Mijn laatste back-up was van een week geleden. Dus ik wilde koste wat kost de data van mijn harde schijf redden. Windows biedt daar weinig mogelijkheden voor. Of eigenlijk geen, om precies te zijn.
Gelukkig had ik het eerder besproken bootable Linux-schijfje. Bij gebruik viel me op dat Linux er geen enkele moeite mee had alle op mijn harde schijf staande data te herkennen. En te kopiëren.
Zodat geen enkel mailtje van een boze burger verloren is gegaan.
Ineens kwamen de herinneringen van vier jaar geleden weer boven, toen ik de losse onderdelen van mijn huidige pc inelkaar had geschroefd en de boel wilde installeren. Geen positieve herinneringen, moet ik bekennen.
In elkaar schroeven lukte me wel. Maar het installeren van Windows lukte maar niet. Het probleem bleek simpel, al had ik er wel dagen voor nodig voordat ik zelf snapte waar de schoen wrong. Ik had voor mijn nieuwe PC natuurlijk het nieuwste van het nieuwste gekocht. Zo nieuw dat Windows XP er geen raad mee wist. Windows wilde mijn ATA-harde schijf maar niet herkennen.
Ik liep tegen hetzelfde probleem aan. XP vroeg om een driver. Op diskette welteverstaan. Ik had de driver wel, maar alleen op cd. Tussen honderden andere drivers. Probeer dan de goede maar eens uit te zoeken. Bijkomend probleem was dat ik geen enkele oude computer had staan waarvan zowel de cd-driver als de floppydriver werkte. De vier pré-historische bullebakken die ik had staan werkte consequent één van de twee niet.
Het was een Linux-cd die uitkomst bood. Want van mijn gecrashte computer werkte beide drives wel. En had ik binnen mum van tijd de stuurprogramma’s op floppy overgezet. Waaruit slechts één conclusie getrokken kan worden: wie met een gerust hart Windows wil draaien, moet altijd een bootable Linux-ceedeetje achter de hand houden.
„Beep”, zei de computer. En vervolgens nog een keer. Om daarna te melden dat er essentiële bestanden ontbraken om fatsoenlijk op te kunnen starten.
Jaap was langsgekomen om een planning te maken voor het decor van Breda Barst. Omdat hij wel zijn laptop, maar geen muis bij zich had, kreeg hij de USB-muis van mijn vaste computer aangereikt. Ik haalde een oude Genius-muis uit de kast en stak deze in de seriële poort van mijn pc.
Dat had ik beter niet kunnen doen. Na vier jaar lang redelijk stabiel XP gedraaid te hebben, gaf deze installatie er definitief de brui aan. Elke herstelpoging ten spijt, opstarten wilde de machine niet meer.
Na een reparatie of vijf, waardoor ik in ieder geval zeker weet dat ik mijn laptopverzekering er dubbel en dwars uit heb gehaald, vond de verzekeraar het wel welletjes. De Toshiba was total-loss verklaard.
Ik mocht van de verzekeraar een ‘vergelijkbaar’ apparaat af halen bij de Dynabite-vestiging bij mij in de buurt. Vergelijkbaar bleek in dit geval een Acer, bepaald niet mijn eerste keuze. Niet dat dat veel wil zeggen over de kwaliteit, mijn eerste keuze van een jaar of drie geleden was immers vijf keer bij de reparateur geweest.
Nu moet ik zeggen, op harde schijfruimte, snelheid en geheugen ben ik er redelijk op vooruitgegaan. Maar alles heeft zijn prijs, zo ook deze computerruil.
Zo zit ik inmiddels opgescheept met Windoos Vista, op Millennium na waarschijnlijk veruit de meest onzinnige Windoos-versie die ooit is uitgebracht. maar soit, na een beetje tweaken ziet het er in ieder geval weer uit als Windows 3.11.
Het tweede bezwaar vind ik de tamelijk korte cyclus van de batterij. Kon ik met de Toshiba nog makkelijk vier tot zes uur werken, de Acer komt niet veel verder dan drie uur, maar dan moet ik ook vooral niet willen internetten.
Maar het meest irritante aan de Acer, dat is toch wel het welhaast oost-Europese toetsenbord dat erop zit. Toegegeven, ik houd van toetsenborden met de ouderwetse ‘klak’. Het toetsenbord op mijn vaste pc is dan ook bijna twintig jaar oud. Maar de stroefheid van de Acer-toetsjes slaat werkelijk alles. Leuk voor mensen die net de overstap van de ouderwetsche tijpmachine maken, maar niet voor mij.
Vroeger, en dat is nog niet eens zo gek lang geleden, werd ik door dezen en genen regelmatig gevraagd of ik hun computerproblemen even wilde oplossen. Lang heb ik daar altijd ja op gezegd. Tegenwoordig doe ik zulks alleen nog voor mijn moeder en voor fractiegenoot Piet Hein.
Deze keer was het de beurt voor de computer van Piet Hein, die dankzij spy-bots en de vele toolbars, spelletjes en wat dies meer zij net zo traag was geworden als de gemiddelde huisslak.
Voordeel van het onder handen nemen van de computer van Piet Hein is dat ik ook meteen wordt uitgenodigd om bij hem te blijven eten. En op vrijdag is de maaltijd bij huize Scheltens altijd een klein feestje.
Nadat ik voor de maaltijd al fanatiek programma’s had gedeïnstalleerd, had ik de rest van de avond nog nodig om de register-files op te schonen. Dat ik daarbij iets te rigoureus te werk ging en vervolgens verplicht was om de systeemherstel-optie te gebruiken, was natuurlijk geheel mijn eigen schuld. Het betekende wel dat ik vervolgens het hele procédé nog eens moest herhalen.
Gelukkig heeft Piet Hein ook nog een laptop, zodat ik ondertussen in ieder geval nog wat youtube-filmpjes kon bekijken. Samen met Piet Hein, die uit solidariteit geen moment van mijn zijde week. Alhoewel dat laatste misschien ook wel mede was vanwege een gezond gevoel van argwaan over een goede afloop van het proces.
Al enige tijd was mijn ooit kekke, snelle laptop een traag apparaat geworden dat herinneringen opwierp aan de tijd dat de research-afdeling van chipfabrikant Intel nog werkte aan de ontwikkeling van de 8084. Tijd om het apparaat helemaal schoon te vegen.
Het opstarten ging al niet zo snel, maar goed, daar heb ik ‘s ochtends ook wel eens last van. Nog veel vervelender was het afsluiten, dat bij tijd en wijle eindeloos kon duren. Bij een gewone pc trek je dan op een gegeven moment de stekker eruit, maar bij een laptop gaat dat wat moeilijker.
Nu krijg je er van de fabrikant van een laptop een aantal schijfjes bij om de computer opnieuw mee te installeren. Een soort ‘terug naar de fabrieksinstellingen’-knop, maar dan veel tijdrovender. Ik had er de zoveelste vrije dag op rij dan ook helemaal voor deze operatie uitgetrokken. Als er zich op Pinksteren een heilige geest uitstort, dan toch het liefst over mijn computer.
In de ruim drie maanden dat ik nu in Den Haag werk, is de man met de slinger een gevleugeld begrip geworden. De man met de slinger is onmisbaar voor mijn functioneren. Helaas is de man met de slinger niet zo gemotiveerd.
De man met de slinger werkt ergens in de catacomben van het Tweede kamergebouw in een kantoortje met verwarmingsbuizen en zonder ramen. Op zijn houten bureautje staat een oud telefoontoestel met een draaischijf. De man met de slinger is tegenwoordig maar moeilijk vooruit te branden. Vroeger, toen hij nog jong was en eigenhandig alle computers van de Tweede Kamer aan elkaar had geknoopt, wilde hij er nog wel eens een stevige zwengel aan geven, tegenwoordig kijkt hij uit naar zijn pensioen.
De man met de slinger heeft slechts één taak: het dagelijks aanzwengelen van de internetserver. Die, zoals je inmiddels hebt begrepen, vaak zo traag is als dikke stront. Zo ook op maandag.
De harde schijf van mijn bovenbuurman was gecrashed. En dat is lullig, als er op die harde schijf allemaal schoolopdrachten staan en je nooit een backup hebt gemaakt. Ik weet er alles van, ik ben zelf op die manier ooit ook vier jaar van mijn digitale leven kwijtgeraakt.
Had ik toen geweten wat ik nu wist, had ik al die data waarschijnlijk nog terug kunnen halen. Gelukkig heb ik mijn kennis kunnen aanwenden om mijn bovenbuurman te helpen. Ik heb een kleine helft van zijn verloren data, zo’n 18.000 bestanden, kunnen redden. Dat het overgrote deel van die geredde bestanden onbruikbare windows-toepassingsuitbreidingsbestanden waren, laat ik maar even buiten beschouwing.
Ik hoop dat het de laatste keer is geweest dat ik mensen moet helpen met dergelijke problemen. Dus hierbij nog maar eens een gratis advies. Koop een externe harde schijf, download het gratis back-up programmatje Cobian en maak regelmatig een backup. Toegegeven, het is een alles behalve origineel advies. Maar zolang hordes computerconsumenten dit advies niet volgen, kan het niet vaak genoeg herhaald worden. Je zal ze de kost moeten geven.
Met de onderhandelingen achter de rug werd het tijd om grote schoonmaak op de fractie te houden. En dat heb ik rigoureus aangepakt. Niet alleen heb ik fysiek het één en ander aan troep weggegooid, ook digitaal ben ik aan een schoonmaak begonnen.
De fractie is ontdaan van alle oude computers die er stonden. Ze werden toch niet meer gebruikt en, laten we nu eens eerlijk zijn, wie wil er nog op een oude 486 werken. De enige nog enigszins actuele pc is ook ontdaan van alle rotzooi: Windows is verwijderd. Vanaf nu werkt onze fractie geheel en volledig ‘open source’, dankzij een wonderbaarlijk stabiele Linux-installatie van Fedora Red Hat.
Daarnaast heb ik het papieren archief maar eens onder handen genomen. En dat was ook wel nodig, aangezien er de afgelopen tijd eigenlijk niet meer fatsoenlijk werd gearchiveerd. Voordeel van zo’n archiefrevisie is dat er ook weer een hoop kastruimte ontstaan. Ik heb uiteindelijk meer dan een halve kliko oud-papier afgevoerd. Yep, spring is in the air.
De nieuwe pc werkt, Windows draait redelijk stabiel en mijn monteerwerk gaat ineens een stuk sneller. Tijd voor de volgende digitale stap, want met het kabelinternet in het vizier leek het een goed idee om een mini-server te bouwen. En mijn meersporengeluidskaart wilde ook nog graag een aparte pc voor zichzelf hebben. Tijd om wat gedecommissioneerde computers bij elkaar te sprokkelen.
Jarenlang stond een batterij oude en volstrekt onbruikbare batterij computers te wachten op een enkele reis nar het kringloopcentrum. Nu had ik eindelijk de gelegenheid om ze om te ontdoen van die paar bruikbare onderdelen om daarna definitief afscheid van ze te nemen. Met de komst van mijn nieuwe pc (zie web-logs 25 en 26 juni 2005 en 13 t/m 17 juli 2005 schoven alle computers een plaatsje op (zo kreeg mijn moeder mijn oude Pavillion) en kwam er aan het eind van de keten een Pentium II vrij. Meer dan voldoende om Apache op te laten draaien en misschien dat ik er zelfs in een vlaag van hoogmoed de Linux-versie op ga knallen.
Ook de multi-trackrecorder heeft op zondag een toepasselijke habitat gekregen. Want een kennis bleek ook nog een oude Pentium II te hebben staan. Gestript van elke vorm van geheugen, maar dat had ik zelf nog wel liggen. En hoewel het alles behalve de ideale montage-pc is, is ‘ie geschikt bevonden voor acht-sporenopname. Harde schijf van 10 gig erin en ik kan moeiteloos twee uur opnemen.
Ik laat jullie t.z.t. wel weten hoe het installeren van de server loopt. Mocht ik over een maand of wat ineens enkele dagen niet op internet zijn geweest, is het waarschijnlijk flink mis gelopen. Ik kan het natuurlijk ook gewoon te druk hebben gehad met andere dingen.