Enrique en zijn vrienden in een gehuurde Casa vlakbij het strand waren weliswaar aardig, maar hun idee van vacantie was tamelijk ééndimensionaal. En aangezien het niet onze bedoeling was een vacantie te houden die we voor een fractie van de prijs ook in Salou hadden kunnen beleven, besloten we de volgende dag La Paloma al weer te verlaten en tegen de avond door te reizen naar Cabo Polonio.
Cabo Polonio is een soort poliep aan de kust van Uruguay net stranden in drie richtingen. Het licht verscholen achter een immens duingebied en is alleen te bereiken met een four-wheeldrive. Overdag rijden er eens per uur legervoertuigen heen en weer om de mensen van en naar het kleine dorpje te brengen, dat verstoken is van riolering, electriciteit en aansluiting op het GSM-netwerk.
Pas bij het overstappen op de camionette, kwamen we erachter dat we een klein, maar belangrijk onderdeel van onze geleende campinguitrusting in La Paloma hadden achtergelaten: het afsluitdopje van één van de luchtbedden. En dan ook nog dat exemplaar waar ik op moest slapen. Aangezien ik niet houd van het incompleet terugbrengen van geleende spullen, en al helemaal niet van slapen op de grond, besloot ik terug te rijden naar La Paloma.
De dopjes waren snel gevonden. Dat gold ook voor enig gewassen ondergoed dat nog te drogen hing. Ik maakte rechtsomkeert en vervolgde de autorit die ik overleefde op crackers en peuken. Ik was nog op tijd voor de laatste Camionette die, in tegenstelling tot wat wij dachten, niet pas om twee uur ‘s nachts maar al om middernacht vertrok.
Een half uur later kwam ik – tot geruststelling van Perlita die zich ernstig zorgen maakte over of ik de laatste camionette wel gehaald zou hebben – aan op La Paloma en gingen we de kroeg in om te kijken naar een foute reggae-band. En uiteraard hebben we op de terugweg uren moeten zoeken naar ons huisje. Coba Polonia heeft niet alleen geen straatverlichting, de volle maan die ons op de heenweg nog enige bijstand verleende, was inmiddels ondergegaan en we konden letterlijk geen hand voor ogen zien. En dan kan een klein strandporpje ineens verdomd groot lijken.
stoer verhaal
[sÇ: stoer? zolang ik maar op een luchtbed kan slapen.]
Hehehehe. Ik hou van zulke verhalen. :-) Brings back the memories.
[sÇ: herinneringen? welke herinneringen?]
’t Is dat je twittert, anders zou ik denken dat je dood was. Of is d’r weer ’n festival?
[sÇ: i tweet, therefore i exist.]