Homo Laetus – zo 31 aug. 2008

liedjes

Hoe krijg je de de voorzitters van de JOVD, JS en JD aan het spijkerpoepen? Door ze uit te nodigen op een DWARS-congres.

Maar behalve dit wat gênante moment, waar ondanks heftig verzet ook ik aan moest geloven („wie te oud is om te spijkerpoepen is te oud voor DWARS”, was uiteindelijk het winnende argument) konden ze de fles wijn dan wel weer waarderen. Ze waren uitgenodigd voor een debat over, met name, dierenrechten. Waarbij iedereen het idee om gedetineerden in te zetten voor experimenten in plaats van proefdieren geloof ik toch wel afwees, ook als het op basis van vrijwilligheid is. Gelukkig.

Overigens zijn er twee mensen gestoken door de hardnekkige wespen die gedurende het weekeinde het DWARS-kamp bezochten. Daarvan heeft het er minstens één, de wesp die mij in mijn nek stak, overleefd. Waarvoor het overigens wel nodig was om het beestje eerst een minuut te laten bungelen en vervolgens er voorzichtig af te laten tikken.

Het eindigde onder een blauwe hemel in de warme zomerzon, deze laatste dag van augustus. Bart pakte nog eenmaal de gitaar. Uit volle borst en geheel tweestemmig volgde Breakfast at Tiffany’s.

Homo Carnarius – za 30 aug. 2008

basisdemocratisch strategie-overleg aanpak estafette

Meat the Truth, zo heette Marianne Thiemen’s eigen Al Gore-momentje. Een vijf kwartier durende film over de bio-industrie en de gevolgen daarvan.

Nu ben ik anderhalf jaar geleden vagetariër geworden om ongeveer precies de redenen waarom Marianne Thiemen die film niet gemaakt heeft. Persoonlijk ben ik er namelijk van overtuigd dat dieren opgegeten behoren te worden. Simpel gevalletje voedselketen.

Ik ben er ook niet degene naar om menselijke gevoelens te projecteren op dieren. Basale emoties, zoals blijheid of verdriet zal een dier ook nog wel kennen, alhoewel verdriet misschien al weer meer diepgang impliceert dan de meesten kunnen hebben. Ik ben dus ook pro-biologisch, anti-bio-industrie of, zoals ik dat ooit omschreef, simpelweg tegen uitbuiting en uitputting. Ik ben vagetariër geworden omdat ik het 1) niet meer te verdedigen vond dat voor één kilo vlees zo’n zeven kilo groenten uit andere, armere landen geïmporteerd wordt (voor biologisch vlees nog meer!) en dus het voedsel in de wereld oneerlijk verdeeld is; 2) er nog steeds op grote schaal ontbost wordt voor de verbouw van diervoeder en 3) omdat de vleesindustrie voor zo’n 18% verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen, met name methaan en CO2.

Het DWARS-kamp had nu eenmaal als thema de dierenrechten meegekregen, dus ik moest de 76-minuten durende klaagzang van Thiemen wel aanhoren. Maar los van her en der wat feitelijke onjuistheden is het bovcenstaande grosso modo wel haar boodschap. De vraag is waarom ze zo ontzettend lang nodig heeft om dit simpele punt te maken: éét een paar dagen per week ‘ns geen vlees.

Gelukkig was er later weer gewoon een estafette en een kampvuur met moordspel.

Homo Caedens – vr 29 aug. 2008

moordspel rond het kampvuur

„Goh. Kom je hier slapen”, vroegen de collegae toen ik nog even binnenliep bij Stichting Natuur en Milieu. En trouwens ook bij GroenLinks, toen ik daar arriveerde. Met een volgepakte rugzak stapte ik beide werkplekken binnen.

Het jaarlijkse – althans, jaarlijks, dit jaar voor de tweede keer – DWARS-kamp zou vanavond beginnen. Een kampeerboerderij in Amerongen was dit maal de locatie die ons de komende dagen een onderkomen zou gaan bieden. Vakantieoord de Bosrand, heette het. Wat verklaard werd door de ligging van de Boerderij aan, inderdaad, de rand van het bos.

Dat we geblinddoekt en aan een touw het bos in werden geleid voor een dropping en vervolgens eerder terug waren op onze kamplocatie dan de droppers zelf, was natuurlijk een glorieuze overwinning voor de democratie. Bij DWARS wordt immers geen stap gezet of geen richting gekozen voordat er eerst uitgebreid over gediscussiëerd wordt en alle voor en tegens zorgvuldig tegen elkaar afgewogen zijn. Basisdemocratie is niet alleen een ideaal, het is een levenswijze.

Om vervolgens rond een kampvuur (lees: vuurkorf) het vorig jaar door Niels geïntroduceerde en inmiddels traditionele moordspel maar weer eens van stal te halen. Geen echte moord overigens hoor, dus De Tegegier kan met een gerust hart gaan slapen.

Homo Contendens – zo 26 aug. 2007

Marithjuh en ik. Foto: Richard v.d. Weste

In colonne liepen de kamp-deelnemers terug naar het station. Het vooruitzicht van het nakende afscheid lag zwaar op ieders gemoed.

Enkelen hadden we achter moeten laten. Zij zouden nog wat laatste zaken opruimen en regelen, of moesten met een latere trein in de richting van Groningen. Wij, veruit de grootste groep, zakten af naar het zuiden.

In Amersfoort ontvielen ons weer enkele mensen en konden we het gezelschap van vijf vierzitters al terugbrengen tot drie. Nadat we in Utrecht aankwamen, splitste de groep zich opnieuw.

Met Jan-Lars en Rick reisde ik nog door tot ‘s Hertogenbosch. Daar was het mijn beurt om te verlaten. Mijn reisgenoten zakten verder af naar Eindhoven en Maastricht, terwijl ik alleen mijn reis in de richting van Breda vervolgde.

Toen ik eenzaam in de coupé zat, kwamen flarden van herinneringen aan het afgelopen weekeinde boven. Hoe mijn team tot twee maal toe won met touwtrekken, het gesprek met Kathalijne Buitenweg, hand in hand door het bos wandelen met de überschattige Maritjuh, het onmenselijke geschreeuw om de groep wakker te krijgen en hoe iedereen de slaap uit de ogen wreef en het hooi uit de slaapzak klopte in de tot slaapzaal omgebouwde hooizolder.

Terwijl de aftiteling over mijn netvlies rolde, werd Breda omgeroepen. Intens gelukkig stapte ik uit. Het afgelopen weekeinde was ik thuis. Nu was ik het weer.

Homo Activus – za 25 aug. 2007

Foto: Richard v.d. Weste

Breedgrijnzend kwam Niels zaterdagmiddag het terrein oplopen. In zijn linkerhand had hij een pak rosé. „Vijf liter”, riep hij in mijn richting, „twee-en-een-half voor jou en twee-en-een-half voor mij”, en wierp het pak in mijn richting.

Het DWARS-kamp werd gehouden op een scouting-terrein in Assen. Vooraf was gemeld dat er bedden aanwezig waren en dat we slechts onze slaapzak en bij voorkeur wat schoon ondergoed hoefden mee te nemen. Bedden bleken er echter niet te zijn en dus had de organisatie bij een nabijgelegen boerderij enkele balen hooi gekocht. De zolder van het scouting-gebouw werd aldus voorzien van een flinke laag hooi. Mensen met een allergie waren naar buiten verbannen.

Zo hadden we al een nacht geslapen. Om te voorkomen dat de hooi-sprieten in mijn neus en oren zouden steken, diende het voeteneind van de slaapzak van kampgenoot Rick als hoofdkussen. De kunst van het kamperen is het minimaliseren van het tegenovergestelde van comfort. Daarnaast lagen de voeten van Rick onverwacht prettig, maar dat geheel terzijde.

Het dagprogramma bestond uit een workshop openbaar spreken en een ontmoeting met een moslima, en verder uiteraard uit de nodige spelletjes, die naar de beste FYEG-traditie ‘energizers’ werden genoemd. En toen kwam Niels dus aan met zijn Rosé.

We hebben ons best gedaan. Voor, tijdens en na een prachtige wandeling door de Assense bossen, waarbij op bijzondere punten verhalen werden verteld of uitvoeringen werden opgevoerd, waaronder een opvallend sterke uitvoering van Peter en de Wolf. Rond het kampvuur werd tot drie keer toe het moordspel gespeeld.

Toen we uiteindelijk om vijf uur ‘s ochtends nog meenden pan-tosti’s te moeten gaan bakken en daarbij iedereen wekten door eerst herrie te maken in de keuken en daarna ook nog eens het brandalarm lieten afgaan, leek het Niels en mij een goed moment om maar te gaan slapen. We waren intussen ook al lang overgeschakeld op andere dranken. Ergens in Assen ligt nog steeds een pak met een restje rosé als stille getuige van onze moedige poging.

Homo Circumsedere – vr 24 aug. 2007

foto: Richard v.d. Weste

Het was een flink stuk treinen, naar Assen. En op het station dienden we daadwerkelijk uit te stappen aan de centrumzijde en niet aan de oostzijde van het station. Iets dat ik uiteraard aanvankelijk fout deed.

Ondanks de omweg kwam ik nog ruim op tijd voor het eten en de daaropvolgende diversiteitsdiscussie op dit DWARS-kamp. Want hoewel iedereen het er wel over eens was dat je in je eentje niet divers kan zijn, vond wel iedereen dat hij of zij iets bij kon dragen aan de diversiteit voor de groep als geheel. En kwamen we er vervolgens eigenlijk ook achter dat onze vriendenkring misschien wel divers is, maar ook weer niet superdivers. Iedereen mist nog wel een paar etniciteiten op zijn of haar verjaardag.

Aangezien er geen bureaus zijn waarbij je voor dit soort gelegenheden een Turk of Marokkaan kunt huren, zijn er twee mogelijkheden. Straattaal leren en daarna vragen of die tantoe spange Indo met die dope pattas je nieuwe mattie wil zijn, of het er gewoon bij laten zitten en accepteren dat je wellicht wel open staat voor diversiteit, maar dat je daarmee nog niet automatisch een heel diverse kennissenkring hebt.

We deden dat laatste en speelden daarna zeer competitief het smokkelaarspel in een donker bos. En aangezien mensen je veel minder snel zien zonder zaklamp, lieten we die, naar mate het spel vorderden, steeds vaker uit. Gekneusd, gebroken of doorweekt met slootwater zaten we een uur of wat later tevreden rond een kampvuur.