Wordt het weer een lijvig, encyclopedisch verkiezingsprogramma, of gaan we onze energie dit jaar in andere dingen steken. Dat was misschien wel de meest interessante vraag in de ledenvergadering van GroenLinks Breda.
Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen had GroenLinks Breda een verkiezingsprogramma van 32 kantjes A4 met lettergrootte 8 en slechts enkele afbeeldingen. Om de inhoud nog enigszins toegankelijk te maken had ik het programma toen nog voorzien van een alfabetische index. Het Bredase programma heeft inmiddels landelijk bescheiden bekendheid gekregen als voorbeeld van hoe we het niet meer willen.
Als schrijver van het laatste en voorlaatste programma heb ik inmiddels mijn portie lijvige verkiezingsbeloften wel gehad. Het probleem van dikke programma’s is dat er alles instaat wat we willen. Daar is op zich niets mis mee, ware het niet dat de gemiddelde lezer de hoofdzaken en de bijzaken daardoor niet meer kan onderscheiden. En eerlijk gezegd, wij eigenlijk ook niet echt. Daarnaast: er is geen enkele kiezer geïnteresseerd in een verkiezingsprogramma van het formaat Ikea-catalogus. Van een oplage van 500 hebben we er nog steeds zo’n 400 over.
Programma’s op hoofdijnen dus, waarin we in kort bestek onze idealen en wensen optekenen, maar vooral ook duidelijk maken hoe we keuzes maken op het moment dat meerdere van onze idealen op gespannen voet met elkaar staan. En dat dan in een paar A4-tjes of in een mooie, milieuvriendelijke en desondanks glossy folder. Kunnen we de rest van de tijd besteden aan de campagne. Ideeën hebben is fijn, maar om ze te verwezenlijken is aanhang eigenlijk nog veel belangrijker.