Homo Discedens – di 27 mei 2008

Henk Haarhuis

Het valt me weer zwaar de laatste tijd, het politieke werk. Het viel collega-raadslid en PvdA-fractievoorzitter Henk Haarhuis ook zwaar. Zo zwaar dat hij zijn functie heeft neergelegd. Na negen jaar heeft de PvdA-fractie een nieuwe voorman nodig.

Nu was ik dat laatste niet van plan. Sterker nog, ik weet dat ik elk jaar rond deze tijd redelijk tabak heb van het raadswerk. De laatste cyclus voor het zomerreces is er één van de laatste loodjes. Om vervolgens in de derde of vierde week van het zomerreces het politieke werk al weer te missen en uit te kijken naar het nieuwe seizoen.

Twee dingen maken mijn politieke lusteloosheid deze keer echter iets zwaarmoediger dan anders. Dat is enerzijds dat ik een heleboel dingen nu al voor het zevende jaar voorbij zie komen en dat is vaak toch net iets minder spannend dan als je het voor het eerst meemaakt. De tweede reden is het fractievoorzittersschap en onze deelname aan het college. Dat is enerzijds allemaal relatief nieuw en dus uitdagend, maar de tijdsinvestering en, god betere, de verantwoordelijkheid drukt op momenten ook zwaar. En aangezien een collegedeelname van GroenLinks in het Bredase zonder precedent is, buiten een zeer kortstondige, vijf maanden durende flirt met het pluche in 1994, heb ik ook geen referentie waaraan ik ons handelen kan toetsen. Van de leden komt zowel kritiek als bijval over de wijze waarop de fractie en de wethouder opereren. De reacties uit de stad zijn ook verdeeld.

Onwillekeurig denk ik aan Henk, de PvdA-fractievoorzitter die de werkdruk en de verantwoordelijkheid van het leiden van zijn 11 koppen tellende fractie, in combinatie met zijn baan, te veel vond worden. Het is ergens een mooi moment om een stap terug te doen. Nog ruim anderhalf jaar tot aan de volgende verkiezingen, dus zijn opvolger heeft de tijd zich goed in te werken. Ikzelf baal ervan dat ik hem als collega fractievoorzitter kwijt raak. Niet dat we het altijd roerend met elkaar eens waren of dezelfde politieke stijl hadden -ik vond Henk als fractievoorzitter vaak iets te voorzichtig- maar als collega-fractievoorzitter en coalitiepartner had ik de rit graag met hem afgemaakt. Het heeft niet zo moeten zijn.

Nachtmerrie – di 2 mei 2006

Het klinkt misschien belachelijk, maar de laatste weken heb ik een vervelende, terugkerende droom. Een droom waaruit ik in lichte staat van paniek wakker wordt. Het onderwerp van die droom: ik heb een crisis veroorzaakt in de coalitie. Henk Snier is woedend.

Als ik de kersverse wethouder Snier zou vertellen dat ik over hem droom, zou hij dat ongetwijfeld als een compliment opvatten. In ieder geval tot het moment waarop ik het onderwerp van die droom ga uitleggen. Hoewel ik niet erg thuis ben in het toewijzen van betekenissen aan dromen, is me één ding volledig duidelijk. Ik moet nog wennen aan het feit dat GroenLinks sinds kort college-partij is geworden.

Een andere conclusie kan ik ook wel trekken: de afgelopen weken heb ik iets te veel politiek aan mijn hoofd gehad. Het kan niet gezond zijn dat je ‘s nachts ook nog eens over je werk gaat dromen. Zeker wanneer in die droom alles fout gaat. Freud zou het een feest vinden om deze droom te analyseren, alhoewel ik denk dat hij in die analyse ongetwijfeld ergens ook een heimelijke verliefdheid op mijn moeder zou verwerken.

De droom speelt zich af in de raadzaal. GroenLinks heeft zojuist een motie ingediend, of een standpunt ingenomen of iets in die geest. De details daaromtrent zijn enigszins vaag. En hoewel ik me in deze droom van geen kwaad bewust ben, roept de GroenLinks-fractie zich met die opmerkingen de toorn van de gehele coalitie over zich af, met name die van de PvdA. In de rookruimte schreeuwen wethouder Snier en fractievoorzitter Haarhuis om het hardst. Waar ik in vredesnaam denk mee bezig te zijn. Ik krijg de kans niet om het uit te leggen. Het vertrouwen is voorgoed beschadigd en ik voel me als voor de leeuwen geworpen.

Ongeveer op dat moment wordt ik beduusd wakker en begint langzaam het besef door te schemeren dat het allemaal een boze droom was. Verontrustend, maar eigenlijk ook wel weer grappig. Als kind gingen mijn nachtmerries altijd over brand, of naar beneden storten of andere gevaren met een onontkoombare dood tot gevolg. Nu gaan ze over de politiek. Waarbij ik mezelf de enigszins existentialistische vraag moet stellen of de politiek de afgelopen weken niet iets te veel mijn leven heeft bepaald.

Verkiezingen – do 10 juni

De wekker ging om vijf uur. Ik was al vanaf drie uur wakker. Redelijk uitgerust, maar zonder honger, stapte ik uit bed. Nog even een motie aanpassen voor de vergadering van vanavond en een mailtje sturen naar mijn studenten die het vandaag zonder mij moeten doen. Zelfs mijn column voor Omroep Brabant moest een weekje overgeslagen worden. Om half zes reed ik richting Hoge Vucht, als voorzitter van stemdistrict vijftien, stembureau ’t Kievitsnest, met in mijn koffer voordeursleutel, stemgeheugen en stemsleutel.

Het zitten in een stembureau is één van de mooiere taken die je kunt krijgen. Elke verkiezing weer zijn er tal van mensen die een hele dag zo’n stembureau bezetten em het mogelijk te maken dat iedereen zijn of haar stemrecht kan uitoefenen. Ook veel raadsleden zitten op zo’n dag op een stembureau.

Helaas was de burgemeester van mening dat diezelfde avond om 19.30 de eerste van twee kadernota-vergaderingen gepland moest worden. In die vergaderingen wordt het beleid voor het komende jaar, dus 2005, in grote lijnen uitgezet. Gelukkig wordt er pas in de volgende vergadering gestemd, dus was het niet zo’n groot probleem om rond 21.00 uur even uit de vergadering weg te gaan om het stembureau af te sluiten. Dacht ik…

Tijdens mijn afwezigheid bleek echter een felle discussie te zijn opgelaaid over een plan van GroenLinks over het volkshuisvestingsbeleid. In Breda zijn lange wachtlijsten en is een tekort aan sociale woningen. Sinds kort bepleit onze fractie een nieuwe aanpak, waarin zoveel mogelijk mensen de gelegenheid wordt gegeven een huis te kopen. Het idee is als volgt: huurders krijgen de gelegenheid om hun huis van de woningbouwvereniging te kopen. Met dat geld worden nieuwe sociale woningen gebouwd, waar mensen die nu geen woning hebben, in kunnen wonen. Per saldo neemt het aantal huurders af, een heleboel hebben immers hun woning gekocht en dus hebben we minder huurwoningen nodig. Voor de mensen die wel een hypotheek kunnen betalen, maar deze via de bank niet krijgen (de bank stelt soms onnodig hoge eisen) kunnen via de gemeente of de woningbouwcorporatie een garantstelling voor de hypotheek krijgen met de eigen woning als onderpand, dus in principe kost het de gemeente weinig tot niets.

Van veel mensen om me heen heb ik positieve reacties gehad op dit idee, dat in België voor een deel staand rijksbeleid is. Zo niet uit de politiek. Veel partijen waren erg gereserveerd. De PvdA was zelfs ronduit kwaad: in hun ogen was het een asociaal plan. Ik snap dat niet, want het is geen doelstelling om zoveel mogelijk sociale huurwoningen in je stad te hebben staan. En het is volgens mij ook niet sociaal of links om mensen te dwingen hun hele leven te huren, terwijl ze wellicht liever hun huis in eigen bezit zouden hebben. PvdA-fractievoorzitter Haarhuis zag dat kennelijk heel anders en noemde het plan van GroenLinks ‘zwart-rechts’. Wat weer in het verkeerde keelgat schoot van mijn fractievoorzitter Piet Hein Scheltens en overigens ook de fracties van veel andere partijen.

Henk Haarhuis zal zich achteraf wel op z’n lip gebeten hebben. Een slip-of-the-tongue, even niet goed nagedacht, foutje. Maar zijn excuses wilde hij toch ook weer niet aanbieden.

Zijn de verhoudingen tussen PvdA en GroenLinks nu helemaal stuk? Dat zal wel meevallen. Het is niet leuk om door een andere ‘linkse’ partij, nota bene in een officiële raadsvergadering, bestempeld te worden als rechtse of conservatieve politicus. Althans, niet als je van GroenLinks bent. Debatteer liever op basis van argumenten en standpunten. Aan de andere kant zullen we toch verder moeten en ik ga er nog maar even vanuit dat Henk Haarhuis zelf ook wel snapt dat we niet van plan zijn in bruine overhemden en zwarte laarzen door de straat te marcheren. Wellicht moet ik ‘m dat anders nog eens uitleggen.

Dag van de Arbeid – 1 mei 2004

De opkomst viel een beetje tegen, 40 tot 50 mensen, maar dat kwam door de finale van Idols, hielden we onszelf voor. Op zaterdag vierden PvdA, GroenLinks, SP, JS en Rood in gezamenlijkheid de Dag van de Arbeid. Met als thema ‘Europese Solidariteit’, aangezien de historische uitbreiding van de Europese Unie samenviel met de socialistische feestdag.

Enerzijds ben ik geen socialist, en al helemaal niet van de oude stempel. Ik heb in mijn puberjaren ooit nog wel eens beweerd dat ik communist was, maar daar ben ik gelukkig snel vanaf gestapt. Ben ik daardoor minder links? Volgens mij niet, hooguit wat realistischer. Maar dat ter zijde.

De avond begon met het duo ‘De Rode Hanen’, van Henk Haarhuis en Henk van de Velde, fractievoorzitter en afdelingsvoorzitter van de PvdA Breda. Daarna een discussie over Europa, de uitreiking van de solidariteitspenning 2004 aan Jamal El Khaddouri, lid van de migrantenraad en initiatiefnemer van voetbalwedstrijden voor jongeren uit de wijk Hoge Vucht. De avond werd afgesloten door het actiekoor ‘Tegen de Wind Mee’, een door alle aanwezigen meegezongen ‘Internationale’ en een borrel.