Eeuwig gaat voor Oogenblik

fotorolletje

Best handig natuurlijk, zo’n digitaal fototoestel. Je drukt de foto af en ziet direct het resultaat. En als dat niet bevalt, maak je nog een afdruk, en nog één. Net zolang totdat het resultaat tevreden stemt. De opslagcapaciteit van een flash-kaartje is, voor alle praktische doeleinden, nagenoeg oneindig. De romantiek rondom de fotografie is effectief om zeep geholpen.

Hoe anders was dat nog maar enkele jaren geleden. Een luxe als je op vakantie ging met meer dan twee rolletjes van 36 opnamen. Elke afdruk was zeldzaam, elke foto moest perfect zijn. Scherptediepte, uitkadering en precies de juiste sluitertijd om iets van beweging in de foto te krijgen. En dan, op precies het juiste moment… knip. Zelfs de keuze van de film was een elegant compromis tussen de specifieke kenmerken van de 24 of 36 mogelijke locaties waar de camera uit zijn beschermhoes genomen zou worden. Korrelgrootte, lichtgevoeligheid. Kleur of toch klassiek zwart-wit. En in dat laatste geval, de Ilford HP5 of de FP2? Of toch de Tri-X van Kodak.

Maar nog meer dan het ritueel van kiezen en knippen, was toch vooral het wachten op de afdrukken een oefening in geduld. Het rolletje, mits volgeschoten, werd teruggewonden ingeleverd bij de fotograaf, die er tot soms wel een week over deed voordat de foto’s gereed waren. Thuis aangekomen vormde het pakketje afdrukken de basis van weer een nieuw ritueel. Met een versgezette kop koffie op tafel begon de herbeleving. Hoe anders is dat nu, waar op elke seconde op elke plek wel iets door iemand wordt vastgelegd op weer een nieuwe digitale gadget, om vervolgens massaal op de timeline van facebook te worden gedumpt. Beeldinflatie.

Een analoge foto legt niet een beeld vast. Het vereeuwigt een ogenblik. In mijn fototoestel zit nog een half volgeschoten Kodak Portra. Geduldig wachten wij samen een goed moment af, het rolletje en ik. Om opnieuw te beleven. Met een stevige mok verse koffie.

Homo Photographicus – za 27 dec. 2008

variabele lens

Zaterdag. Een doodgewone zaterdag. Waarop mensen gewoon weer een beetje kunnen consumeren. Da’s goed voor de economie.

En dus begon ik me al vast klaar te maken voor de grote reis. Allereerst een bezoekje aan de kapper en vervolgens naar de fotowinkel. Want ik moest natuurlijk fotorolletjes hebben.

En dus stapte ik vrolijk de fotozaak binnen voor twee rolletjes Kodak NC 160 asa. De jongste bediende keek me vragend aan. In de koelkast, wees ik naar een plek achter de kassa om er vervolgens achter te komen dat de plek waar ooit een koelkast met fotorolletjes stond akelig leeg was. De jongste bediende keek vervolgens, nog steeds even vragend, zijn bazin aan. Ik deed hetzelfde.

De bazin liep vrolijk naar achteren en verzette een stapel dozen van waarachter de koelkast in het zicht verscheen. Ze pakte twee rolletjes Kodak NC 160 asa en gaf ze aan de jongste bediende die ze vervolgens onder de scanner hield.

‘Bliep’, zei de computer, maar er verscheen geen prijs op het kassascherm. „Zes euro vijftig per stuk”, zei de bazin, die zich ineens realiseerde dat de fotorolletjes nog nooit in het systeem waren ingevoerd. „och”, zei ze schouderophalend, „we verkopen ze toch nooit.”

Onwillekeurig voelde ik me hopeloos ouderwets toen ik schuchter de fotozaak verliet.

Homo Photograficus – za 25 okt. 2008

Breda Photo 2008

Voor het eerst sinds drie jaar werd er in Breda weer een editie van Breda Photo gehouden. Het Chassé Park vormde het decor voor metershoge prints van foto’s van fotografen van alle hoeken van de wereld, waaronder ook een expositie van de vermaarde Martin Parr.

De organisatoren waren terecht trots en hadden een rondleiding geregeld voor de cultuurwoordvoerders van de gemeenteraad. Ondertussen informeerden ze ons over de financiële huishouding van het festival, de toekomstplannen en de rol van de gemeente in het geheel.

Het viel te verwachten: de gemeentelijke bijdrage zou wel wat omhoog mogen. Zonder nu meteen blanco cheques af te geven, kan ik daar wel inkomen. Juist vanwege het feit dat een deel van de exposities buiten te zien is, maakt het een laagdrempelig en toegankelijk festival. En het festival past ook prima binnen het thema beeldcultuur, waar Breda zich mee wil verbinden.

Het begint ergens op te lijken: een bijzonder sterke editie van Breda Photo, eerder dit jaar de eerste eeditie van het Graphic Design Festival en in het voorjaar van 2009 een filmfestival dat zich met name richt op films op het snijvlak van vormgeving en beeldcultuur. Dat klinkt nu nog wat vaag, maar ik heb er alle vertrouwen in dat deze drie festivals, samen met het Graphic Design Museum een stevig fundament zijn voor de culturele profilering van Breda.