Politieke Spits – ma 14 sept. 2009

Spits
Spits

Het leven van een politicus kent weinig regelmaat. Overdag werk ik drie dagen in de week in Den Haag, ‘s avonds heb ik vaak een vergadering of een bijeenkomst en er willen ook nog wel eens verplichtingen tussendoor komen.

Een fatsoenlijke avondmaaltijd kook ik voor mezelf tegenwoordig hooguit nog in de weekeinden. Of als er mensen komen eten. Voor de rest doe ik het met de Veggie Delight van Subway en andere niet al te vette vormen van fastfood.

Soms zijn er weken dat werkelijk alles tegelijk komt. Prinsjesdag en de daaropvolgende Algemene Politieke Beschouwingen maken het een zelfs voor Haagse begrippen hectische week. Daarnaast hebben we in Breda drie commissievergaderingen en, oh joy, is het dit weekeinde ook Breda Barst, het popfestival waarvan ik me al vanaf de eerste editie een trouwe vrijwilliger mag noemen.

Het is politiek spitsuur. Zou daar een vorm van sitsheffing op toegepast kunnen worden?

De Leemte – wo 15 juli 2009

Endlessness (1997)
Endlessness (1997)

Het is rustig in het Kamergebouw. Vorige week waren er nog heel wat collega’s druk in de weer met het opruimen van hun bureau, het wegwerken van de in de loop van het jaar gegroeide stapels of het afhandelen van te lang onbeantwoord gelaten mailtjes. Deze week was het rustig. Je kon op de gang een kanon afschieten zonder dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding het zou opmerken.

De Kamerfractie draait met minimale bezetting. Er is één beleidsmedewerker van dienst, één secretarieel medewerker van dienst en, ik zei de gek, één voorlichter van dienst. En wellicht vraag je je af wat we zoal doen gedurende die warme zomerdagen die dagelijks vragen om een lange lunch in de buitenlucht, ver van computer en e-mail.

We stellen vragen namens Kamerleden die er niet zijn, geven een reactie op vragen van journalisten die nieuws proberen te maken dat er niet is, voor kranten of programma’s die een publiek proberen te bereiken dat er ook al niet is.

Het reces tart elk godsgeloof. De leegte is materie geworden, het woord vleesloos.

De Richtingloze – ma 13 juli 2009

Boot en Jaap
Boot en Jaap

De blauwe Brabantse lucht beloofde een mooie dag. Ik was voor mijn doen vroeg uit de veren en had er zin in, zelfs al werd de lucht al naar gelang mijn trein zijn bestemming naderde, steeds bewolkter.

Eenmaal in Den Haag aangekomen, ging mijn telefoon. Niels. Of ik wist hoe laat ik ongeveer in Utrecht zou aankomen. Een vloek of twee ontsnapte. Mijn afspraak op het Landelijk Bureau over de nieuwe klimaatonderhandelingen eind dit jaar in Kopenhagen helemaal vergeten.

Ik pakte de eerst mogelijke trein naar Utrecht. Ondertussen klaarde de hemel op. Zo tegen half twee, na enkele uren brainstormen, kon ik alsnog naar Den Haag voor een verlate lunchafspraak bij Jaap. Die me vervolgens met de motorboot nog even de wateren van Den Haag liet zien.

Zo rond half vijf zette ik voet aan vaste wal, vast van plan om – pro forma – nog even mijn gezicht op mijn werk te laten zien. Halverwege de wandeling draaide ik om en haastte me naar het station. Ik moest snel zijn, wilde ik nog op tijd komen voor het fractievoorzittersoverleg, om 18.00 uur in Breda.

Het was de eerste afspraak die ik die dag haalde.

De Hergebruiker – wo 17 juni 2009

Hergebruik van oude computers
Hergebruik van oude computers

Verdorie, ik moest voor de fractie in Den Haag ook nog steeds een stuk schrijven over duurzaamheid. Al dagen schoof ik het voor me uit, maar de deadline naderde nu echt.

Ik piekerde me suf over een leuke kapstok om het verhaal aan op te hangen. Duurzaamheid, cradle-to-cradle, groene economie, inhoudelijk zat het allemaal wel goed, maar maak er maar ‘ns een leuk verhaal bij.

Recyclage. Ineens had ik het. Ik pakte een oud verhaal uit de kast, paste het her en der een beetje aan, kortte het in tot de gevraagde 800 woorden en stuurde het door aan de collega’s ter revisie.

Recyclage, daar moet je niet over schrijven, dat moet je gewoon doen.

De econoom – vr 29 mei 2009

Jonne Arnoldussen (r) en ik
Jonne Arnoldussen (r) en ik, serieus aan het werk

Is dat nu leuk werken, daar op de Tweede Kamerfractie, vragen mensen me wel eens.

Och, het is afwisselend. Dat wil zeggen, er zijn gewone dagen en er zijn leuke dagen.

Zo was ik deze week met Jonne, onze financiële man, bezig aan een stuk waarin de invoering van Tobin-taks wordt bepleit, een belasting op de verkoop van aandelen en andere effecten.

Het idee daarachter is dat veel ‘activistische’ aandeelhouders nu meer bezig zijn met het najagen van snelle koerswinsten dan met de lange termijnbelangen van het bedrijf en zijn werknemers. Wanneer het zeer snel aan- en verkopen van aandelen onaantrekkelijker wordt, en dat doe je met de invoering van een marginale belasting op de verkoop van effecten, wordt het voor aandeelhouders weer interessanter om zich te gaan focussen op de lange termijn.

Aan Jonne de taak om het inhoudelijke deel van het verhaal goed op papier te zetten. En aan mij de eer om het vervolgens weer te vertalen naar een stuk dat ook door mensen zonder een eerstegraadsopleiding economie begrepen kan worden.

Saai? Nee hoor, de econoom en de voorlichter konden het prima met elkaar vinden.

Jonne Arnoldussen (r) en ik
Jonne Arnoldussen (r) en ik lachend aan het werk (let ook op de shirts met matchende stoelen)

De terugkeer – week 5 2009

Monday Morning in N.Y. City (1904)
Monday Morning in N.Y. City (1904)

Veel tijd om te acclimatiseren had ik niet. Ruim drie weken had ik op geen enkele manier aan werk gedacht, maar eenmaal terug in Nederland stond er al weer van alles op de agenda.

Zo moest ik vrijdag niet alleen opdraven bij mijn eerste vergadering van 2009 , maar ook de vakantiefoto’s wegbrengen (en ophalen), moesten er boodschappen gedaan worden, wasjes gedraaid worden  en had ik weken geen echte platenzaak van binnen gezien. Wat strikt genomen overigens niet helemaal waar was, aangezien ik in Montevideo nog wel een paar LP’s was tegengekomen.

In het kader van de sociale contacten stond Jaap vrijdagavond al op de stoep. En was zondag de nieuwjaarsborrel van de Bredase afdeling van GroenLinks, traditioneel altijd de laatste nieuwjarsborrel van het jaar. Stond maandag naast het begin van mijn eerste werkweek van de werkgroep cyclische producten op me te wachten. Was er dinsdag de commissie Onderwijs en Economie. Had ik woensdag een laatste afscheidsbijeenkomst van het toekomstpanel van GroenLinks, waarbij werd opgemerkt dat, achteraf gezien, niemand eigenlijk zat te wachten op een nieuw beginselprogramma. Iets wat ik overigens een half jaar geleden al riep. Het verwondert me telkens weer dat eenmaal in gang gezette processen amper tegen te houden zijn, zelfs als iedereen kan zien dat er geen behoefte aan is. Maar goed.

En op donderdagavond? Had ik eindelijk tijd om weer wat wat achterstallige blogjes te schrijven. En, zoals te lezen, schiet dat nog steeds niet erg op. Vandaar deze tijdelijke inhaalactie: de weekblog. Zouden we met een beetje geluk toch over een dag of elf bij vandaag aangekomen moeten zijn.

Homo Vagans – wo 17 dec. 2008

Kerst in Haagse Passage

Het Tweede Kamerfractie houdt eenmaal per jaar een kerstdiner voor haar medewerkers. Dat is logisch, want zoiets meermaals per jaar doen, zou best wel vreemd zijn.

Het zal de gezelligheid wel geweest zijn die me uiteindelijk mijn laatste trein deed missen. Gelukkig heb ik enkele vrienden in Den Haag wonen, die ik kon bellen om een slaapplaats voor mezelf te regelen. Jaap bijvoorbeeld, die sinds enkele maanden op een woonboot in de Haagvliet.

En, geheel indachtig de kerstgedachte, was er voor mij nog plaats in de herberg. Maar goed, ik was dan ook niet hoogzwanger aan het rondreizen op een ezel.

Homo Superans – ma 8 dec. 2008

things not to do

Op het landelijk bureau heerst een nieuwe rage. Sinds er een aantal mensen op een cursus time-management is geweest volgens de Getting Things Done-methode is er een ware Getting Things Done-hype ontstaan.

Het idee van Getting Things Done is dat alle taken en werkzaamheden worden verdeeld in dingen die zo simpel zijn dat het meteen gedaan kan worden, dingen die wel tijd kosten maar ook urgent zijn en, tot slot, zaken die tijd kosten, maar niet urgent zijn. En dus heeft iedereen ineens Getting Things Done-stuffbakjes op zijn bureau en in zijn mailbox.

Sinds de invoering van Getting Things Done worden de medewerkers bijna dagelijks gebombardeerd met Getting Things Done-mailtjes met handige tips om things sneller done te getten. Mails die ik, uit overwegingen van tijdbesparing, telkens meteen naar de prullenbak verplaats.

Alles draait erom nee te zeggen wanneer je geen tijd hebt om iets te doen. Als een collega nee antwoordt op een vraag, moet je hem of haar belonen met een blauwe Getting Things Done-kaart. Mensen die nog niet zover zijn dat ze nee kunnen zeggen, krijgen een roze Getting Things Done-aanmoedigingskaart. Om mensen te coachen zijn Getting Things Done-ambassadeurs aangewezen en om te controleren of iedereen wel volgens de nieuwe methode werkt, is er een Getting Things Done-gestapo.

Het verzet tegen Getting Things Done begint te groeien. Er is al sprake van een Getting Things Done-resistance movement en op de eerste verdieping is er al een Getting Things Done-vrije zone gecreëerd.

Ondertussen blijf ik zitten met de vraag ‘how to get things undone.’

Homo Providens – do 27 nov. 2008

Digibeta

„Kunt U ervoor zorgen dat de koerier mij belt als hij het pakje bezorgt”, vroeg ik expliciet aan de mevrouw aan de andere kant van de telefoon. Het betrof een spotje voor de zendtijd politieke partijen die die ochtend nog was omgezet naar digibeta en absoluut voor twaalven bij de videotheek Beeld en Geluid in Hilversum moest zijn, waar de band een bandnummer zou krijgen. De mevrouw bevestigde.

Het was toch al een crime om klant te worden bij de Amsterdamse Koerierscentrale. Toen ik vanuit de auto onderweg naar Maastricht naar de koeriersdienst belde, wist de dame mij te vertellen dat ik me eerst moest registreren via internet. Handig, als je je internet net even niet bij je hebt.

Rond twaalven belde de mevrouw in kwestie mij op met de mededeling dat het pakje een half uur eerder door de koerier was bezorgd bij het mediapark. Wat het bandnummer was? De mevrouw wist niet waar ik het over had. Had ik niet gevraagd of de koerier mij zelf wilde bellen op het moment van aflevering? Het zal best, maar daar kon de mevrouw aan de telefoon toch allemaal echt geen rekening mee houden. Of ze dan misschien wist waar het was afgeleverd. Ik kreeg een naam door, maar een afdeling of functie wist ze niet.

Het Mediapark is tamelijk groot en een band zonder nummer verdwaalt nogal snel. Er begon een telefonische zoektocht langs de vele bedrijfjes, diensten en balies die het Mediapark kent. „Heeft U misschien mijn band gezien?” De moed zakte aardig in mijn schoenen, terwijl de batterij van mijn mobieltje, mijn enige connectie met de buitenwereld, ook aardig leeg aan het raken was. Tot ik na een half uur ineens iemand aan de lijn kreeg die inderdaad wel een band van GroenLinks voorbij had zien komen. Het pakje was al weer weg, maar hij kon zich herinneren dat het onderweg was naar het NOB.

Ik kwam enigszins tot rust toen ik enkele minuten later een meneer aan de lijn had die op dat moment tegenover mijn videoband zat. Hij gaf mij het toegewezen bandnummer, dat ik vervolgens aan de mensen van de zendtijd politieke partijen kon doorgeven. De uitzending was gered. De band was bezorgd, en ik niet meer.

Homo Vendens – wo 26 nov. 2008

advertentie

Divers, zo kun je mijn werkzaamheden voor de Tweede Kamerfractie wel noemen. Naast het nadenken over communicatie en campagnes, mag ik me zo nu en dan ook toeleggen op vormgeving. Of, zoals je het ook zou mogen noemen, het betere digitale knip- en plakwerk.

Of ik even een vacature voor de Volkskrant wilde lay-outen. „Ja, maar natuurlijk, Wanneer moet het af zijn?”, vroeg ik enthousiast. Niets leukers dan onze nieuwe huisstijl ‘ns uit te proberen in de Volkskrant. „Vanavond”, luidde het antwoord, „voor negenen.”

Dat werd slikken. Er moest nog een bestelbusje vol actiemateriaal opgehaald worden in Utrecht. De files meegerekend gaf me dat wel erg weinig tijd om alles af te krijgen. Maar de wonderen zijn de wereld niet uit. Om kwart over negen lag de advertentie in het digitale postvakje van de Volkskrant. En dat, zo bleek uiteindelijk, was niet een kwartier te laat, maar eigenlijk nog steeds op tijd.