De Koffieverstrekker – zo 26 juli 2009

Dubbele espresso met Selçuk
Dubbele espresso met Selçuk

Onderweg naar de barbecue die Sebi, Perlita en Gijs gaven ter ere van het feit dat Gijs de huisgenoot van Sebi werd en Perla en Sebi weer gingen latten, klapte ik de computer open om in contact met de buitenwereld te blijven. Op twitter ontspon zich een gesprek tussen de tegenover het station van Den Bosch woonachtige collega Jeroen Steeman en Tom uit Eindhoven.

„Zo, espressoapparaat is weer helemaal ontkalkt en gepoetst. Kopje koffie iemand?”, twitterde @minitrue_nl. „Lekker” antwoordde @roadtotom, „kom je het brengen?”. „Gratis gebracht in regio NS-station ‘s-Hertogenbosch!”, liet @minitrue_nl weten.

Mooi, dacht ik, terwijl de trein zich vanaf het station van Tilburg verder bewoog in de richting van de provinciehoofdstad. „Ik sta zo op Den Bosch, over twintig minuten. Kom je mij een kopje brengen?” Toegegeven, daar had Jeroen niet op gerekend. Maar twintig minuten later stond ‘ie klaar met een verse espresso. En een fototoestel om het allemaal vast te leggen.

El Café – vr 2 jan. 2009

Op een Montevideaans terras met Perlita en Sebi

Sebi had me van te voren al gewaatschuwd en hij had gelijk. Het vinden van een lekker bakje koffie is in Uruguay niets minder dan een queeste.

In Uruguay heeft men de onhebbelijke gewoonte ´s ochtends een pot koffie te zetten en deze vervolgens in de koelkast te bewaren om deze koude koffie vervolgens, wanneer iemand zin heeft in koffie, over te schenken in een mok en op te warmen in de magnetron. Wat overigens verklaart waarom men in Uruguay standaard grote hoeveelheden melk en suiker in de koffie doet.

Homo Recordans – do 16 okt. 2008

foto-ophaalbonnetje

Cola en peuken. Het deed me denken aan de proefwerkweken. Of beter, eigenlijk de schoolonderzoeken die we hadden in het vijfde jaar van de Havo. Het leren ging me vrij makkelijk af, dus zocht ik mijn uitdaging in het helpen van mensen die aanmerkelijk minder goed waren in vakken als economie, wiskunde en natuurkunde.

Het waren leuke en vaak late avonden, die me niet alleen de waardering van enkele docenten opleverde, maar me vooral mateloos populair maakten bij een aantal van de meest populaire klasgenoten die, niet geheel toevallig, ook diegenen waren met de slechtere cijfers. Koen was er eentje van, blonde gast, rookte ongeveer een pakje per dag. Er hing nogal wat vanaf voor hem, en dus behandelden we, gedrogeerd door liters koffie en meerdere pakjes peuken, op mijn slaapkamer de zoveelste formule van Friedman of Keynes.

De planten op mijn kamer hadden het op die avonden meestal het zwaarst te verduren. Bij gebrek aan een asbak – ik weet overigens echt niet waarom ik die niet had – verdwenen de peuken in de potgrond van dan wel de moederplant, dan wel de clivia op mijn kamer. De Clivia heeft het tot op de dag van vandaag overleefd. De moederplant viel een minder gelukkig lot ten deel.

Soms vraag je je af wat er van mensen terecht is gekomen. Of het zin heeft gehad. Ooit had zo’n vraag nog iets romantisch, waarbij je mijmerend boven een doos met vergeelde foto’s fantaseerde over hoe het al die klasgenoten is vergaan. Maar die tijd is voorbij. Binnen drie seconden wist ik dat Koen computerprogrammeur is geworden en waarschijnlijk zo’n vijf minuten fietsen van mij vandaan woont.