Homo Compromittens – do 20 mrt. 2008

Bredestraat (foto: Edwin Wiekens)

Ooit, bij de behandeling van de begroting anderhalf jaar geleden, kwam het CDA ineens met een plan om een woonwijk te gaan bouwen boven de Bredestraat. Behalve de SP was niemand voorstander van dat onzalige plan.

Desondanks stond er een half jaar later in de Kadernota dat in een onderzoek in het kader van de structuurvisie in een onderzoek ook meegenomen zou worden wat de mogelijkheden waren van bouwen boven de Bredestraat. En sindsdien zorgt de Bredestraat voor reuring in de politiek. Zo ook deze raadsvergadering, toen D’66-raadslid Bart Vos met een motie kwam om het onderzoek naar bouwen boven de Bredestraat te schrappen.

Nu is GroenLinks helemaal niet bang voor een onderzoek naar bouwen boven de Bredestraat. We zijn er van overtuigd dat aangetoond zal worden dat het ecologisch niet verantwoord is om daar te bouwen, de grond er vanwege de waterhuishouding ook niet geschikt voor is en dat het, met alle infrastructurele kosten, aanleg van voorzieningen en de benodigde natuurcompensatie ook nog eens financiëel onaantrekkelijk is. Ook zal blijken dat het ontwikkelen van de Bredestrat ten koste zal gaan van de uitwerking van andere plannen elders in de stad. Je vult dus het ene gat met het andere. Het CDA is daar echter allemaal niet zo zeker van.

Laat dat onderzoek er daarom asjeblieft komen. Alleen met een objectief onderzoek kan ook het CDA ervan overtuigd worden dat bouwen boven de Bredestraat een zinloos plan is en dat andere bouwlocaties veel zinvoller zijn om snel te ontwikkelen. Met de resultaten van het onderzoek in de hand, kan het plan van bouwen boven de Bredestraat dan definitief van tafel.

Homo Struens – do 15 nov. 2007

Structuurvisie

De Structuurvisie 2020 is een gemeentelijk document waarin de contouren voor de ruimtelijke ordening voor de komende jaren wordt vastgelegd. In een opiniërende raadsvergadering, een unicum in de Bredase politiek, werd een avond lang slechts over dit document gesproken.

Eigenlijk was de vergadering niet veel meer dan een opgetuigde commissievergadering. Voordeel is wel dat een raadsvergadering letterlijk wordt genotuleerd en ook wordt uitgezonden op de lokale televisie. Tot slot: bij een raadsvergadering is zo’n beetje elk raadslid aanwezig, ook diegenen die zich doorgaans niet met Ruimtelijke Ordening bemoeien.

Over het algemeen is GroenLinks best te spreken over de structuurvisie. Hieronder onze belangrijkste bevindingen, die eerder uitgebreid in de fractie, maar ook met een werkgroep van de leden is besproken.

Eén van de belangrijkste vraagtekens die we stellen is de groei van de Bredase bevolking. Het college stelt telkens dat Breda in 2020 grofweg 185.000 inwoners heeft. Dat getal is hoogst discutabel. Cijfers uit het rapport ‘Structurele Bevolkingsdaling’ van de Universiteit van Maastricht wijzen op een bevolkingsomvang van maximaal 181.000. Dit heeft een aantal consequenties, namelijk voor de behoefte aan uitbreiding van de woningvoorraad en de voorspellingen van de benodigde groei van het aantal arbeidsplaatsen. En dat heeft op zijn beurt weer zijn weerslag op het benodigde aantal bedrijventerreinen.

Dat kan namelijk flink omlaag om drie redenen. Allereerst: de herstructureringsopgave voor al bestaande bedrijventerreinen moet flink omhoog. Als de leegstand hier kan worden verminderd omdat deze terreinen aantrekkelijker worden, is behoefte aan nieuwe terreinen een stuk kleiner. Ten tweede: de groei van het aantal arbeidsplaatsen hoeft niet bovengemiddeld veel groter te zijn dan de bevolkingsgroei. We hebben weliswaar een centrumfunctie, zeker wanneer de HSL-shuttle vanuit Breda naar Antwerpen en Rotterdam zal gaan rijden, maar de arbeidsplaatsen moeten ook enigszins gespreid worden over de hele regio. En ten derde: als Breda zich echt wil concentreren op dienstverlening als een belangrijke economische peiler, zal eerder behoefte zijn aan kantorenlocaties en minder aan algemene bedrijvenlocaties. En leegstaande kantoren hebben we voorlopig voldoende.

De mogelijkheid om op plaatsen flink hoog te bouwen, heeft ook bij ons nog tot heel wat discussies geleid. Wij zijn echter niet dogmatisch tegen hoogbouw en willen ook niet vasthouden aan het onwezenlijke idee dat ‘de kerk het hoogste gebouw van de stad moet blijven’. Al bouwen ze dingen van 250 meter. Nu is dat laatste vooralsnog niet aan de orde, maar 140 meter wordt al wel genoemd. Wij zullen elke vorm van hoogbouw toetsen aan drie dingen: is het stedebouwkundig verantwoord, is de beeldkwaliteit in orde en kunnen de extra verkeersstromen afgewikkeld worden. Voldoen een plan daaraan, dan is het wat ons betreft in orde. Wie pleit voor een compacte stad, zal op plaatsen nu eenmaal de hoogte in moeten.

Een laatste, maar belangrijk kritiekpunt was het groen. De bescherming van het buitengebied is in de structuurvisie redelijk fatsoenlijk beschreven, maar op de plankaarten en uitvoeringskaarten niet terug te vinden. Van onze kant het pleidooi om die groene plannen hetzelfde gewicht te geven als de ‘rode’ plannen in het stuk.

Uiteraard kwam de discussie over het CDA-plan om te gaan bouwen boven de Bredestraat ook terug in de discussie. Daaruit volgde eens te meer dat daar, behalve CDA, SP en Leefbaar, in de Gemeenteraad geen voorstanders voor te vinden zijn.

Homo Pecuniarius (2) – do 2 nov. 2006

oud geld

Spanningen, veel telefoontjes en boze gezichten. Dat tekende de sfeer van de behandeling van de begroting 2007. In een acht uur durende marathonsessie werd de begroting van ruim 530 miljoen aangenomen. Maar de belangrijkste discussie ging niet over de cijfers, maar om de vraag wel of niet te bouwen boven de Bredestraat.

In tegenstelling tot de wat matte kadernotabehandeling, was de begrotingsbehandeling dit jaar een feest voor de politieke theaterbezoeker. Niet alleen omdat er nog 450 duizend euro te verdelen viel, maar ook omdat sommige fracties alvast een voorschot wilden nemen op toekomstige begrotingen. Met name het CDA had daar een handje van.

Het was met name het CDA dat in deze begroting aanleiding zag om met eigen, onuitgewerkte plannetjes te komen. Al enige dagen liep fractievoorzitter Lips vrolijk door het stadhuis met de mysterieuze mededeling dat hij en plannetje had. En plannetje van 23 miljoen, zo lazen we op de dag van de begrotingsbehandeling in de krant. Een plannetje om te gaan bouwen boven de beruchte Bredestraat.

Dit idee, gevat in en motie ie opdroeg tot het doen van een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan, hing als een zwaard van Damocles boven de coalitie. Hoewel het woord onaanvaardbaar als zodanig niet werd genoemd, was duidelijk dat deze motie voor de coalitiepartners op zijn minst moeilijk te verteren zou zijn. Zeker ook voor GroenLinks, vanwege het groene karakter van het gebied. En hoewel Lips de motie presenteerde als een plan om het Bredase woningtekort op te lossen, konden we ons niet aan de indruk onttrekken dat de grondopbrengsten op dit project het echte motief was. Opbrengsten die overigens pas ver na deze coalitieperiode zouden binnenstromen en, na aftrek van de kosten van groencompensatie, sociale en economische infrastructuur, ongetwijfeld maar een fractie zouden bedragen van de ons voorgehouden CDA- worst van 23 miljoen.

Een nog groter bezwaar was echter de manier waarop met het onderwerp werd omgesprongen. Het bouwen boven de Brede Straat, ten noorden van de bebouwing in de Haagse Beemden kent en lange voorgeschiedenis waarbij ambtenaren een geheime deal gesloten zouden hebben met Amstelland-Heijmans. De deal ketste af in de raad, mede op ecologische motieven.

Nu alsnog tussen de begroting door nog even het bouwen boven de Bredestraat fiatteren, zou gekkenwerk zijn. Wie zich in Breda bezig houdt met bouwplannen, weet dat er een vaste volgorde is waarin afwegingen gemaakt moeten worden. Allereerst kijk je naar de behoefte aan extra nieuwe woningen of bedrijvenlocaties. Wanneer je constateert dat die behoefte er is, inventariseer je de sociaal, ecologische en infrastructurele randvoorwaarden waarbinnen zo’n locatie ontwikkeld kan worden, vervolgens ga je op zoek naar de meest geschikte plaats om te bouwen en dan ontwikkel je een planexploitatie waarin al deze kaders zijn meegenomen in de hoop dat de exploitatie nog enigszins winstgevend is of op zijn minst kostenneutraal. En last but not least ga je met het hele plan de boer op om met de bevolking tot een zorgvuldige inpassing te komen.

Het CDA deed het andersom: zij willen geld uitgeven en denken daarvoor het gebied boven de Brede Straat wel eens eventjes in te kunnen zetten. Het voorstel mist verder alles: geen aangetoonde behoefte, geen sociale, ecologische of infrastructurele randvoorwaarden, geen integrale afweging, geen locatieonderzoek, geen planopzet, geen doorgerekende grondexploitatie en nul komma nul communicatie met de betrokken burgers in de Haagse Beemden.

De motie heeft het uiteindelijk niet gehaald. Slechts Leefbaar Breda wilde het plan ondersteunen. En ook een andere CDA-motie over het aanpakken van de Ginnekenweg Noord legde het af tegen een financieel beter te bolwerken alternatief van de VVD. Een slechte dag voor de CDA-fractie, die door zijn manier van communiceren voor behoorlijke spanningen binnen de coalitie had gezorgd en zich aan het einde van de begrotingsbehandeling behoorlijk geïsoleerd moet hebben gevoeld. De eerste begroting van de nieuwe coalitie werd uiteindelijk door een ruime meerderheid aangenomen. Inclusief de goedkeuring van de grootste oppositiepartij, de VVD.