Goed, Jaap en ik moesten in Gouda wel even uitstappen om in het voorste treinstel van de koploper terecht te komen, maar vanaf dat moment hadden we ruim voldoende plek. We hadden een lange reis voor de boeg, dus een mens kan maar beter een beetje ruimte hebben.
De lange reis smeekte bijna om een alcoholische versnapering. En aangezien de trein in Utrecht acht minuten zou stilstaan, wilden we wel een poging wagen binnen die tijd een slijterij te vinden. Aan de jaarbeurszijde van Hoog Catharijne vonden we ons doel. Met een fles twaalf jaar oude Cragganmore, twee halve liters bier en een paar Whiskey-glazen renden we terug naar ons perron. Met een marge van twintig seconden stapten we terug in onze trein.
Aangekomen in Groningen checkten we in bij het Schimmelpenninckhuys, liepen we naar het Brussels Lof voor een vegetarische maaltijd en pikten we onderweg Mickey en metgezel op, die zich op de Grote Markt al laafden aan een biertje.
Onze missie: Rufus Wainwright, die die avond zou optreden in de Oosterpoort. Aan concertrecensies doe ik niet, maar ondanks het feit dat we tijdens het zitconcert helemaal achter in de zaal stonden (het eten liet iets te lang op zich wachten), was het allemaal gewoon briljant. Iets wat ook gold voor de imiddels bijna traditionele travestie-act waarop Rufus aan het einde van zijn show zijn publiek fêteert.
Na afloop liepen we eerst nog naar een Ierse pub, maar eindigden we in de Golden Arm, een gay-club waar we, volgens Mickey, echt naar toe moesten. Het was zo rustig dat je er een kanon had kunnen afschieten. Dat had je trouwens sowieso wel kunnen doen, gezien de pompende beats die er ondanks het afwezige publiek op luid volume de zaal in werden geblazen. Enigszins gedesillusioneerd dronken we bier en aten we pringles*.
Halverwege de nacht besloot Mickey dat het tijd was om, samen met zijn bob, naar huis te rijden. ‘Hoe kom jij eigenlijk thuis?’, vroeg hij. ‘Niet’, antwoordde ik. ‘Ik heb een hotel.’ ‘Classy’, antwoordde Mickey, in de wetenschap dat het veel makkelijker is om een goede homo te zijn als je genoeg geld hebt.
*) op chips gelijkend zoutje dat gemaakt word van samengeperst aardappelmeel dat, ondanks het gegeven dat het feitelijk een afvalproduct van de aardappelverwerkende industrie is, toch voor een belachelijk hoge prijs verkocht wordt dankzij een succesvolle reclamecampagne die het product een zweem van exclusiviteit meegeeft.