Homo Philosophicus – za 10 nov. 2007

Simon

Tijdens één bijeenkomst van de diverse begeleidingspanels van het toekomstproject van GroenLinks kwam ik Simon tegen. Met Simon praten is een verademing. Simon is naast sympathiek namelijk ook een scherp denker.

Met hem sprak ik over een onderwijsplan dat hij in het kader van zijn opleiding ha geschreven en enkele wekeen terug ook op zijn website had gepubliceerd. Kort gezegd kwam het neer op een systeem waarbij leerlingen vouchers krijgen om onderwijs mee in te kopen. Naast een aantal basisvouchers komen leerlingen uit achterstandsituaties in aanmerking voor extra vouchers om meer of intensiever onderwijs in te kopen. Ook excellentie wordt beloond met meer vouchers, met name bedoeld voor vervolgonderwijs. Binnen het plan is er, ik zeg het even grof, ruimte voor scholen om zelf hun onderwijsprogramma in te richten. Alleen een aantal eindtermen zijn door de overheid bepaald.

Ik complimenteerde hem met zijn denkwerk. Ik ben altijd erg gecharmeerd van ideeën waarbij enerzijds de mensen, in dit geval de leerlingen, een maximale keuzevrijheid wordt geboden, een gezond stuk marktwerking wordt ingebouwd, in dit geval de competitie tussen scholen en de beloning van excellentie onder leerlingen, en tegelijkertijd de rechten van de mensen, in dit geval de leerlingen, niet worden aangetast maar juist versterkt.

Simon nam de complimenten graag aan om vervolgens zijn eigen plan te gaan bagatelliseren. Wellicht hoort een filosoof dat ook te doen: eerst iets verkondigen en iedereen van de waarheid daarvan te overtuigen om vervolgens, als men zich achter je geschaard heeft, een stap naar achter te doen en de mensen uit te lachen omdat ze zo dom zijn te geloven in een halfbakken plan. Sadisme is Simon echter vreemd, dus ik denk niet dat er kwade opzet in het spel is.

Toch blijf ik zijn idee nog even omarmen. Ik ben ervan overtuigd dat, met wat extra denkwerk, ook de minder dichtgetimmerde kanten van zijn plan wel oplosbaar zijn. Ik heb een aantal collegae in Den Haag in ieder geval een kopietje van het plan toegestopt. Ondertussen probeerde ik met Simon een afspraakje te forceren. Een avond doorakkeren, met een fles wijn erbij. „Waarover dan?”, vroeg Simon. „Dat maakt niet uit”, antwoordde ik. Als je de geest wil slijpen maakt het niet uit met welke wetsteen je dat doet.

Simon – za 2 okt. 2004

De dag van de grote demonstratie was aangebroken. Sinds drie jaar ben ik trouw elke landelijke demonstratie tegen het asociale beleid van deze regering bezocht. Maar tot mijn eigen droefenis kon ik vandaag niet.

Ik was gevraagd om als lokale politicus aanwezig te zijn bij een trainingsdag voor jongeren. Nota bene georganiseerd door GroenLinks. En dat had ik al weken geleden toegezegd. Hoe is het mogelijk dat onze moederpartij uitgerekend op die datum een trainingsdag organiseert, zou je denken, en dat dacht ik ook. Maar toen de trainingsdag werd voorbereid stond 2 oktober nog helemaal niet in de agenda als een grote en belangrijke demonstratie. En toen het belang en de massaliteit van die dag duidelijk werd, was het al te laat om alle gemaakte afspraken nog terug te draaien. En ik had beloofd te komen en dat maakt schuld.

Wonder boven wonder was het overgrote deel van de mensen dat zich voor de training had opgegeven ook daadwerkelijk op komen dagen. Slechts een handjevol had zonder afmelding toch besloten (althans, dat vermoedden wij) naar Amsterdam af te reizen. De trainingsdag, onder andere over debating-technieken, was voor iedereen erg leuk, concludeerde ik. En ik was ook erg tevreden over mijn rol: het uitleggen van de lokale realiteit en het geven van feedback.

Het leuke van dergelijke bijeenkomsten is het feit dat je altijd weer leuke mensen tegenkomt. Sommigen kende ik al van eerdere bijeenkomsten, anderen alleen van gezicht, velen helemaal niet. Eén van die mensen was Simon. Die overigens de dag erna naar Amerika zou afreizen om daar mee te helpen bij de verkiezingscampagne.

Van Kerry, zul je denken. Nee, hij ging helpen bij de Amerikaanse groenen. Toen hij dat vertelde, maakte blijdschap voor zoveel actiebereidheid op onze gezichten plaats voor droefenis. Hoe kan iemand nu, terwijl Bush en Kerry in de peilingen zo dicht bij elkaar liggen, campagne voeren voor een kleine linkse partij die misschien wel net genoeg stemmen van Kerry afpakt om Bush aan de macht te helpen. Tsja, hij ging voor zijn idealen, niet voor de minst slechte kandidaat.

Gelukkig gaat hij campagne voeren in de staat New York. En daar staat Kerry zo ver voorop (New Yorkers moeten niets hebben van Texaanse conservatieven met een godscomplex) dat een paar stemmen voor de Amerikaanse Groenen niets uitmaakt. Vooruit dan, dacht ik. Stiekem ben ik namelijk ook wel jaloers op zoveel actiebereidheid.