Homo Deterrens – do 2 okt. 2008

regen

Het regent, alweer. Terwijl het buiten langzaam begint te schemeren, loop ik in de richting van mijn trein. Het is de laatste keer dat ik het daglicht zal aanschouwen. Lang voordat ik in Breda zal arriveren heeft de duisternis het laatste straaltje licht al opgegeten.

Het licht in de coupé van de oude, maar comfortabele ICK’s werkt niet. Nog even lukt het om in het laatste licht van buiten nog een stuk krant te lezen. Als niet veel later nog slechts de staccato flitsen van de voorbijgereden straatverlichting de krant nog verlicht, leg ik deze noodgedwongen naast me neer.

De reis lijkt eindeloos te duren. Eerst staat de trein stil voorbij Schiedam, later nog met dichte deuren in Rotterdam. Twee onverlaten hebben een brandblusser leeg gespoten en de spoorwegpolitie wil eerst de daders bij de kladden grijpen.

De klok tikt verder in het niets, totdat de trein ineens weer verder rijdt. De blauwe vonken spatten van de bovenleiding. Zinloos. Niemand die ze ziet. Tijdens hun kortstondige bestaan heb alleen ik hun schijnsel kunnen aanschouwen. Het enige bewijs van hun bestaan.

De regen tikt verder op het dak van de coupé. Steeds harder, steeds indringender. Ik ben alleen in de coupé. Nog één keer werk ik een blik naar buiten. Als de trein opnieuw krakend tot stilstand komt, kom ik tot het besef: het wordt nooit meer licht.

Homo Deficiens – wo 1 okt. 2008

mist

Ik herinner me een scene uit de serie 21 Jumpstreet waarin Johnny Depp infiltreert bij een groep randjongeren. Zittend op een bank in het park, of misschien aan een haven, de exacte details ontbreken na al die jaren, bedenken ze hoe ze het liefst hadden geheten. ‘Tober’, antwoordt Depp. ‘Omdat oktober een deprimerende maand is waarin de bladeren van de bomen vallen’.

Ik heb een op zijn minst ambivalente houding tegenover oktober. September biedt nog enige hoop op een mooie nazomer. In oktober is alle hoop vervlogen. Het wordt nooit meer zomer. Soms, misschien, houdt oktober je even voor de gek. Maar zelfs als er al een zonnige dag is, en het lijkt er voorlopig niet op, dan wordt het ‘s avonds al weer bitterkoud. Oktober steekt de draak met ons.

November is daar ten minste duidelijk over. November pretendeert niet te zijn wat het toch niet is. November is eerlijk: de voorbode van de winter. Oktober niet. Oktober neemt een loopje met ons. Herinnert ons soms even aan de mooie tijd achter ons, maar maakt zijn belofte nooit waar.

Oktober is de maand waarbij ik vroeger nog wel eens in mijn herfstdipje terecht kwam. Daar heb ik de laatste jaren niet echt last meer van. Maar helemaal goed zal het nooit komen tussen mij en oktober. Daarvoor is er in het verleden al te veel misgegaan tussen ons.

Homo Extimescens – di 30 sept. 2008

regen

Het regende toen ik iets na half negen het kamergebouw uitliep op weg naar het station. Korte, hevige rukwinden bliezen af en aan. Buiten was het al aardig donker. Het afzetlint bij het ministerie van binnenlandse zaken klapperde hard mee in de wind.

De kamer had zojuist uren over de kredietcrisis gepraat die over de wereld trekt. Over Fortis, de bank die op omvallen stond. Het leek alsof de natuur zijn uiterste best deed om met een laatste zuchtje wind het financiële imperium te doen laten instorten.

Tijdens de tien minuten durende wandeling liet Den Haag zijn meest desolate kant zien. Als ik in het eind der tijden had geloofd, had dit het moeten zijn. Zelfs op het station was het uitgesproken rustig. Slechts enkele mensen dwaalden als schimmen over de gebroken tegels van het treinstation.

Crisis? Er is helemaal geen crisis. Toen ik, een uur later, aankwam in Breda was er geen wind te herkennen. Uit de pinautomaat van Fortis op het stationsplein kwam gewoon een briefje van vijftig. Met een scheurtje erin. Zou de financiële wereld dan toch tot in zijn voegen kraken?

Homo Amarus – di 23 sept. 2008

Het ging welhaast onopgemerkt. Zonder enige aankondiging ging de zomer, of wat daar in 2008 dan voor door moest gaan, over in de herfst.

Het wordt pas laat weer licht en ter compensatie ook vroeg weer donker. En het is koud. De zon heeft de afgelopen maanden onvoldoende geschenen om een voorraadje warmte aan te leggen. De voorraad vitamine D is nu al op.

Terwijl de regenbuien niet lijken te eindigen en de tocht in het oude jaren ‘20 pand op momenten ondraaglijk lijkt te worden, zet ik voor de zoveelste keer deze dag een nieuwe pot thee. Het helpt niet, net zoals de trui de kille, koude herfstlucht maar amper buiten kan houden.

Ik kijk nog een keer naar buiten, maar zie in de schemering nog slechts de vage contouren van de bebouwing. Van mijn vriend de zomer is geen spoor meer te herkennen.

Homo Solaris – do 8 mei 2008

zon

Nu het lekkere weer al zo’n week lang stand houdt en het Nederlands is verrijkt met het woord Omega-blokkade, worden sommige collegae een beetje ongemakkelijk. Binnen achter de computer zitten is helemaal niet leuk als het buiten dik 25 graden is.

Zo niet ik. Aangezien ik de meeste tijd bezig ben met het lezen van boeken en artikelen, zit ik niet zo vast aan de computer op mijn werkplek. En laat het pand van GroenLinks nu toevallig een dakterras hebben.

Ofwel: stoel naar buiten slepen, overhemd uit en lezen maar. Ongetwijfeld tot enige afgunst bij de collegae. Solidariteit is een mooi principe, maar om nu uit medeleven mezelf ook de hele dag binnen op te sluiten, zag ik toch echt niet zitten. Nee hoor, laat die zomer maar komen.

Homo Tepidus – ma 5 mei 2008

Kranslegging

Het leven begint bij dertig, zeg ik wel eens. Ik bedoel dan heel nadrukkelijk dertig graden. Vandaag was weer een heerlijk dagje dat ik slenterend door Amsterdam heb doorgebracht.

Het mooie weer brengt veel mensen op de been. Te veel, eigenlijk, want er is constant iemand die in de weg loopt. Amsterdam is op zo’n dag eigenlijk een soort groot Hoog Catharijne. Iedereen loopt kriskras door elkaar en als vanzelfsprekend voor je voeten. Een mierenhoop van mensen.

Het stadse leven is flexibel. Even kruipt het kwik boven de twintig graden en Amsterdam loopt uit. Het Vondelpark ligt vol en de terrassen evenzeer. Een beetje mediterraans.

Als het volgende week dan weer eindigt in onweer en stortregen en Nederland weer voor even in zijn normale patroon terugvalt, verdwijnen ook de vrolijke rode gezichten en lelijke korte broeken. Totdat het weer een keertje warm wordt. Ik zei al, het leven begint bij dertig.

Homo Vernus – ma 24 mrt. 2008

lentesneeuw

De lente hangt in de lucht. Ik heb zelf in ieder geval de behoefte om de winter maar eens af te sluiten. Niet dat het klimaat daar overigens erg aan meewerkt.

Een noemenswaardige winter hebben we weer niet gehad dit jaar. Zelden heb ik de verwarming zo weinig aangehad als dit jaar, en eerlijk gezegd staat ie ook al weken uit. Tot dit weekeinde. Door de vrieskou moest de knop van de thermostaat, die bij mij eigenlijk alleen als een veredelde aan-en uitknop werkt, toch weer naar rechts gedraaid worden.

Lente dus. Dat mensen elkaar in de armen vallen, knuffelende stelletjes in het park, opbloeiende liefdes, dat soort dingen. Ik heb er weer zin in. De winter heeft lang genoeg geduurd.