De Defibrillator – do 10 sept. 2009

defibrollator-alert
defibrollator-alert

In de commissie Mens en Maatschappij stond het AED-netwerk in Breda op de agenda. AED’s zijn auomatische electrische defibrillatoren, een soort externe startmotor voor je hart.

De reden dat het onderwerp op de agenda stond, was omdat er geklaagd was over de beperkte aanwezigheid van defibrillatoren in openbare gebouwen. Of, zoals je dat dan ambtelijk zou moeten omschrijven: het AED-netwerk is niet in heel Breda dekkend. Idealiter bevindt zich binnen een fietsafstand van maximaal drie minuten zo’n ding. Immers, zes minuten na een hartstilstand heeft reanimeren geen zin meer.

Ik ben er sceptisch over. Niet zozeer omdat ik het eng vindt dat de AED door leken bediend wordt: het ding is zo automatisch dat het weigert dienst te doen als het apparaat constateert dat de persoon in kwestie helemaal geen hartstilstand heeft. Ik heb moeite met het gegeven dat iedereen er maar meteen van uitgaat dat mensen met een hartstilstand ook altijd gered willen worden.

Er zijn mensen met een niet-reanimeerkaartje in hun portemonnee. Maar begrijpelijkerwijs is er in een crisissituatie waarbij de patiënt binnen zes minuten gereanimeerd dient te worden geen tijd om in andermans portemonnee te zoeken. En dus leiden de defibrillatoren tot ongewenste reanimaties.

Het is de maakbaarheid in de gezondheidszorg. We eten ongezond en bewegen te weinig, maar een hartaanval, die defibrilleren we wel weg. Als het moet zelfs met een perperduur, dekkend AED-netwerk. De moderne mens lijkt soms niet meer in staat te accepteren dat een enkeling het onfortuinlijke lot ondergaat midden op straat in te zakken vanwege een hartstilstand.

Wil dat zeggen dat ik tegen die AED’s ben? Nee. Op zich kan ik prima indenken dat met name op drukke openbare plekken naast een verbandtrommel ook een AED aanwezig is. En ook dat je binnen Breda altijd zo’n apparaat in de buurt hebt. Maar laten we elkaar geen illusies aanpraten: een netwerk waarbij je nooit drie minuten van zo’n ding verwijderd bent, is niet te realiseren. En zelfs als we dat zouden hebben, is de dood niet de wereld uit.

Homo Secretus – zo 2 nov. 2008

brief

Of ik er bezwaar tegen heb dat mijn medische gegevens worden opgeslagen in een elektronisch patiëntendossier, vroeg de minister mij hoogstpersoonlijk in een aan mij gerichte brief.

Ja, maar natuurlijk, dacht ik meteen. Niet dat ik ontzettend veel te verbergen heb, maar ik heb er niet zo’n behoefte aan dat, mocht ik in de toekomst nog eens aids – ik noem maar wat – krijgen, de hele medische goegemeente dat weet. Vooral omdat die medische stand tegenwoordig niet beperkt blijft tot de huisdokter en de behandelend arts, maar daar tegenwoordig nog een heel circus aan commerciële verzekeringsmannetjes bij hoort.

Heb ik iets te verbergen. Niet bepaald, maar dat is weer wat anders dan dat ik meteen maar toestemming hoef te geven mijn gegevens zo maar op de digitale straat te gooien. Als de heren doktoren willen weten hoeveel ik rook, drink en eet, dan kunnen ze dat gewoon aan mij vragen. Daarnaast heb ik al een vrij volledig elektronisch dossier op internet staan. Dit weblog.

Toch best vreemd dat iemand met een blog zijn privacy ineens zo’n belangrijk item vindt.

Homo Valens – ma 28 apr. 2008

Vitamine C

„Heb jij ooit wel eens een vitamine gezien?”, vroeg mijn oom jaren geleden eens aan mij. Hij was er vast van overtuigd dat ze niet bestonden. Of deed minstens net alsof.

Vitaminen waren oranje bolletjes, dacht ik altijd. Waarschijnlijk omdat sinaasappels ook oranje en bolvormig zijn. Onzinnig natuurlijk, maar een kind is dat wel te vergeven. Voor de rest was het eenvoudig: groenten en fruit zijn gezond, snoep en witbrood niet. Moeders zorgde altijd voor een gevariëerd avondmaal en ik doe voor mezelf niet anders.

Ik heb er nooit acht op geslagen, totdat ik van de week een artikel in de Telegraaf las over het vitaminegehalte in de Nederlandse gewassen. Die zou de afgelopen jaren schrikbarend afgenomen zijn als gevolg van het mestbeleid, dat van boeren eist dat mest direct in de grond gespoten wordt, in plaats van uitgereden. De bodemgesteldheid zou zo veranderd zijn dat er nauwelijks nog vitaminen en mineralen in de gewassen voorkomen.

Baarlijke nonsens, schreef de landbouwuniversiteit Wageningen in een reactie op het artikel. Volgens hen is er niets mis met de Nederlandse teelt. Desondanks twijfel ik een beetje. Want zeg nu zelf, ooit wel eens een vitamine in het echt gezien?

Homo Salvus – do 14 febr. 2008

stadhuis Breda

Ik mocht van de logopediste eigenlijk nog niet zoveel praten. „Doe maar alsof je in de ziektewet zit”, zei ze. Ik had dus besloten al mijn werkzaamheden dan maar op therapeutische basis op te pakken. Vanavond was het raadsvergadering.

Gelukkig hoefde ik, nog steeds zwak van stem, niet uitgebreid het word te voeren. Slechts twee punten hoefde ik te behandelen: de erfgoednota en het nieuwe volksgezondheidsbeleid.

In dat nieuwe beleid zijn de speerpunten onder meer het voorkomen van roken, overmatig alcoholgebruik en seksueel overdraagbare aandoeningen. Dat juist ik namens onze fractie voordvoerder was, was dan ook pure poëtische rechtvaardigheid.

Ik deed de wethouder het voorstel om van gemeentewegen maar gratis condooms uit te delen, bijvoorbeeld via scholen. Het is een typisch GroenLinks-punt dat ook in andere gemeenten en landelijk wordt uitgedragen. De bijna 78-jarige en vertrekkende wethouder Schoenmakers reageerde op dat voorstel opvallend positief.

Dat in tegenstelling tot de burgemeester, die mijn slotopmerking „als we dan toch dingen gratis maken, eerst rijen, dan fietsen”, refererend aan een eerder voorstel om de fietsenstallingen gratis te maken, iets te onparlementair vond.