De Commissiefluisteraar – wo 1 juli 2009

Diversiteit
Diversiteit

The Week of Hell, part two had vandaag de commissie Mens en Maatschappij in de aanbieding. De publieke tribune zat vol met vertegenwoordigers van zelforganisaties, de raadszaal vol met blanke volksvertegenwoordigers.

Het nieuwe diversiteitsbeleid had eigenlijk al veel eerder behandeld moeten worden. Een jaar of twee geleden werd het concept al eens besproken tijdens een inspraakavond. De allochtone zelforganisaties waren toen verbolgen want, zo was hun vraag, waarom waren zij niet bij de totstandkoming van het concept betrokken.

En dus ging de nota de prullenbak in, nog voordat de gemeenteraad er ook maar een woord over had kunnen vertellen. En organiseerde verantwoordelijk wethouder Heerkens een serie stadsgesprekken, waarbij ‘de gewone man’ zo vroeg mogelijk betrokken wordt bij het maken van beleid. Deze vorm van interactieve beleidsvorming is erg populair nadat GroenLinks het grote cultuurdebat heeft geïnitieerd in de aanloop naar het nieuwe cultuurbeleid.

Het probleem met de toen geproduceerde beleidsnota is dat het eigenlijk geen beleid bevat. De nieuwe diversiteitsnota is niets meer dan een opsomming van op zich best aardige projecten op het snijvlak van emancipatie en participatie. En helaas soms ook nog iets te veel van he kaliber ‘samen Marokkaanse thee drinken’.

Maar met een tribune vol vertegenwoordigers van zelforganisaties durfde eigenlijk niemand dat hardop te zeggen. Slechts een enkeling sprak de hoop uit dat dit de laatste allochtonennota van de gemeente Breda was. Want welke naam er ook op geplakt wordt, het is geen nota over de diversiteit binnen de samenleving. Het is een opeenstapeling van allochtonenprojecten met een nietje erdoor.

De Gastdocent – do 18 juni 2009

Dames en heren: de samenleving
Dames en heren: de samenleving

‘Criminele Marokkanen moeten het land uit’, was één van de stellingen waarover de eerstejaars MBO-studenten over moesten debatteren. „Ik ben het daarmee eens”, zei één van de studenten, zelfs van Marokkaanse afkomst. „We zijn hier te gast en dus moeten we ons gedragen”.

Ik schrok van zijn antwoord. Niet omdat ‘ie vond dat criminele allochtonen teruggestuurd moesten worden, dat standpunt is nu eenmaal tijdelijk in de mode. Ik schrok van zijn zelfbeeld. Deze jonge, welbespraakte Marokkaanse jongen vond zich in Nederland ‘te gast’.

Nee vriend, jij bent hier niet te gast. Jij woont hier, jij bent hier geboren, jij hoort bij ons. Jij consumeert in Nederland, werkt straks in Nederland en betaalt belasting in Nederland. Je hebt een Marokkaanse maar ook een Nederlandse nationaliteit, je hebt stemrecht voor de verkiezingen. Jouw broers en zussen bouwen onze wegen, vullen onze vakken en leiden onze bedrijven. Misschien wassen ze straks onze billen, genezen ze onze kanker of geven ze onze kinderen onderwijs.

Jij bent ook een Nederlander vriend, jij hoort bij ons. En laat niemand je wijs maken dat dat niet zo is.

Homo Consternans – vr 17 okt. 2008

Ahmed Aboutaleb
Ahmed Aboutaleb

„Als Aboutaleb Burgemeester van Rotterdam kan worden, dan moet jij toch ook wel premier kunnen worden.” Kennelijk is het zo’n godswonder dat een Marokkaan burgemeester kan worden dat mensen denken dat nu werkelijk alles kan.

Het doet me een beetje denken aan een interview dat ik ooit afgegeven heb toen ik net benoemd was tot raadslid. Met mijn komst in de fractie bestond het GroenLinkse smaldeel in de gemeenteraad ineens uit drie mannen. ‘Geen enkele vrouw in de raad voor GroenLinks, kan dat eigenlijk wel?’, beet een journalist me toe. Even keek ik omhoog, vervolgens haalde ik diep adem.

„Ja, dat zullen we nog wel te horen krijgen van de andere partijen. Maar ja, GroenLinks heeft tot nu toe ook nooit een homo in de raad gehad. Wat dat betreft had ik misschien beter een lesbische negerin met een meervoudige handicap kunnen zijn, maar helaas.”

Mijn eerste politiek incorrecte opmerking was een feit.

Homo Diversus – do 18 sept. 2008

mensen

De diversiteitswerkgroep kwam voor een laatste maal bij elkaar om een opiniestuk te bespreken voor het regionale dagblad BN/DeStem. Hieronder het stuk.

Nationaal bevindt de multiculturele discussie zich in een impasse. Rechts heeft slechts oog voor de gewelddadige incidenten waarbij etnische minderheden betrokken zijn, met steeds groteskere kwalificaties voor dit wangedrag. Aan de linkerkant blijft het stil. En op lokaal niveau is de politieke discussie totnogtoe blijven steken in de vraag of de tijd van het praten nu wel (CDA-raadslid Üçerler) of niet (Migrantenraad) voorbij is en of voetbalclub Barça nou gered moet worden of niet. Concrete oplossingen voor specifieke problemen lijken niet te bestaan.

Laat ons één zo’n probleem benoemen. Bepaalde etnische groepen hebben nog steeds moeite met het vinden van een fatsoenlijke baan. In sommige gevallen zijn hun mogelijkheden beperkt vanwege een lage startkwalificatie. In andere gevallen echter is er met het papiertje niets mis. Meer en meer jongens en meisjes van de derde generatie doorlopen hun onderwijscarrière met prima cijfers. En vervolgens gaat er iets mis. Ofwel bij het zoeken naar een stageplaats, dan wel na afronding van de opleiding bij het zoeken naar een baan.

Het is voor velen ondenkbaar dat twee groepen met een zelfde startkwalificatie toch verschillende carrières doorlopen. Toch gebeurt het. Marokkaanse jongens bijvoorbeeld vinden met moeite een stageplaats. Een vaste baan op niveau is nog moeilijker. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat er nog steeds een latente discriminatie aanwezig is op de arbeidsmarkt, onbewust. Voor de duidelijkheid: het is natuurlijk niet zo dat bedrijven en instellingen beheerst worden door racisten. Dit zou een belediging zijn van de mensen die dit werk doen. Uit onderzoek van onder andere psycholoog Paul Abell is echter gebleken dat sollicitatiecommissies vaak geneigd zijn kandidaten te kiezen die het meest op henzelf lijken. Dat is jammer voor de sollicitant, maar ook voor het bedrijf. Een bedrijf met een divers samengesteld personeelsbestand kan daar in een multicultureel Nederland namelijk zijn voordeel mee doen. Let wel: in Breda is zo’n 16 procent van de potentiële klanten immers ook een etnische minderheid. En daar kun je maar het beste op ingespeeld zijn, dunkt ons. Een verscheidenheid aan inzichten kan ook de creativiteit binnen een bedrijf of instelling vergroten.

Het is een concreet punt waar de gemeente in haar diversiteitsbeleid concrete aandacht voor zou moeten hebben. Dat kan door een diversiteitsambtenaar aan te wijzen die in contact treedt met bedrijven. Zo’n ambtenaar kan, geredeneerd vanuit het commerciële belang dat bedrijven daarbij hebben, pleiten voor een actief diversiteitsbeleid op personeelszaken en kan ondersteuning bieden waar een bedrijf of instelling dat wenst, bijvoorbeeld bij een sollicitatieprocedure. Bij een divers samengestelde sollicitatiecommissie speelt het probleem van het zich minder kunnen identificeren met een kandidaat immers ook minder mee. En zo’n ambtenaar kan, in samenwerking met het onderwijsveld, de vakbond en de werkgevers, ook zoeken naar samenwerkingsverbanden die stageplaatsen voor alle Bredase studenten garandeert. Kortom, een vliegende keeper die als taak heeft om te zorgen dat ook etnische minderheden in Breda hun potentieel ten volste kunnen benutten op de arbeidsmarkt: niet vanuit voortrekkerij of positieve discriminatie, maar vanuit het wederzijdse belang van sollicitant en bedrijf of instelling. Daar is Breda zowel sociaal als economisch mee gediend. Iets wat niet gezegd kan worden over een discussie over de vraag of er nog langer gediscussieerd moet worden.