Homo Jazensis (slot) – zo 4 mei 2008

Brenda Boykin op 't Spanjaarsgat

Wederom werd ik ‘s ochtends wakker, een geruststellende gedachte voor mensen die nog niet dood willen. Namens GroenLinks mocht ik een aantal gasten ontvangen voor het gospelconcert van Brenda Boykin in de Grote Kerk en dat begon met een brunch-buffet.

‘s Middags op het Sas-plein aandachtig geluisterd naar de Duitse trompettist Herbert Christ, die samen met gitarist Peter Kanters en contrabassist Karel Algoed een ingetogen, subtiele set speelde. Een erg vriendelijke en voorkomende man trouwens, die ergens halverwege de tweede set met zijn trompet naar een kinderwagen liep en vervolgens welhaast fluisterend zijn trompetklanken de kinderwagen instuurde. Klasse.

Op het ponton voor het Spanjaarsgat zong Brenda Boykin nog een keertje. Nu geen gospels, maar stevige bluesrock. Iets te heftig, vond ik op dat moment. Dus liep ik al vast door naar de Spiegeltent voor de afsluitingsceremonie.

Om half acht moest ik bij de dodenherdenking zijn om namens GroenLinks een bloemstuk te leggen, maar om negen uur was ik al weer bij de afterparty, waar de Pete Allen Jazz Band de laatste noten van het festival liet klinken. Mijn buurman nog een witte wijn, ik nog een biertje en zo samen de nacht in. We moeten nog bijna dertien maanden wachten op het volgende festival.

Homo Jazensis (3) – za 3 mei 2008

Festival Surprise Band

Het waren de noten van Bert Boeren die het begin van de ochtend inluidden. Breekbaar welhaast, maar ook onmiskenbaar aanwezig. Zacht en subtiel blies hij de laatste slaap in de hoofden van de mensen weg. Een auditief kopje koffie.

Hij zal zelf ook wel doorgezakt zijn, gisteren, zo dachten we, alhoewel navraag anders leerde. Begeleid door contrabassist Mark van Rooij was het in ieder geval lekker wakker worden. Wat overigens zeker ook gold voor het duo Paul Maassen (piano) en Wim Dijkgraaf (mondharmonica).

Over de springerige klarinettist Chris Tanner kan ik kort zijn. Stel je een springerige punkrocker voor met een snel klarinetspel, maar dan jazzy, en je hebt een beeld. Een type New Cool Collective, maar dan Down Under en iets traditioneler. Hij speelde samen met de forse Wouter Nouwens die het aanmerkelijk minder forse instrument banjo bespeelde.

Moeilijker te omschrijven is de jonge trompettist Malo Mazurié. Jong, enthousiast, opvallend bescheiden en bijzonder prettig om naar te luisteren. Hij speelde samen met bassiste Lindy Huppertsberg, een wat moeilijk ogende Duitse die zich als een soort van moeder over de jonge blazer probeerde te ontfermen. De trompettist liet het zich schouderophalend overkomen: een puber die niet pubert.

Het eindigde, ietwat voorspelbaar, met de Amerikaanse zangeres Brenda Boykin, onder begeleiding van pianist Chris Hopkins (Duitsland). Brenda daagde uit, Chris reageerde met Duitse degelijkheid. Enthousiast in zijn spel, maar afgemeten in zijn mimiek. Chris zat vrijwel stil achter de piano, terwijl zijn handen olijk over het klavier gleden.

Het was een mooie duo special, het neusje van de zalm of, zoals sommigen het noemen, het kersje op de appelmoes van het Bredase jazz-festival. En aangezien het festival zich totnogtoe ontpopte tot muzikaal één van de betere sinds jaren, was het niet verwonderlijk dat dit voor de samenstelling van de duo’s evenzeer gold.

Homo Jazensis (2) – vr 2 mei 2008

Wouter Hamel

De eerste paar rijen voor het podium werden gevuld door bakvissen. Het voordeel daarvan is dat je er makkelijk overheen kunt kijken. En gelukkig gingen ze niet door alle liedjes heen gillen.

Kennelijk maakt het allemaal niet zo veel uit dat Wouter Hamel homo is, de meiden komen toch wel. Of het nu voor de muziek is, of in de hoop in aanmerking te komen zijn faghag te worden, het gaf het concert een voor het Jazzfestival ongebruikelijke sfeer. Wel grappig eigenlijk.

Hans en ik kwamen tijdens het spelletje ‘spot de homo’ in de pauze niet veel verder kwamen dan vijf. Mijn moeder was tijdens het derde nummer weggelopen omdat het ‘niet haar ding was’. En drummer Onno de Bruijn zat ergens in de buurt van de nooduitgang ontzettend te genieten van ofwel de muziek, ofwel zijn biertje. Of nog waarschijnlijker beide. En Wouter ondertussen maar de showman uithangen.

Vrolijke, lichtvoetige en prettige crooners over het leven in de 21e eeuw. Volgens mij wordt het tijd voor een naam voor deze nieuwe stroming in de muziek: sneakerjazz.

Homo Jazensis (1) – do 1 mei 2008

Trio Nuevo

De zon scheen tijdens de opening van het 38e Jazz Festival. En het hagelde ook. En tussendoor regende het. April moge doen wat hij wil, mei kan er ook wat van.

De unieke opeenstapeling van feestdagen betekende voor mij een zes vrije dagen en ik kon dus eindelijk ook weer een keer helemaal opgaan in het Jazz Festival. Met moeders, want die was ook zo’n beetje het hele festival lang in de binnenstad te vinden.

Toch jammer dat er ‘s avonds maar een handjevol mensen naar het prachtige Jazz meets Tango-concert van Trio Nuevo waren komen kijken. Het was koud in de Spiegeltent en er waren te weinig mensen om haar op te warmen.

Homo Visens – zo 23 mrt. 2008

Fifi Hengsten op de POB-parade

Pasen in Breda betekent POB-parade. De pop-organisatie had het voor elkaar gekregen maar liefst 70 bands te programmeren in het paasweekeinde.

En dus liepen Sebi en ik allereerst naar de vulling, waar muzieksite 3voor12 een serie akoestische sessies had gepland. Om vervolgens naar De Bruine Pij (Millstone), Café de Kleine Wereld (Merel), terug naar De Vulling (Exploding Shetland Ponies) en De Avenue (Fifi Hengsten) te gaan.

In Club M (dj Zaxxon) mocht ik aanvankelijk niet binnen, vanwege de legerbroek die toch echt niet paste bij het soort van clientèle waar deze trendy uitgaansgelegenheid zich op richt, maar de portier zag het toch maar door de vingers.

In het Hijgend Hert stonden de punkers van Delychees en samen met Pieter probeerde ik aan de zijkant van het podium nog een soort pit te creëren. Een weinig succesvolle poging, aangezien slammen met slechts twee mensen eigenlijk best schraal is. Zodat we uiteindelijk toch weer terecht kwamen in de Boulevard. Waar we al onze die dag uit het oog verloren vrienden één voor één zagen binnendruppelen. Sommige dingen zijn standaard.

Homo Collidens (2) – di 6 nov. 2007

Clash of Culture, foto: Richard vd Westen

De ‘Clash of Culture’ van GroenLinks werd wellicht nog het meest pregnant omschreven door Frans Maas, die bekende nog nooit dansers, schilders, een dichteres en bands op dezelfde avond op het zelfde podium gezien te hebben. En laat dat nu precies de bedoeling geweest te zijn.

Ik was positief verbaasd dat een volle zaal mensen, die waarschijnlijk voor iets anders kwamen, toch aandachtig en muisstil keek en luisterde naar een dansduo en een dichteres. Dat zegt natuurlijk allereerst iets oder de kwaliteit van respectievelijk Jeugddansgezelschap De Stilte en dichteres Leonie Ruissen, maar het zegt ook veel over het publiek. Je kunt dus in Breda wel gewoon aandacht krijgen voor kunstvormen die zogenaamd elitair of hoogdrempelig zijn.

Dat het Bredase publiek best in is voor iets onverwacht, bleek ook uit het feit dat halverwege de avond de bovenzaal van de Boulevard redelijk vol stond met mensen. En op een doordeweekse dag is het niet vanzelfsprekend dat mensen de stad in gaan. Achteraf had ik de avond wellicht beter in het weekeinde kunnen houden, maar soit.

Zeer geslaagd vond ik het experiment van de gitaar die in debat ging met een verfkwast. Op een voor gitaar bewerkte compositie van Phillip Glass beschilderden kunstenaars Stanley van der Meer en Yur Rozenberg ‘live’ een doek van twee bij twee meter. Een soort analoge vj’s, noemde ik het maar.

De avond werd spetterend geopend door de E-Team, een band rond rondom Leo van Lieshout, bestaande uit leerlingen van The Loads, die enkele maanden eerder in het kader van een muzikaal uitwisselingsproject naar Addis Abeba in Ethiopië waren geweest. Leo had zijn olievaten weer eens van stal gehaald, waar van harte op losgedrumd werd. De band Horanta was van het kaliber veel invloeden uit even zoveel windstreken, overgoten met een zwaar experimenteel sausje’. Goed, niet iedereen trok het, terwijl anderen juist helemaal opgingen in de neo-flowerpowerklanken. De avond werd afgesloten door de folkpunkers van Stuart O’Malley and the Whisky-gullivers.

Nog even los van het feit dat ik het leuk vindt om als GroenLinks-fractie ook op onconventionele wijze aan het publieke debat in de stad deel te nemen, is het natuurlijk ook leuk om eens zo’n avond te mogen organiseren. Maar alles heeft zijn keerzijde, en uiteraard had ik dat al kunnen weten als vrijwilliger van Breda Barst. Terwijl iedereen al lang en breed op bed ligt, reed ik als roadie nog heen en weer om de backline van de laatste band terug te brengen en een levensgroot schilderdoek af te leveren op het fractiekantoor van GroenLinks. Politicus ben je 24 uur per dag.

Homo Rebellans – vr 12 okt. 2007

Mohawk

Het zat er natuurlijk al langer aan te komen. Niemand hoefde geschokt te zijn, het was te verwachten.

Ik heb de tondeuse maar eens ter hand genomen. Of althans, Julie, want die wilde dat graag eens doen. Overigens vertelde ze me pas daarna dat ze nooit eerder zo’n ding had vastgehad, dus wat dat betreft is het resultaat betamelijk te noemen.

De mohawk is terug op mijn hoofd. Zo’n brede, naar achter steeds smaller wordende kam. Zo’n ding wat eerst Indianen, en later sAmerikaanse parachutisten in WOII op hun hoofd hadden. Zo’n ding.

Huh? Een rechts Amerikanenkapsen? Nee joh! Gewoon een beetje dwars, anarchistisch. Ik ben die avond maar naar een punkconcert geweest. In zwarte broek en een kafia om mijn nek. Volgende week koop ik misschien wel een spuitbus en ga ik hele grote A’s op vervallen gebouwen kalken.

Homo Clarus – do 23 aug. 2007

Beyond van Dinosaur Jr.

We moesten ons weliswaar eerst door twee voorprogrammabandjes heen worstelen, maar het was het waard. Al is het maar om gezegd te kunnen hebben dat je Dinosaur Jr. ooit een keer live hebt horen spelen.

Slordig en hard, dat was de slotconclusie van de avond. Want toen na de eerste band, een best aardige grunge-band uit Den Bosch waarvan ik de naam nu even kwijt ben, de Londonse herriebak van Underground Railroad open ging, was ik al heel erg blij dat ik mijn oordoppen in had. Toen weer een uur of wat later dan uiteindelijk Joseph Mascis met zijn kornuiten het podium opkwamen, was ik nog blijer met mijn oordoppen. Dat in tegenstelling tot mijn oordoppen zelf, die waarschijnlijk helemaal niet zo blij met mij waren en liever thuis waren gebleven.

Dinosaur Jr. wil namelijk de knoppen nogal eens flink openzetten. Bassist Lou Barlow stond tussen een stuk of vier versterkers, drummer Murph had ook een flinke muur van geluid achter zich en Mascis zelf stond voor een toren van maar liefst tien Marshall-versterkers. En dan hadden de heren natuurlijk ook nog hun monitorversterkers voor zich staan. Genoeg voor de geluidsman om zich waarschijnlijk af te vragen waar hij toch in godsnaam nog voor nodig was.

Homo Solaris (1) – za 11 aug. 2007

Reggae Sundance

Multi-culti doen is niet zo moeilijk. Je loopt zo nu en dan een Marokkaanse toko binnen voor couscous en geitenkaas en kijkt wekelijks naar Raymann is laat. Maar zeg nu zelf: hoeveel gekleurden kom je nu werkelijk tegen als je op een feestje bent?

Of het nu Pukkelpop, Werchter of Lowlands is, het publiek is overal even tolerant. En blank. Zelfverkozen apartheid. De gemiddelde Marokkaan of Turk houdt nu eenmaal niet van de Kaiser Chiefs of de Scissor Sisters. En alleen Wokro’s * gaan naar Maroc-party’s, dus zie hier: segregatie.

Toen ik het terrein van Reggae Sundance opliep, was dat dan ook een verademing. Ongeveer een derde van het publiek kwam oorspronkelijk ergens anders vandaan. Alle winstreken van Afrika waren vertegenwoordigd, Azië was in da house en de Suri’s en Antillianen waren present.

Kijk, we hoeven natuurlijk niet altijd maar verplicht te mengen. Maar als het dan eens een keertje gebeurd, valt me wel op dat de sfeer zo ontzettend vrolijk is. En de kwaliteit van het festival-eten ineens omhoog schiet. En er niemand zeurt of moeilijk doet. Dat er om de vijf minuten eer betuigd werd aan de inmiddels mythische Ethiopische keizer Haile Selassie nam ik dus maar voor lief. Pass the Dutchie please…

*) Wannabee Marokkanen, doorgaans jonge blanke mannen tussen de twintig en dertig en en Havo-diploma, die hun iPod vol met Rai-muziek zetten en vervolgens naar de Marokkaan gaan om een kilo lamsbout, twee ons geitenkaas en een bos verse munt te bestellen.

Homo Admiratus – do 5 juli 2007

Rufus en nog iets moois.

Goed, Jaap en ik moesten in Gouda wel even uitstappen om in het voorste treinstel van de koploper terecht te komen, maar vanaf dat moment hadden we ruim voldoende plek. We hadden een lange reis voor de boeg, dus een mens kan maar beter een beetje ruimte hebben.

De lange reis smeekte bijna om een alcoholische versnapering. En aangezien de trein in Utrecht acht minuten zou stilstaan, wilden we wel een poging wagen binnen die tijd een slijterij te vinden. Aan de jaarbeurszijde van Hoog Catharijne vonden we ons doel. Met een fles twaalf jaar oude Cragganmore, twee halve liters bier en een paar Whiskey-glazen renden we terug naar ons perron. Met een marge van twintig seconden stapten we terug in onze trein.

Aangekomen in Groningen checkten we in bij het Schimmelpenninckhuys, liepen we naar het Brussels Lof voor een vegetarische maaltijd en pikten we onderweg Mickey en metgezel op, die zich op de Grote Markt al laafden aan een biertje.

Onze missie: Rufus Wainwright, die die avond zou optreden in de Oosterpoort. Aan concertrecensies doe ik niet, maar ondanks het feit dat we tijdens het zitconcert helemaal achter in de zaal stonden (het eten liet iets te lang op zich wachten), was het allemaal gewoon briljant. Iets wat ook gold voor de imiddels bijna traditionele travestie-act waarop Rufus aan het einde van zijn show zijn publiek fêteert.

Na afloop liepen we eerst nog naar een Ierse pub, maar eindigden we in de Golden Arm, een gay-club waar we, volgens Mickey, echt naar toe moesten. Het was zo rustig dat je er een kanon had kunnen afschieten. Dat had je trouwens sowieso wel kunnen doen, gezien de pompende beats die er ondanks het afwezige publiek op luid volume de zaal in werden geblazen. Enigszins gedesillusioneerd dronken we bier en aten we pringles*.

Halverwege de nacht besloot Mickey dat het tijd was om, samen met zijn bob, naar huis te rijden. ‘Hoe kom jij eigenlijk thuis?’, vroeg hij. ‘Niet’, antwoordde ik. ‘Ik heb een hotel.’ ‘Classy’, antwoordde Mickey, in de wetenschap dat het veel makkelijker is om een goede homo te zijn als je genoeg geld hebt.

*) op chips gelijkend zoutje dat gemaakt word van samengeperst aardappelmeel dat, ondanks het gegeven dat het feitelijk een afvalproduct van de aardappelverwerkende industrie is, toch voor een belachelijk hoge prijs verkocht wordt dankzij een succesvolle reclamecampagne die het product een zweem van exclusiviteit meegeeft.