Homo Rebellans – di 22 juli 2008

Riot

„Waarom heb je eigenlijk voor dit kapsel gekozen”, vroeg de directeur van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks, wijzend naar mijn hanekam, aan mij. Even keek ik hem ongeloofwaardig aan. Moet ik dat verantwoorden dan?

Ik moest even nadenken over het antwoord. Meestal doe ik dat soort dingen namelijk in een opwelling. Maar daar nam de directeur geen genoegen mee. De beste verklaring die ik hem uiteindelijk kon geven, was een diepgeworteld non-conformisme dat mij zo tekent.

Goed, toegegeven, deze hanekam is nu niet het meest recalcitrante kapsel dat je kunt nemen. Ik beschouw het dan ook als niet meer dan een subtiel statement. Maar een statement desalniettemin. Ik ben een eigen individu en wens niet klakkeloos achter de regels aan te lopen die een ander voor mij bedenkt. Zeker wanneer die ander de overheid is.

Laat ik een voorbeeld noemen. Minister Cramer van milieu wil de gloeilamp verbieden. En ik geef toe, ik heb dat idee ook al eens uit de mond van Femke Halsema mogen optekenen. Ik word daar ontzettend gallisch van. Spaarlampen zijn lelijk en ik wil die dingen koste wat kost niet in mijn huiskamer hebben hangen. En de rijksoverheid hoort zich niet te bemoeien met het interieur van mijn huis. Abject idee dus, van tafel ermee en daarmee basta.

Een non-conformist is in zekere zin een vrijheidsstrijder. Eerder schreef ik al over mijn aversie tegen de invoering van een bedelverbod. Om diezelfde reden ben ik fel gekant tegen een algeheel rookverbod in de horeca. Het gebrek aan keuze voor niet-rokers is nu omgezet in een gebrek aan keuze voor rokers. De keuzevrijheid van mensen is er per saldo niets mee opgeschoten.

De directeur en ik filosofeerden verder. Via het bekende koffie-incident bij McDonalds, dat er toe heeft geleid dat in de hele wereld de koffie inmiddels wordt afgedekt met een plastic dopje, kwamen we bij veiligheidsvraagstukken. Een voorbeeld: de burgemeester in Breda had tijdens het jazzfestival uitgevaardigd dat op terrassen alleen in plastic geschonken mocht worden. Kennelijk was hij bang voor opstootjes, waarbij ruziemakers een glas kapot zouden slaan om als wapen te gebruiken. En inderdaad, die kans, hoe minimaal ook, is altijd aanwezig.

Het verhaal heeft echter ook een keerzijde. Ik was op stap met een stel keurige vijftigers en zestigers. Toen wij op een terrasje in één van de zijstraten van de Grote Markt een lekker biertje wilde bestellen, kreeg de één zijn witbier, de andere zijn trippel en een derde zijn bokje in plastic uitgeschonken. Gemor alom, al was het maar omdat één van ons uit België kwam en dus nogal fier is op zijn bier. Nog meer onbegrip was er toen een ander tafeltje de maaltijd wel gewoon kreeg uitgeserveerd op een bord van aardewerk, met daarnaast een metalen vork en steak-mes. Mensen reageren nu eenmaal niet goed op dubbele standaarden.

Hoe beter de sfeer, hoe minder kans op opstootjes. Nu bleef ons gemor binnen de perken, maar de beslissing alleen in plastic te schenken, komt de algehele sfeer niet ten goede. En maakt daarmee de kans op geruzie ook groter. En als er eenmaal echt ruzie is, vindt men in plaats van glas wel iets anders om mee te smijten. Of, zoals de directeur antwoordde, met plastic gaan ze eerder gooien dan met glas.

Een overheid die verbiedt, ontneemt mensen keuzemogelijkheid en daarmee een stuk verantwoordelijkheid over hun eigen leven. Dat creëert, na verloop van tijd niet alleen een saaie, monomorfe samenleving waarin niemand uit de band mag springen, maar ook domme burgers zonder initiatief. De overheid doet het denkwerk wel voor U, U kunt rustig gaan slapen. Niets is meer dodelijk voor een samenleving dan dat.

En dat allemaal vanwege een vraag over mijn kapsel.

Homo Religiosus – za 28 juni 2008

Frans Jackson

Nog even terugkomend op de raadsvergadering van afgelopen donderdag, ga ik het nog even hebben over een interessant incidentje tussen PvdA-raadslid Frans Jackson en mijzelf.

Tijdens de behandeling van het bedelverbod citeerde ik in de tweede termijn een paar regels uit de Wijsheid van Jesus Sirach, een katholiek Bijbelboek. Het ging om hoofdstuk 4, verzen 1 t/m 3: „Mijn kind, ontneem een arme niet wat hij nodig heeft om te leven, kijk niet weg van smekende ogen. Doe een mens die honger lijdt geen pijn, maak iemand in nood niet verbitterd. Maak een verbitterd hart niet radeloos, onthoud een bedelaar je aalmoes niet.”

Dit ging Jackson te ver. Wat hem betreft was hier sprake van onoorbare vermenging van kerk en staat. Ik was dat niet met hem eens. Ik mag in de raad overal uit citeren, en dus ook uit religieuze geschriften, lijkt me. Wat overigens niet wil zeggen dat ik een nieuwe hobby wil maken van het gebruiken van bijbelcitaten.

Homo Rogitans – do 26 juni 2008

no coins but change

De burgemeester wilde de APV veranderen. Hij moest de mogelijkheid krijgen om een bedelverbod uit te vaardigen. Hij kon van mij de wind van voren krijgen.

Allereerst is er in Breda geen probleem met agressieve bedelaars die mensen blijven lastigvallen. Af en toe loopt er in de stad of op het station een bedelaar rond die om een gulden vraagt. En daar kun je natuurlijk gewoon ‘nee’ tegen zeggen. Het schijnt een keer of wat gebeurd te zijn dat hij drammerig door bleef vragen. Och, ook bedelaars kunnen een slechte dag hebben, denk ik dan.

De tweede reden waarom ik pertinent tegen een bedelverbod ben: omdat ik in een samenleving wil wonen waar de minder mooie kanten van het leven niet worden weggestopt. Daklozen, bedelaars, ze zijn het rafelrandje van de stedelijke samenleving. Ze wegstoppen lost hun probleem niet op. Ze wegsturen omdat er een bedelverbod is, dus ook niet.

Mijn voorstel om het bedelverbod uit de APV te houden, werd met negentien stemmen tegen zeventien verworpen. Naast GroenLinks keerden het CDA, de SP, D’66 en Leefbaar Breda zich tegen het bedelverbod. Dat de PvdA voor het bedelverbod was, vond ik tekenend.