgen daarvan.
Nu ben ik anderhalf jaar geleden vagetariër geworden om ongeveer precies de redenen waarom Marianne Thiemen die film niet gemaakt heeft. Persoonlijk ben ik er namelijk van overtuigd dat dieren opgegeten behoren te worden. Simpel gevalletje voedselketen.
Ik ben er ook niet degene naar om menselijke gevoelens te projecteren op dieren. Basale emoties, zoals blijheid of verdriet zal een dier ook nog wel kennen, alhoewel verdriet misschien al weer meer diepgang impliceert dan de meesten kunnen hebben. Ik ben dus ook pro-biologisch, anti-bio-industrie of, zoals ik dat ooit omschreef, simpelweg tegen uitbuiting en uitputting. Ik ben vagetariër geworden omdat ik het 1) niet meer te verdedigen vond dat voor één kilo vlees zo’n zeven kilo groenten uit andere, armere landen geïmporteerd wordt (voor biologisch vlees nog meer!) en dus het voedsel in de wereld oneerlijk verdeeld is; 2) er nog steeds op grote schaal ontbost wordt voor de verbouw van diervoeder en 3) omdat de vleesindustrie voor zo’n 18% verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen, met name methaan en CO2.
Het DWARS-kamp had nu eenmaal als thema de dierenrechten meegekregen, dus ik moest de 76-minuten durende klaagzang van Thiemen wel aanhoren. Maar los van her en der wat feitelijke onjuistheden is het bovcenstaande grosso modo wel haar boodschap. De vraag is waarom ze zo ontzettend lang nodig heeft om dit simpele punt te maken: éét een paar dagen per week ‘ns geen vlees.
Gelukkig was er later weer gewoon een estafette en een kampvuur met moordspel.
Een vagetariër is een vage vegetariër?
[sÇ: helemaal correct.]
Mijn bijdrage: ik eet al jaren (bijna) geen frikandellen meer.
[sÇ: de frikandellen zullen je dankbaar zijn.]