De Zoekende – zo 14 juni 2009

Eerder ontvallen fiets
Eerder ontvallen fiets

En zo zat ik aan het eind van de middag, na een korte stadswandeling, toch weer even met een biertje in de hand bij Dok 19. Ik was mijn fiets kwijt en hoopte hem ergens in de stad tegen te komen, maar helaas.

Het was niet helemaal helder wat er precies was gebeurd. De avond ervoor was ik na Boogie Down op het terras van de Dok beland met Janneke, Jaap, Sebi en Perlita, waar we een niet nader te noemen aantal alcoholische versnaperingen en 20 Vietnamese Loempia’s naar binnen werkten. Het was Jaap die als eerste besloot naar huis te strompelen. Sebi en Perlita hadden hun laatste trein naar Etten-Leur verruild voor een slaapplek bij mij en Janneke wilde nog wel even naar het volgende etablissement.

Nu zou ik zweren dat ik mijn fiets aan de hand had toen we door de stad naar huis liepen. Maar de volgende middag was mijn rijwiel nergens te bekennen. En het sleuteltje evenmin. Perla kon zich ook niet herinneren dat ik de avond ervoor een fiets bij me had.

Dus liep ik die zondag dezelfde route, waarvan het me sowieso verwonderde dat ik ‘m me nog kon herinneren, omgekeerd terug. Nergens kwam ik onderweg mijn fiets tegen. De puzzel was toen niet ingewikkeld meer. Ik heb de fiets vast ergens laten staan toen we weer eens enkele bekenden tegenkwamen en ik tijdens het plichtmatige babbeltje een sjekkie rolde.

Tevreden dat ik de puzzel opgelost had, maar ontstemd over het feit dat ik in aangeschoten toestand tegenwoordig ook al fietsen her en der rond laat slingeren, keerde ik terug naar huis. Daar, op tafel, lag mijn fietssleuteltje.

Met een glimlach legde ik het sleuteltje bij de collectie sleutels van fietsen die mij ooit ontvallen zijn. Gelukkig, mijn fiets was gewoon voor de deur gestolen. Ik heb geen Korsakov.

Bienvenido Montevideo – wo 31 dec. 2008

Sebi en ik op een dakterras in Montevideo
Sebi en ik op een dakterras in Montevideo

Het vliegveld in Sao Paulo heeft een bar waar gerookt mag worden. In de rest van de luchthaven is roken strikt verboden. Helaas ging de bar pas om negen uur ´s ochtends open. Wat jammer was, aangezien wij toen al uren in transitmodus op het vliegveld vertoefden.

De ontvangst, enkele vlieguren later, in Montevideo was ongeveer net zo warm als het weer. Sergio, de vader van Sebi, stond samen met zijn vriendin Alicia klaar om ons mee te nemen naar zijn huis. Want, dat moet gezegd, hoe klein ze ook wonen en hoe onhandig het ook was, er was geen sprake van dat wij drieën niet in hun huis zouden verblijven.

De middag bezochten we Tia Dora en daarna de moeder van Sergio. Om vervolgens naar de kiosk van Sergio te gaan. Een kiosk die vooral dienst doet als ontmoetingsplek van vrienden en kennissen van Sergio en waar maar zelden iets verkocht wordt. Macro-economisch gezien is het voortbestaan van de kiosk volstrekt onmogelijk, maar wie maalt daar in een tijd van omkiepende banken nog om.

De jaarwisseling werd gevierd in de penthouse (heel klein huis, heel groot balkon) van Roberto en Sergio, waarbij voor de duidelijkheid even vermeld moet worden dat het hier een andere, jongere en dientengevolge ook veel knappere Sergio betreft dan de eerdergenoemde. Roberto en Sergio zijn samen een stelletje en dat is in Uruguay net ietsje bijzonderder dan in Nederland. Zo was dit niet alleen mijn eerste jaarwisseling buiten Nederland, maar ook meteen mijn eerste jaarwisseling bij twee homo´s thuis.

Homo Praeparans – ma 22 dec. 2008

Om onze reis al vast voor te bespreken, leek het ons een goed idee om samen wat te eten. Het was tevens een goed moment om Perlita, de vriendin van Sebi, wat beter te leren kennen. Als je weken met iemand opgescheept zit, beter dat er dan ook goed mee op kan schieten.

Den Bosch leek ons een goede plek, zo halverwege mijn (Breda) en hun (Utrecht) woonplek. Voor treinreizigers althans, voor autoreizigers zou het AC-restaurant bij Meerkerk een logischer locatie zijn geweest. Op zich al een reden om voor het openbaar vervoer te kiezen.

Wandelend door het centrum van Den Bosch werd al meteen duidelijk voor welke problemen we de komende weken zouden kunnen komen te staan. Alleen al met de keuze van het restaurant waren we een goed uur bezig.

Homo Conveniens – zo 24 aug. 2008

Rond een uur of half een kroop ik uit het bed van Robin, met wie ik bij een vorige gelegenheid ook al eens de hele nacht had doorgehaald. De deken was ook veel te klein om ons beiden te bedekken.

Robin is een goede vriend van Sebi en hooguit een vage, maar zeker zeer sympathieke bekende voor mij. Aangezien de laatste nachttrein al lang was vertrokken, was hij de vorige avond zo aardig om me een slaapplaats aan te bieden. Pelita en Willemijn, de en een vriendin van Sebi gaven samen met hem een feestje omdat ze respectievelijk jarig waren, voor langere tijd naar het buitenland vertrekken of gewoon zin hadden in een feestje.

De feestjes van Sebi zijn altijd legendarisch. Vrijwel niemand durft dan ook wel te blijven, bang om weer iets volstrekt unieks te missen. Ik was die avond gehuld in driedelig pak, gewoon, omdat ik daar zin in had. Een enkeling drukte bij mijn binnenkomst in de in een kelder gevestigde kroeg aan de Oude Gracht zenuwachtig een joint uit in de veronderstelling dat ik van de rookpolitie was. Zou een reggae-concert, als religieuze uiting, niet buiten het rookverbod vallen?

Dat de desbetreffende kroeg om één uur al dicht ging, bracht de feestgangers slechts kortstondig van slag. Vrij snel vonden wij ons nieuwe onderkomen in het oude Pothuys en daarna in de Caravon, een kroeg die ogenschijnlijk geen sluitingstijden kent..

Het eindigde uiteindelijk, ver na de laatste nachttrein terug naar Breda, rond een uur of negen ‘s ochtends met een laatste sambuka bij Robin en Floris, een stel vrienden van Sebi die, ondanks hun inmiddels gepasseerde studententijd, samen een soort van studentenwoning delen.

Het was inderdaad weer een legendarisch feest. Waarbij ik me, zo herinnerde de eveneens logerende Gijs me de volgende middag, met één of andere blonde gast weer eens ongelooflijk sletterig gedragen heb. Een onberispelijk pak wil niet zeggen dat je je onberispelijk hoeft te gedragen.

Homo Vadens – ma 21 juli 2008

Amazone-rivier

Ik had na lange tijd weer eens met Sebi afgesproken. Het werd hoog tijd ons jarenoude plan eens naar zuid-Amerika af te reizen nu eens te concretiseren.

Brazilië, ergens midden in de Amazone, en Urugay, daar waren we het snel over eens. En eind december of begin januari. Daar kwamen we ook wel uit. En dat Sebi via internet op zoek zou gaan naar de goedkoopste tickets, dat eigenlijk ook wel. „Dus we doen het?” „Ja! We doen het.”

Dat ik daarna nog een aantal trekjes van zijn joint nam en vervolgens, ik heb een lage tolerantie voor thc, apestoned in de tram naar zijn huis zat, kon ook al niet deren. Ik moest de volgende morgen toch weer in Utrecht zijn, dus ik kon net zo goed op zijn logeerbed crashen.