Aanvaring – wo 13 mei 2009

Stadhuis Breda
Stadhuis Breda

Terwijl de PvdA in de commissie op ramkoers lag met mijn eigen wethouder om een door zijn voorganger veroorzaakt exploitatietekort van een kleine twee ton bij het Graphic Design Museum, lag de trein voor mij ook op ramkoers, met een andere trein in dit geval.

Ik kwam veel te laat bij de commissie, maar gelukkig nog wel op tijd voor dit interessante punt. het zit zo: ooit is voor de bouw van het Graphic Design Museum een bouwbudget vastgesteld, en daarnaast een budget voor de jaarlijkse exploitatie. Dat de bouw ietsje duurder is uitgevallen, mag geen wonder heten. Het ging om een bescheiden percentage. Erger was de overschreiding van de exploitatie, dat is immers een jaarlijks terugkerend bedrag.

Toen de PvdA dit in een voortgangsrapportage las, ging bij die fractie kennelijk meteen het alarm af. Er ging een brief op hoge poten naar de wethouder. Waarom had hij dat niet gemeld? Een vreemde vraag, want hij had het wel gemeld. Onder andere in de voortgangsrapportage. En ook zo was de stelling, dat de wethouder de eventuele extra kosten maar binnen zijn eigen begroting cultuur moest oplossen.

Dat, nu, ging mij te ver. Laat de wethouder eerst maar eens proberen of een aantal van die nooit voorberekende kosten, nog omlaag gebracht kunnen worden. En als er dan nog een tekort overblijft, mag dat vooral niet ten koste gaan van andere culturele voorzieningen in de stad. Wat mij betreft wordt er dus juist buiten de begroting cultuur naar een oplossing gezocht.

De PvdA zette hun aanval maar niet voort. Als zelfs oppositiepartij VVD achter de GroenLinks-wethouder gaat staan, kun zelfs de grootste fractie in de raad niets beginnen. Misschien moeten ze de volgende keer de aanval inzetten met iets waar je de wethouder wel de schuld van kan geven.

Homo Discedens – di 27 mei 2008

Henk Haarhuis

Het valt me weer zwaar de laatste tijd, het politieke werk. Het viel collega-raadslid en PvdA-fractievoorzitter Henk Haarhuis ook zwaar. Zo zwaar dat hij zijn functie heeft neergelegd. Na negen jaar heeft de PvdA-fractie een nieuwe voorman nodig.

Nu was ik dat laatste niet van plan. Sterker nog, ik weet dat ik elk jaar rond deze tijd redelijk tabak heb van het raadswerk. De laatste cyclus voor het zomerreces is er één van de laatste loodjes. Om vervolgens in de derde of vierde week van het zomerreces het politieke werk al weer te missen en uit te kijken naar het nieuwe seizoen.

Twee dingen maken mijn politieke lusteloosheid deze keer echter iets zwaarmoediger dan anders. Dat is enerzijds dat ik een heleboel dingen nu al voor het zevende jaar voorbij zie komen en dat is vaak toch net iets minder spannend dan als je het voor het eerst meemaakt. De tweede reden is het fractievoorzittersschap en onze deelname aan het college. Dat is enerzijds allemaal relatief nieuw en dus uitdagend, maar de tijdsinvestering en, god betere, de verantwoordelijkheid drukt op momenten ook zwaar. En aangezien een collegedeelname van GroenLinks in het Bredase zonder precedent is, buiten een zeer kortstondige, vijf maanden durende flirt met het pluche in 1994, heb ik ook geen referentie waaraan ik ons handelen kan toetsen. Van de leden komt zowel kritiek als bijval over de wijze waarop de fractie en de wethouder opereren. De reacties uit de stad zijn ook verdeeld.

Onwillekeurig denk ik aan Henk, de PvdA-fractievoorzitter die de werkdruk en de verantwoordelijkheid van het leiden van zijn 11 koppen tellende fractie, in combinatie met zijn baan, te veel vond worden. Het is ergens een mooi moment om een stap terug te doen. Nog ruim anderhalf jaar tot aan de volgende verkiezingen, dus zijn opvolger heeft de tijd zich goed in te werken. Ikzelf baal ervan dat ik hem als collega fractievoorzitter kwijt raak. Niet dat we het altijd roerend met elkaar eens waren of dezelfde politieke stijl hadden -ik vond Henk als fractievoorzitter vaak iets te voorzichtig- maar als collega-fractievoorzitter en coalitiepartner had ik de rit graag met hem afgemaakt. Het heeft niet zo moeten zijn.

Verkiezingen – do 10 juni

De wekker ging om vijf uur. Ik was al vanaf drie uur wakker. Redelijk uitgerust, maar zonder honger, stapte ik uit bed. Nog even een motie aanpassen voor de vergadering van vanavond en een mailtje sturen naar mijn studenten die het vandaag zonder mij moeten doen. Zelfs mijn column voor Omroep Brabant moest een weekje overgeslagen worden. Om half zes reed ik richting Hoge Vucht, als voorzitter van stemdistrict vijftien, stembureau ’t Kievitsnest, met in mijn koffer voordeursleutel, stemgeheugen en stemsleutel.

Het zitten in een stembureau is één van de mooiere taken die je kunt krijgen. Elke verkiezing weer zijn er tal van mensen die een hele dag zo’n stembureau bezetten em het mogelijk te maken dat iedereen zijn of haar stemrecht kan uitoefenen. Ook veel raadsleden zitten op zo’n dag op een stembureau.

Helaas was de burgemeester van mening dat diezelfde avond om 19.30 de eerste van twee kadernota-vergaderingen gepland moest worden. In die vergaderingen wordt het beleid voor het komende jaar, dus 2005, in grote lijnen uitgezet. Gelukkig wordt er pas in de volgende vergadering gestemd, dus was het niet zo’n groot probleem om rond 21.00 uur even uit de vergadering weg te gaan om het stembureau af te sluiten. Dacht ik…

Tijdens mijn afwezigheid bleek echter een felle discussie te zijn opgelaaid over een plan van GroenLinks over het volkshuisvestingsbeleid. In Breda zijn lange wachtlijsten en is een tekort aan sociale woningen. Sinds kort bepleit onze fractie een nieuwe aanpak, waarin zoveel mogelijk mensen de gelegenheid wordt gegeven een huis te kopen. Het idee is als volgt: huurders krijgen de gelegenheid om hun huis van de woningbouwvereniging te kopen. Met dat geld worden nieuwe sociale woningen gebouwd, waar mensen die nu geen woning hebben, in kunnen wonen. Per saldo neemt het aantal huurders af, een heleboel hebben immers hun woning gekocht en dus hebben we minder huurwoningen nodig. Voor de mensen die wel een hypotheek kunnen betalen, maar deze via de bank niet krijgen (de bank stelt soms onnodig hoge eisen) kunnen via de gemeente of de woningbouwcorporatie een garantstelling voor de hypotheek krijgen met de eigen woning als onderpand, dus in principe kost het de gemeente weinig tot niets.

Van veel mensen om me heen heb ik positieve reacties gehad op dit idee, dat in België voor een deel staand rijksbeleid is. Zo niet uit de politiek. Veel partijen waren erg gereserveerd. De PvdA was zelfs ronduit kwaad: in hun ogen was het een asociaal plan. Ik snap dat niet, want het is geen doelstelling om zoveel mogelijk sociale huurwoningen in je stad te hebben staan. En het is volgens mij ook niet sociaal of links om mensen te dwingen hun hele leven te huren, terwijl ze wellicht liever hun huis in eigen bezit zouden hebben. PvdA-fractievoorzitter Haarhuis zag dat kennelijk heel anders en noemde het plan van GroenLinks ‘zwart-rechts’. Wat weer in het verkeerde keelgat schoot van mijn fractievoorzitter Piet Hein Scheltens en overigens ook de fracties van veel andere partijen.

Henk Haarhuis zal zich achteraf wel op z’n lip gebeten hebben. Een slip-of-the-tongue, even niet goed nagedacht, foutje. Maar zijn excuses wilde hij toch ook weer niet aanbieden.

Zijn de verhoudingen tussen PvdA en GroenLinks nu helemaal stuk? Dat zal wel meevallen. Het is niet leuk om door een andere ‘linkse’ partij, nota bene in een officiële raadsvergadering, bestempeld te worden als rechtse of conservatieve politicus. Althans, niet als je van GroenLinks bent. Debatteer liever op basis van argumenten en standpunten. Aan de andere kant zullen we toch verder moeten en ik ga er nog maar even vanuit dat Henk Haarhuis zelf ook wel snapt dat we niet van plan zijn in bruine overhemden en zwarte laarzen door de straat te marcheren. Wellicht moet ik ‘m dat anders nog eens uitleggen.