Dat was best opvallend. Uit onderzoek bleek dat de ondernemers in Breda helemaal niet zoveel problemen hebben met regels. Sterker nog, ze snappen best waarom ze er zijn. Maar, hoe zit het dan met die regeldruk waar iedereen zo’n last van heeft.
Het gaat uiteindelijk dus helemaal niet om al die regeltjes. Sterker nog, ik durf te beweren dat door de bank genomen de overheid zelf veel meer last heeft van de regels die ze zelf stelt, dan de ondernemers. Voor een ondernemer wordt het pas lastig wanneer twee regels elkaar tegenspreken. Want, om het bekende voorbeeld maar weer eens halen, heeft de brandweer gelijk en moet de deur naar buiten openslaan, of moet de deur juist naar binnen openslaan, zodat de stoep de stoep blijft.
De ondernemers zitten vooral te wachten op een betere dienstverlening van de gemeente. Enerzijds mogen procedures niet te lang duren, maar nog veel belangrijker is dat een ondernemer, wanneer hem beloofd wordt dat iets binnen negen weken is afgehandeld, hij dan ook de tiende week daadwerkelijk uitsluitsel heeft. Als ambtenaren vriendelijk zijn is dat mooi meegenomen, maar belangrijker is dat zij kennis van zaken hebben. En het zou fijn zijn als een ambtenaar een beetje bereid is mee te denken. Dat laatste schijnt in Breda ook wel goed te gaan.
En uiteindelijk leverde dat dan ook de enige discussie op die er binnen de commissie was. Collega Henk Leenders concludeerde enigszins verrast dat de regels dus niet het voornaamste probleem zijn. Met hem ben ik van mening dat de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente moet verbeteren. We zijn het er alleen nog niet helemaal over eens hoe we dat het beste kunnen aanpakken.
Van een groot verschil van mening was tussen ons echter nauwelijks sprake. Al blijft Leenders altijd erg ongeduldig als het om deregulering gaat. En hoewel geduld ook politiek een schone zaak is, siert die houding hem wel.