De Naald – do 30 apr. 2009

Niet alleen als mens, ook als republikein schijn je een mening te moeten hebben over de mafkees die op Koninginnedag dwars door het publiek heen reed in een mislukte poging de bus van de koninklijke familie een kromme achteras te bezorgen.

Ik weet niet meer tijdens welk radioprogramma ik die vraag hoorde, maar hij was er opeens, subtiel verwerkt in een vraaggesprek. „Wat vindt U hier als republikein nu van?” Alsof een republikein het niet erg zou vinden dat er mensen doodgereden worden door een zwarte Suziki Swift. Alsof mensen die langs de kant staan bij koninginnedag niet waardevol zouden zijn. En alsof een republikein het niet erg zou vinden als de koninklijke familie om het leven gebracht zou worden.

Voor de duidelijkheid, een republikein loopt niet de hele dag met een kapmes tussen de tanden plannen te beramen hoe Trix en consorten om te brengen. Sterker nog, eerlijk gezegd ben ik helemaal niet zo ontevreden over onze Koningin. In het zeer onwaarschijnlijke geval dat er in de nabije toekomst presidentsverkiezingen gehouden zouden worden, zou ik waarschijnlijk nog op haar stemmen ook.

Ergens halverwege de jaren ‘90 was ik enige tijd actief bij ParGo, de parlementaire werkgroep van DWARS. We besteedden onze tijd aan het opstellen van een politiek programma. Het waren de vrolijke dagen van Paars I, waarin alles dat los en vast zat geprivatiseerd moest worden. Aangezien we van mening waren dat het ‘afschaffen’ van het koningshuis iets te onvriendelijk klonk, besloten we in het programma op te nemen dat we vonden dat het koningshuis dan maar geprivatiseerd moest worden.

Ineens moet je als republikein een mening hebben over een tamelijk amateuristische aanslag op het koningshuis. Belachelijk. Net zo belachelijk als de vraag aan moslims afstand te nemen van de terroristische aanslagen die door doorgeslagen idioten in naam van het geloof worden gepleegd.

Homo Excogitens – wo 11 juni 2008

opening

Eindelijk was het zover: het Nationaal Museum voor Grafische Vormgeving, inmiddels omgedoopt tot Graphic Design Museum, werd geopend. Door niemand minder dan hare koninklijke majesteit, de koningin.

De openingshandeling was dan wellicht niet heel spectaculair, het museum zelf is meer dan de moeite waard. Niet zomaar een affiche-museum, maar een overzicht van de veelheid aan disciplines binnen de vormgeving. De rood-gele ontwerpen van Van Nelle koffie bijvoorbeeld, of het papiergeld van de bejubelde Ootje Oxenaar.

Aanvankelijk waren de raadsleden weggestopt in het museumcafé, vanaf waar zij de opening vanaf een beeldscherm konden volgen. Op het laatste moment werd deze misser nog enigszins rechtgezet door in ieder geval de fractievoorzitters nog een plaats te geven in het auditorium. Bij de koningin dus.

Nu heb ik zelf niet de indruk dat hare majesteits glorie op mij afstraalt door in dezelfde ruimte te zitten en heb ik ook niet de behoefte gevoeld om haar aan te spreken of een handje te geven. Mij dunkt dat Beatrix al door genoeg mensen wordt lastiggevallen. En uiteraard waren er ook onder de 225 genodigden mensen die het niet konden laten de koningin vast te leggen op fototoestel of telefoon. Gênant. Je vraagt je onwillekeurig af of dit soort plichtplegingen haar niet de koninklijke strot uitkomt.

Gelukkig heeft de koningin een bijzondere belangstelling voor kunst en design. Dat de rondleiding door het museum haar uitermate goed bevallen is, geloof ik dan ook meteen. Ik kan ‘m iedereen in ieder geval van harte aanbevelen.