De blauwe Brabantse lucht beloofde een mooie dag. Ik was voor mijn doen vroeg uit de veren en had er zin in, zelfs al werd de lucht al naar gelang mijn trein zijn bestemming naderde, steeds bewolkter.
Eenmaal in Den Haag aangekomen, ging mijn telefoon. Niels. Of ik wist hoe laat ik ongeveer in Utrecht zou aankomen. Een vloek of twee ontsnapte. Mijn afspraak op het Landelijk Bureau over de nieuwe klimaatonderhandelingen eind dit jaar in Kopenhagen helemaal vergeten.
Ik pakte de eerst mogelijke trein naar Utrecht. Ondertussen klaarde de hemel op. Zo tegen half twee, na enkele uren brainstormen, kon ik alsnog naar Den Haag voor een verlate lunchafspraak bij Jaap. Die me vervolgens met de motorboot nog even de wateren van Den Haag liet zien.
Zo rond half vijf zette ik voet aan vaste wal, vast van plan om – pro forma – nog even mijn gezicht op mijn werk te laten zien. Halverwege de wandeling draaide ik om en haastte me naar het station. Ik moest snel zijn, wilde ik nog op tijd komen voor het fractievoorzittersoverleg, om 18.00 uur in Breda.
Het was de eerste afspraak die ik die dag haalde.