Al enige dagen ging het gerucht dat de extreem-rechte organisatie Voorpost haar opwachting zou maken bij het GroenLinks-congres. En ze hielden woord. Toen ik ’s ochtends in het Tilburgse 013 aankwam werd ik, samen met alle andere congresbezoekers, uitgemaakt voor terrorist, crimineel en wat dies meer zij.
Veel verder kwamen de dames en heren demonstranten echter niet. Een beloofde infiltratiepoging bleef uit. Geen gegooi met taarten, geschreeuw tijdens de plenaire zittingen of ander congresverstorend gedrag. Jammer eigenlijk, want het was voor de rest namelijk helemaal niet zo’n spannend congres.
Ook thuis viel het toekomstcongres live te volgen, al waren de reacties op het ochtendgedeelte niet van een veel informatiever niveau dan de hoeveelheid sneeuw die er her en der in het land al was gevallen. Aangezien ik ’s ochtends verantwoordelijk was voor het verzamelen van de digitale reacties, kan ik spreken van een rustige morgen.
’s Middags werd het beginselprogramma, waarvan inmiddels gevoeglijk duidelijk mag zijn wat ik ervan vindt, na vele amendementen keurig aangenomen met slechts een handjevol tegenstemmers, waaronder ik. Naderhand vertelde een niet nader te noemen partijprominent me nog dat best te kunnen waarderen en dat zelf eigenlijk ook wel gewild te hebben.
Uiteraard eindigde alles in een feestje waarbij de GroenLinksers zich afscheidden in twee groepen: de praters, die in de foyer uitgebreid de toestand van de wereld met elkaar bespreken en de dansers, die in de Batcave elkaar fysiek uitdaagden. Waarbij ik meerdere malen op de tenen van Cerian ging staan, waarvoor excuses.
„We are raising a generation of dancers (*) ”, moeten ze in de foyer gedacht hebben. Het onderscheid tussen de leden van groep één en groep twee was uitsluitend op leeftijd gebaseerd.
*) Hunter S. Thompson